Vervolg op de beschrijving over de diverse dimensies.
(De zeven dimensies m.b.t. de schepping van de fysieke wereld)
(De zeven dimensies m.b.t. de schepping van de fysieke wereld)
3e fysieke dimensie
De 3e en laatste kosmische dimensie is in zijn
verschijningsvorm de fysieke dimensie en bestaat zoals men vanzelfsprekend
weet, uit alles wat door materie wordt omringd. De fysieke dimensie wordt
begrensd door drie ‘ruimtelijke aspecten en de tijd’. De fysieke wereld is in
essentie de manifestatie van ‘ruimte en tijd’ samengevat in één moment. De
fysieke dimensie is concreet gesteld het stadium van het altijd
voortschrijdende ‘nu’ binnen het ‘proces van creatie’, dat op het
frequentieniveau van de 4e dimensie ontspruit en existeert binnen
het grotere plan van de 5e mentale energiematrix. Zoals eerder
gezegd is de 3e dimensie als laatste van de zeven kosmische
dimensies, de uiteindelijk geschapen fysieke vormwereld. Deze dimensie is de
uiteindelijke ‘kristallisatie’ van het oorspronkelijke ‘licht’ uit het hoogste
niveau, maar dan tot vaste vorm gekomen. Doordat de driedimensionale wereld de
tot ‘vorm’ gekomen energieën vanuit de 4e dimensie vertegenwoordigt,
existeert de 3e dimensie in werkelijkheid binnen het hoger gelegen
kosmische niveau en zijn beide niveaus energetisch ‘één’ en onlosmakelijk met
elkaar verbonden. De eerder genoemde ‘ruimtelijke aspecten’ zijn een gevolg van
het creatieve proces: ‘magnetisme, samentrekking en vormmanifestatie’. Het
elektromagnetisme van de fysieke wereld houdt, evenals het elektromagnetisch
veld van de menselijke Aura, alle vormmanifestaties in de fysieke wereld bij
elkaar, op dezelfde wijze als dat de Aura het menselijke wezen met al zijn
energielichamen bij elkaar houdt en in stand houdt.
Subdimensies van de ‘vormwerelden’
De onderste drie kosmische dimensies zijn echter weer
opgebouwd uit ‘sublagen’. De fysieke
dimensie bestaat zoals men weet uit drie niveaus of sublagen: vaste stoffen,
vloeibare stoffen en gasvormige stoffen. Een vaste stof heeft een bepaald
frequentieniveau, indien daar warmte aan toegevoegd wordt, wordt de frequentie
hoger en wordt de stof vloeibaar. Als men energie blijft toevoegen wordt het
uiteindelijk gasvormig. De energiefrequentie wordt hoger en de vorm waarin het
zich manifesteert wordt anders. Zo bestaat het hele systeem (vanuit de fysieke
wereld gezien) uit een constante frequentieverhoging van steeds sneller worden
van energie. Boven de genoemde gasvormige stoffen is de ‘trilling’ van energie
zo snel dat we de manifestaties niet meer kunnen zien, maar wel kunnen ervaren.
Nu is de fysieke dimensie opgebouwd uit twee gebieden: de drie genoemde
‘sublagen’ van vaste waarneembare stoffen, eindigend met de gasvormige stoffen in het 'ondergebied' van de fysieke dimensie
en in het 'bovengebied' van de fysieke dimensie een viertal ‘etherische’ sublagen, waar in het onderstaande uitgebreid wordt ingegaan.
Vier etherische sublagen in de 3e dimensie
Deze vier etherische sublagen binnen de 3e
dimensie, hebben allen te maken met de ‘vitaliteit’ die elke levensvorm in de
fysieke dimensie verlevendigt. Met andere woorden: in elk van de vier
etherische sublagen wordt de ‘vitaliteit’ ervan bepaald, door de kleinste ‘deeltjes’
die we ‘leven en bewustzijn’ toekennen. Deze deeltjes noemt men de ‘elementalen’.
