woensdag 27 februari 2013

De ‘Witte Broederschap’ deel 1


Voorwoord.

In alle voorgaande artikelen zit een bepaalde ‘opbouw’ in de ‘geesteswetenschappelijke’  uitleg van de artikelen. Een uitleg, die via dit ‘digitale medium’ wellicht voor sommigen een inspiratiebron zouden kunnen zijn, om zich nader in de esoterische literatuur te gaan verdiepen. De ‘opbouw’ van alle artikelen begint over het feit, dat alles in ons universum uit ‘energie’ bestaat en doormiddel van energie existeert. Vervolgens een uitleg over de ‘bron’ van al het leven, over reïncarnatie, over de ‘energetische’ lichamen van de mens, over karma, kosmische stralen, inwijdingsgraden, ons ‘multidimensionale’ universum, de ‘schepping’ in al zijn creaties, over het leven in het ‘hiernamaals’, over de dood, tot aan het ‘lijden, ziek zijn en sterven toe van de mens. De uitgangspunten van deze ‘geesteswetenschappelijke’ uitleg zijn in belangrijke mate terug te voeren naar de ‘Theosofische’ leer van Helena P. Blavatsky. Een leer die met ongeveer dezelfde intentie ook door Alice A. Bailey, Helena Roerich, Rudolf Steiner, Edgar Cayce, Jozef Rulof en de bijna ontelbare esoterische schrijvers daarna is verkondigd. Informatie die een ieder vanuit zijn eigen achtergrond en op elk zijn eigen karakteristieke wijze, maar met dezelfde intentie naar buiten heeft gebracht. Doch in de meeste van alle voorgaande artikelen klinkt in grote lijnen de stem door van de ‘Witte Broederschap’. Een 'Broederschap' in de orde van de Hiërarchie van Geestelijke Meesters. Maar wie is deze 'Broederschap' en waar bestaat zij uit? Daar tracht het onderstaande verhaal een antwoordt op te geven.

De betekenis van de Witte Broederschap.

De ‘Witte Broederschap’ is een broederschap van geestelijke Meesters, die uit duizenden bestaan en vanuit een collectief ‘bewustzijn’ werkzaam is voor de hele mensheid. De ‘Witte Broederschap’ vertegenwoordigt het ‘witte licht’ in de hoogste regionen van de Geestelijke Wereld, en daardoor ook aan dit ‘witte licht’ zijn naam ontleend. Zij vertegenwoordigen de ‘krachten’ die zowel de mogelijkheid  als de ‘energiefrequenties’ hebben om de mensheid in zijn totaliteit te bereiken. Zij hebben de taak op zich genomen om de mensheid te informeren over, en te begeleiden naar het ‘Aquariustijdperk’, een tijdperk waarvan de ‘overgang’ van het ene naar het andere tijdperk al voor de helft zijn doorgang heeft gevonden. En waarvan de totale overgang naar verwachting over drie tot vier honderd jaar volledig een feit zal zijn. Zodat de hele mensheid tegen die tijd volledig in het Aquariustijdperk zal existeren. De ‘Witte Broederschap’ is zoals gesteld een ‘collectief’ van krachten, die werkzaam voor de hele mensheid, samen werken met alle ‘hiërarchieën die rond de Aarde zijn geschaard. Tevens werken zij samen met al de ‘ krachten en frequenties’ rond degenen, die ooit als mens geïncarneerd waren of nog in de toekomst zullen incarneren. De geestelijke Meesters werken allemaal vanuit hun gezamenlijke ‘trillingsveld, aard en karakter’. Alhoewel zij in hun eigen geestelijke ontwikkeling, hun ‘ego bewustzijn’ reeds lang achter zich gelaten hebben, hebben zij ‘begrip, inzicht en liefde’ voor de hele mensheid en grote kennis van het ‘menselijk falen’ door de weg die zij zelf hebben afgelegd. De ‘Witte Broederschap’ staat niet zo ver van de mensheid af als men zou veronderstellen. Zij tracht de mensheid te informeren over wat hen te wachten staat in het komende Aquariustijdperk. Tevens proberen zij uitleg te geven over de geschiedenis van het ‘heelal’, over hoe deze vanuit ‘kosmische’ energieën is ontstaan en hoe deze energieën eeuwig zijn. Al deze informatie is geënt op het nieuwe Aquariustijdperk en wordt gegeven door ‘krachten’, die zowel naast de mens, als boven de mens existeren. De Wet van Karma, ‘oorzaak en gevolg’, is de grote drijfveer ter ontwikkeling van de mensheid, de Aarde en de Kosmos. De informatie van de ‘Witte Broederschap’ wordt wereldwijd door ontelbare esoterische groeperingen naar buiten gebracht.     