De elementalen vertegenwoordigen de ‘basissubstantie’ van de elementen en zijn in
essentie de levende bouwstoffen, die de elementen hun vorm en karakter geven. Alle
leven in de drie lagere ‘vormwerelden’ bestaat dankzij de expressie van de elementalen
van ‘aarde, water, vuur en lucht’ in de drie vormwerelden. De ‘elementalen’
vormen het laatste onderdeel in het proces van ‘creatieve machten en krachten’,
die zich van het hoogste goddelijke niveau naar het laagste fysieke niveau toe
bewegen. Hun niet-geïndividualiseerd bewustzijn heeft slechts de kwaliteit van
het element waar zij een onderdeel van zijn. Elk elementaal is een op zichzelf
staande en werkende ‘eenheid’. Binnen hun eigen element zijn zij echter wel ‘scheppend
en vormgevend’.
De kwaliteiten van de elementalen worden door de etherische subdimensies in de vaste ‘vormen’ gespiegeld. Het bereik van de elementalen wordt in de fysieke dimensie als volgt weergegeven:
1e etherische sublaag: laagste manifestatievorm
van ‘lucht’ elementalen;
2e etherische sublaag: laagste manifestatievorm van ‘vuur’ elementalen;
3e etherische sublaag: laagste manifestatievorm van ‘water’ elementalen;
4e etherische sublaag: laagste manifestatievorm van ‘aarde’ elementalen;
2e etherische sublaag: laagste manifestatievorm van ‘vuur’ elementalen;
3e etherische sublaag: laagste manifestatievorm van ‘water’ elementalen;
4e etherische sublaag: laagste manifestatievorm van ‘aarde’ elementalen;
Samengevat vormen de ‘elementalen’ de onderste schakel in de
reeks van creatieve hiërarchieën, die de schepping uitvoeren. De elementalen
zijn het ‘eindproduct’ van de omvormingen van de kosmische stof in de lagere
drie vormdimensies. De ‘engelen hiërarchieën’ sturen en vormen de elementalen
in de vier elementen. Overigens heeft elk van de vier etherische sublagen zijn eigen energiefrequentie (trillingsgetal), waarvan de eerste sublaag de hoogste en de vierde sublaag de laagste energiefrequentie vertegenwoordigt. De natuurlijke elementalen zijn derhalve de levende substantie
in de vier elementen en vormen ‘verticaal’ verbonden met het ‘goddelijk’ plan een
samenwerkend geheel.
Elementalen
Op grond van het feit dat de elementalen de levende ‘bouwstoffen’
vertegenwoordigen, die de elementen hun vorm en karakter geven, wordt deze
benaming tevens gebruikt voor al het elementaire leven dat in evolutionair
opzicht lager dan de mineralen staan. Niettemin zijn de mineralen zelf ook een
uitdrukkingsvorm van eindeloos veel elementale ‘bouwstoffen’ in een bepaald evolutionair
stadium van ontwikkeling. Hetzelfde geldt voor de planten in het plantenstadium
van hun evolutie op deze aarde. Wat ook voor het dierenrijk geldt. Dieren zijn
relatief gesproken hoog ontwikkelde elementale wezens, maar dan nog zonder
geïndividualiseerd bewustzijn. Hiërarchisch gezien heeft men eerst te maken met
de elementalen die ten grondslag liggen aan al het leven in de eerder genoemde
‘vormwerelden’, dan de elementalen die zich in het mineralenrijk manifesteren, dan
de elementalen in het plantenrijk, vervolgens de hoger ontwikkelde elementalen
die zich als dier manifesteren, gevolgd door de mens wiens verschijningsvorm de
‘vervolmaakte’ elementale bouwstoffen (pitri's) vertegenwoordigen. Het is echter goed om te weten dat ook ‘natuurgeesten’
elementalen zijn. Begrippen als ‘natuurgeesten en elementalen’ worden vaak door elkaar gebruikt, hetgeen overigens
terecht is. De benaming ‘natuurgeesten’ is meer het overkoepelende woord voor
al de elementaire ‘lichtwezens’, die in de vier etherische ‘sublagen’ van de fysieke
dimensie werkzaam zijn. Elementaire ‘lichtwezens’ in de betekenis van ‘feeën, elven,
gnomen, deva’s en al wat er meer voor namen aan gegeven worden. Al deze
‘etherische wezens’ zijn eveneens elementalen, die op een bepaald ‘ontwikkelingsniveau’
als boodschappers van de natuur werkzaam zijn. Zij werken in en door de natuur,
beschermen haar en proberen het natuurlijk evenwicht en de harmonie erin te
bewaren. Zij zorgen voor het contact met moeder Aarde en maken op ‘subtiele’
wijze de mens bewust van zijn aardse oorsprong. In het volgende verslag over de 'lichtsferen' in de vierde dimensie zal ook op de 'natuurgeesten' nader worden ingegaan.
Zo heeft ook elk levend wezen in de verschillende
natuurrijken inclusief het mensenrijk een ‘lichaamselementaal’, die een
combinatie is van de genoemde aarde-, water- en vuurelementalen. Deze
lichaamselementalen bevinden zich met uitzondering van de pitri's, welke als elementale 'bouwstoffen' ten grondslag liggen aan de grofstoffelijke verschijningsvorm, in de etherische
subdimensies waarvan de
elementkwaliteiten door de etherische subdimensies in de vaste ‘vormwereld’
worden ‘gespiegeld’. Maar de mens bestaat behalve uit het fysieke lichaam, ook nog
uit een etherisch lichaam dat als ‘levenslichaam’ ons in staat stelt te
bewegen, te voelen en te denken. In dit levenslichaam huist op subtielere
energieniveaus de lichaamselementalen die ons lichaam op ‘elementniveau’
onderhoudt en instant houdt. De natuurlijke elementalen vertegenwoordigen
zodoende de onderste schakel in het grote scheppingsproces, door wie de
elementkwaliteiten in ons lichaam nader tot uitdrukking wordt gebracht.
In de drie vormwerelden, van de 3e tot de 5e dimensie, bestaat er in elke dimensie een groot verschil tussen het ‘boven- en het ondergebied’. De bovengebieden bestaan uit een meer ‘voedende’ functie en in de ondergebieden trekt de energie zich meer samen en wordt de eigenlijke functie van de dimensie manifest. Anders gezegd: in de bovenste sublagen van elke dimensie overheerst de ‘elektrische’ voedende kwaliteit en in de onderste sublagen van elke dimensie overheerst de ‘magnetische’ kwaliteit. In deze onderste sublagen van elke dimensie vormen zich door de ‘magnetische’ werking de vaste structuren in de ‘vormdimensies’. In de onderste sublaag van de fysieke dimensie komt de werking van alle magnetische samentrekkingen samen en komt de Goddelijke ‘creatiestroom’ uiteindelijk tot de manifestatie van vaste gekristalliseerde vormen. In de bovenste helft van de fysieke dimensie dragen de vier ‘etherische’ sublagen de voeding voor alle levensvormen.
Sublagen in de 4e dimensie
Zo worden ook in de 4e astrale dimensie de
energieën in het bovengebied ‘aangetrokken’, vanuit de bovenliggende dimensies
en in het ondergebied ervan ‘samengetrokken’ tot de materie-energieën voor de
onderliggende fysieke dimensie. De fysieke dimensie is in de kern van de zaak
een ‘samentrekking’ van energie binnen de astrale dimensie en maakt hier wezenlijk deel van uit. De ‘aantrekking en
samentrekking’ van de astrale dimensie reikt dus verder dan haar eigen grenzen.
De 4e dimensie is een dimensie van ‘gevoelens, verlangens en
emoties’. De emoties spelen zich af in het ondergebied en de gevoelens in het
bovengebied van deze dimensie. Het onderbewustzijn werkt via de frequentie van
deze dimensie. In tegenstelling tot de vastere vormen in de fysieke dimensie is
in de 4e dimensie alles in ‘beweging’ en lijkt alles ‘vloeibaar’ te
zijn.