De Witte Broederschap.

Behalve dat de ‘Witte Broederschap’ zich in de hoogste regionen van de Geestelijke Wereld bevindt, is er ook een permanente verblijfplaats van de Geestelijke Hiërarchie op Aarde. Deze verblijfplaats is het mythische ‘Shamballa’, dat zich onzichtbaar voor de wereld, op de twee hoogste etherisch-stoffelijke niveaus bevindt in de Gobi-woestijn in Azië. Alleen de zeer hoog ontwikkelde geestelijke wezens (Meesters van Wijsheid) verblijven in dit ‘Shamballa’. Ongeveer 12000 jaar geleden kwam na de ondergang van het derde en laatste gedeelte van het continent Atlantis, een groep zeer hoog geëvolueerde wezens naar de Aarde om hier vanuit het ‘Shamballa’ direct voor de mens werkzaam te kunnen zijn. Dit was nodig om het noodzakelijke evenwicht te bereiken, dat de mensheid nodig had om het proces van evolutie voort te kunnen zetten. Daarnaast hebben de geestelijke ‘Meesters’ in het ‘Shamballa’ de mogelijkheid om vanuit het ‘etherisch-stoffelijk’ gebied, direct op het fysieke vlak binnen de mensheid werkzaam te kunnen zijn. Welke mogelijkheden vanuit het ‘collectief’ in de Geestelijke Wereld iets minder zijn. Overigens is er in de omgeving van ‘Shigatse’ in het Himalayagebergte in India nog een tweede uitgebreide locatie, waar geestelijke ‘Meesters’ eveneens binnen het etherisch-stoffelijk gebied hun verblijfsplaats hebben. Deze zeer hoog geëvolueerde geestelijke ‘Meesters’ onderscheiden zich in het algemeen door hun diepe wijsheid, enorme inzicht en onvoorwaardelijke liefde voor al het leven. Daardoor waren zij destijds ook zeer geschikt om na de ondergang van de Atlantische beschaving de zaden van ‘Licht, Liefde en Wijsheid’, in onze wereld te planten en voort te kunnen zetten. En blijven zij ook om dezelfde reden hun werkzaamheden op Aarde voor altijd verrichten.

Zij overzien alles vanuit het ‘wereldkarma’.