Sublagen in de 5e dimensie
De 5e mentale dimensie is eveneens onderverdeeld
in twee gebieden. In deze dimensie werkt de tweedeling tussen het boven- en
ondergebied uit, in het meer ‘abstract’ denken in het bovengebied en het meer
‘logisch’ denken in het ondergebied ervan. Deze twee gebieden staan in een
constante uitwisseling met elkaar. Het abstracte denken is meer het ‘voelend’
denken, denken waar geen bewust proces aan vooraf gaat. Het bovengebied wordt
daarom ook omschreven als het ‘causale’ gebied, waar onder andere onze
‘intuïtie en ons bewustzijn’ mee in verband staan. Daarentegen houdt ons
‘zelfbewustzijn’ zich meer vast aan het ‘mentale’ ondergebied van deze
dimensie, het gebied van het ‘logisch’ denken. Op het niveau van het ‘causale’
bovengebied bevinden zich alle ‘basispatronen’ voor alle nog te ontwikkelen
levensvormen, dat via ‘samentrekking’ van het mentale ondergebied, verder naar
de onderliggende ‘astrale’ dimensie ‘uitstraalt’.
De mens als ‘energetisch’ wezen
In het bovenstaande werd gesteld dat het 5e kosmische niveau de geometrisch geordende
‘energiematrix’ bevat, die alle basispatronen van alle levensvormen in zich
draagt. Of beter gesteld, een dimensie waarin alle ‘blauwdrukken’ voor alle
‘levensvormen’ reeds klaar liggen. Ook dit is bij het ‘incarnatieproces’ van de
mens het geval. Vanuit het bovengebied van het mentale niveau start het proces
van menselijke creatie, stapsgewijs door de verschillende sub niveaus van de
drie onderste ‘vormwerelden’, totdat het energetische ‘patroon’ van de menselijke
incarnatie ‘kristalliseert’ op het fijnstoffelijke niveau van het fysieke
gebied. Dit hele proces van ‘creatie’ wordt begeleid door wat men in
esoterische termen noemt: de ‘Engelen van Karma’. Het fysieke lichaam bestaat in essentie uit
energie, of beter gezegd energieën, die in het atomaire stelsel in de vorm van
elektronen, neutronen en protonen nader tot uitdrukking komen. Deze atomen zijn
voortdurend in beweging, onafgebroken actief en worden esoterisch beschouwd, de
belichamingen of manifestaties van onderliggende ‘levensatomen’ genoemd. Deze onderliggende
levensatomen of ook wel ‘permanente’ atomen genoemd, bezielen de fysieke atomen
van het menselijk lichaam tijdens het bestaan in de fysieke wereld. Elk van
deze permanente atomen is een kernfysisch ‘wezentje’ dat leeft, beweegt, groeit
en nooit stilstaat en zich in de loop van de ‘incarnatiecyclus’ geleidelijk aan
ontwikkelt naar een verheven bestemming en ten slotte ooit ‘goddelijk’ wordt.
Deze permanente atomen zijn van ‘stoffelijke, astrale en
mentale’ aard, waaromheen de energetische lichamen voor een nieuwe menselijke
incarnatie worden gevormd. De permanente atomen behouden het ‘trillingsgetal’
ofwel de energiefrequentie die het individu heeft bereikt op het moment van
overlijden. Als de persoon in kwestie grote (mentale) vooruitgang heeft
geboekt, zullen zijn of haar energetische lichamen in volgende incarnaties zich
verder verfijnen en zullen zij door de ‘magische’ werking van de ziel, steeds
meer stof aantrekken van atomaire aard. Zo gaan de ‘permanente atomen’
spiraalsgewijs naar steeds hogere energiefrequenties. Omdat een fysiek lichaam
‘stof’ aantrekt van een gelijk ‘trillingsgetal’, zal elke vooruitgang in elk
aards leven een verfijnder lichaam met een steeds hogere ‘trillingsfrequentie’
scheppen. De permanente atomen zijn dus ‘kernen’ die de atomaire deeltjes
aantrekken, waaruit eerst het ‘mentale, dan het astrale en vervolgens het
etherisch stoffelijk’ lichaam worden gevormd, waarna het grofstoffelijke
lichaam ‘condenseert’.