En zo bestaat al duizenden jaren het collectief van de ‘Witte Broederschap’ zowel ‘boven als beneden’. Deze uiterst ‘wijze, intelligente en androgyne krachten’, zijn in staat om het ‘karma’ van de wereld in zijn geheel te overzien. Om bepaalde ‘verbindingen’ de juiste impulsen te geven en zo mogelijk bij te sturen. En waar mogelijk de wereld vorm te geven, doch altijd met het respect voor de ‘vrije wil’ van de mens. De ‘Witte Broederschap’ heeft voortdurend de mogelijkheid om bepaalde processen bij te sturen, of iets af te laten remmen. Sommige, ook huidige processen werken niet altijd even goed in de wereld. Vanuit menselijk standpunt wordt dan al gauw gezegd, dat het fout is en het niet mee zit. Maar vanuit het perspectief van het ‘wereldkarma’, kan het juist nodig zijn om het proces dat gaande is even af te remmen. Of om bepaalde ontwikkelingen even tegen te houden. In feite wat minder doorgang te geven, waardoor het later op het juiste moment wel uitkomt. Waardoor er een gerede kans bestaat dat bepaalde processen zich dan wel ten goede zullen keren. De ‘Witte Broederschap’ ziet voortdurend vanuit het ‘wereldkarma’ de mogelijke knelpunten en problemen die er wereldwijd ontstaan. Die sturen zij indien noodzakelijk en binnen de mogelijkheden die zij zelf hebben zo goed mogelijk bij, maar altijd met inachtneming van de ‘vrije wil’ van de mens. Overigens zal men de mens nooit om zijn handelswijze veroordelen. Men laat de mens altijd vrij in wat men kiest. Inmiddels is gebleken dat de mens tot meer in staat is dan men ooit had gedacht. Deze kennis en mogelijkheden zijn door de Geestelijke Wereld ‘inspiratief’ op de juiste wijze en op het juiste moment naar de Aarde gebracht. Eerst nog voorzichtig via mensen die vanuit hun ‘dogmatisch denken en beperkte inzichten’ hun informatie brachten, later via grote denkers en grote ‘geesten’, die aan hun inzichten geen dogmatisch denken verbonden. En zo schrijdt de mensheid voort in zijn kennis en ontwikkeling en sluit uiteindelijk alles aan op het nieuwe tijdperk dat voor ons staat.  

Kansen in de nieuwe tijd.

De mens van nu heeft de kans en kan deze kansen ook waarnemen om het nieuwe Aquariustijdperk voor de komende eeuwen tot een succes te maken, of om juist het ‘negatief’ daarvan te laten doorstromen in de nieuwe tijd. De ‘Witte Broederschap’ zal er alles aan doen om vanuit hun mogelijkheden, het nieuwe tijdperk ‘energetisch’ ten volle te laten werken op Aarde. De krachten van de nieuwe tijd zijn met name die van: ‘individuele vrijheid en van directe spiritualiteit’. Spiritualiteit waarin de intuïtie wordt gevoed door de ‘krachten’ en de begeleidende intelligenties van elk individu. Maar het individu zelf houdt in welk tijdperk dan ook het middel van de vrije keuze. De ‘dualiteit’ zal daarentegen altijd op Aarde blijven bestaan, omdat er zonder enige vorm van ‘wrijving’ geen vooruitgang mogelijk is. Doch door verschuiving van ‘yin en yang’ energieën bij de mens, zal men zien dat de mens in de toekomst meer open zal staan voor het ‘licht’, dan dat het tegenwoordig nog het geval is. De mens wordt in de toekomst ontvankelijker voor het ‘licht’ en dat werkt door in de intuïtie, in het gevoel. Tevens naar meer begrip omtrent de kosmische ‘hiërarchieën’ die er existeren en de geestelijke mogelijkheden die men heeft om hieruit te kunnen putten. Doch de mensen die in de nieuwe tijd zullen leven, zullen bewust moeten worden gemaakt van hun mogelijkheden. Dat dit alles via de weg der geleidelijkheid zal verlopen, zal voor een ieder wel duidelijk zijn. Tegelijkertijd moet men beseffen dat men in een controverse leeft, dat men ‘botst’ met bestaande energievelden die momenteel op Aarde nog sterk van invloed zijn. Energieën, sommigen van lang vervlogen tijden, die veel negativiteit bevatten en veel disharmonie veroorzaken. De confrontatie met deze energieën maakt het de mens van tegenwoordig moeilijk. Maar het is daarnaast een gegeven dat men vanuit het positieve, iets van ‘licht’ in zich kan laten stromen en daardoor een en ander op zou kunnen ruimen. De negatieve velden die gemiddeld genomen ‘over geconditioneerd’ zijn in het geestelijk wezen van de mens, zijn energieën die de mens door het strenge ‘keurslijf en het veelal religieus dogmatische denken’, waarin men in eerdere levens mee te maken had nu in de weg blijven staan. Van daaruit is het begrijpelijk dat men in de huidige tijd van ‘verlichting’, waarin men door ‘individualisering en vrijheid van denken’ op zichzelf teruggeworpen wordt, op grote tegenstellingen stuit in deze wereld. Maar juist deze zaken maken het de mens nu moeilijk om op de juiste manier zijn weg te kunnen vinden. Doch een en ander heeft een ‘karmische’ achtergrond, waarvan de negatieve energie, door zoveel mogelijke ‘positiviteit’ opgelost dient te worden.