Pitri’s
Naast de permanente levensatomen is er echter ook sprake van lichaamselementalen in de betekenis van ‘maan- en zonnepritri’s’. Deze ‘maan- en zonne-pitri’s’ zijn de levende ‘bouwstoffen’ waaruit zowel het cellulaire menselijk lichaam als het geestelijk lichaam van de mens is opgebouwd. Zij spelen de belangrijkste rol in het ‘condensatieproces’ om tot de vorming van het grofstoffelijke lichaam te kunnen komen. Nu heeft de mens behalve het fysieke lichaam nog zeven energetische lichamen, waarvan vier lichamen op etherisch, astraal en mentaal niveau en drie geestelijke lichamen op ‘causaal’ niveau. De vier lagere energetische lichamen zijn opgebouwd uit ‘maan-pitri’s’ en voor de vorming van de causale geestelijke lichamen zijn de ‘zonne-pitri’s’ verantwoordelijk. Het pad van evolutie is evenwel het middel waardoor men beheersing krijgt over al deze natuurlijke elementalen. Zelfs het fysieke lichaam, dat zo solide en stoffelijk lijkt, is in wezen ‘verstoffelijkte of verdichte’ energie. Deze ‘verdichte’ energie is het uiteindelijke resultaat van de activiteit van de elementale pitri’s op het fysieke vlak.
Zilveren koordPitri’s
Naast de permanente levensatomen is er echter ook sprake van lichaamselementalen in de betekenis van ‘maan- en zonnepritri’s’. Deze ‘maan- en zonne-pitri’s’ zijn de levende ‘bouwstoffen’ waaruit zowel het cellulaire menselijk lichaam als het geestelijk lichaam van de mens is opgebouwd. Zij spelen de belangrijkste rol in het ‘condensatieproces’ om tot de vorming van het grofstoffelijke lichaam te kunnen komen. Nu heeft de mens behalve het fysieke lichaam nog zeven energetische lichamen, waarvan vier lichamen op etherisch, astraal en mentaal niveau en drie geestelijke lichamen op ‘causaal’ niveau. De vier lagere energetische lichamen zijn opgebouwd uit ‘maan-pitri’s’ en voor de vorming van de causale geestelijke lichamen zijn de ‘zonne-pitri’s’ verantwoordelijk. Het pad van evolutie is evenwel het middel waardoor men beheersing krijgt over al deze natuurlijke elementalen. Zelfs het fysieke lichaam, dat zo solide en stoffelijk lijkt, is in wezen ‘verstoffelijkte of verdichte’ energie. Deze ‘verdichte’ energie is het uiteindelijke resultaat van de activiteit van de elementale pitri’s op het fysieke vlak.
Het menselijk lichaam bevat behalve het permanente atoom en de elementale pitri's echter
nog een energetisch aspect en dat betreft het ‘zilveren koord’. Het zilveren
koord is een energetische ‘levensstroom of levensdraad’, dat als verbinding
fungeert tussen het hoogste goddelijke niveau in de kosmos en het 'hogere zelf' en van daar uit via de 'kruin', naar het ‘hartchakra’ in het fysieke lichaam. Dit ‘zilveren koord’ bepaalt hoeveel ‘goddelijke
energie of levensenergie’ er tot ons komt. Het ‘zilveren koord’ verbindt tevens
de ziel en haar lichaam met de drie genoemde permanente atomen. In dit ‘zilveren
koord’ is het bewustzijn ononderbroken, zodat wanneer het moment voor de ziel
daar is om opnieuw te ‘incarneren’, op magische wijze ‘deeltjes’ van gelijke
trilling worden aangetrokken, die zich rond de permanente atomen vormen. De permanente
atomen ‘trillen’ dan vooralsnog op het frequentieniveau van het vorige leven en
zijn doordrongen van het bewustzijn en de energetische trilling van de niveaus
van de atomen. Wanneer aan het eind van
een leven het ‘zilveren koord’ wordt verbroken, treedt de fysieke dood in. Bij
het ongeboren kind dat nog in de baarmoeder zit, wordt het kindje energetisch
nog ‘gevoed’ via het ‘zilveren koord’ van de moeder. Bij de eerste ademhaling
na de geboorte treedt ook direct het ‘zilveren koord’ van het kind meteen in
werking.