De wijze waarop de Witte Broederschap zich manifesteert.

Het is voor de gemiddelde mens moeilijk voor te stellen, dat er vanuit de hoogste regionen in de ‘kosmische hiërarchie’ daadwerkelijk contact gemaakt kan worden. En dat er kennis, inzicht en wijsheid vanuit de kosmos naar de mens overgedragen kan worden. Weinigen kunnen zich een voorstelling maken van de mogelijkheden, die er in de kosmos aanwezig zijn om de mens te bereiken. Een veel gebruikt middel waarvoor vaak gekozen wordt, is het ‘trancemediumschap’ en de spirituele groepering die zich vaak rond een dergelijk medium geschaard heeft. Dit gebeurt  wereldwijd bij honderden van dergelijke groeperingen. Maar ook met individuele mediums wordt er indien mogelijk contact gemaakt. Hetzelfde gebeurt via ‘inspiratie’ bij spiritueel ingestelde ‘hoog gevoelige’ personen. De kennis overgedragen vanuit de hoogste regionen van het ‘licht’, wordt zodanig gebracht dat zij voor iedereen te begrijpen is en aansluit op de gedachten van de mensheid. En wel zodanig dat zij ook gehoor weet te vinden, waardoor de mensheid zich geestelijk kan ‘verheffen’. De ‘Witte Broederschap’ probeert zoveel mogelijk diegenen te benaderen, die zich ook daadwerkelijk interesseert voor esoterische kennis en geesteswetenschap. Daarnaast probeert de ‘Witte Broederschap’ kennis en inzicht te geven over het verleden. Niet zozeer omwille van de geschiedenis, maar om te laten zien op welke wijze deze is ontstaan vanuit de energieën die ‘kosmisch’ en eeuwig zijn. De ‘Broederschap’ tracht inzicht te geven in het eeuwig ‘kosmische’ beeld van de mensheid door de geschiedenis heen. En wel op een zodanige wijze uitgelegd, dat deze kennis de mogelijkheid biedt de toekomst te zien op de manier zoals de ‘kosmos’ dat ziet. En aan welke wetten van de ‘kosmos’ de mensheid verbonden is en op welke wijze met deze informatie omgegaan dient te worden. Al deze informatie geënt op het komende Aquariustijdperk wordt gegeven door ‘krachten’, die zowel naast als boven de mens staan. Zoals ‘zwaartekracht’ aan een wet gehoorzaamt, zo gehoorzamen de ‘hiërarchische’ wetten aan de goddelijke kracht. De ‘Witte Broederschap’ vertegenwoordigt de energieën, die in hun frequenties de mogelijkheden hebben om de mens waar dan ook te kunnen bereiken.

Ook werkt de ‘Witte Broederschap’ zoals eerder vermeld samen met alle ‘krachten’, die ooit op Aarde als mens hun levens hebben gehad of in de toekomst nog zullen krijgen. De ‘Witte Broederschap’ kent zowel de toekomst van de Aarde als de toekomst van de Kosmos. De gehele toekomst van de Aarde en van de Kosmos mag en kan men niet verstrekken, aangaande het ‘evolutieproces’ dat de mens door moet maken. Niettemin probeert de ‘Witte Broederschap’ de mens te inspireren om de weg op te gaan die ‘kosmisch’ bedoeld is. Opdat de Aarde zich kan ontwikkelen in haar verworvenheid, zoals dat bedoeld is vanuit het ‘karma’ van de mensheid, de Aarde en de Kosmos. ‘Oorzaak en gevolg’ is  de grote drijfveer die de mensheid, de Aarde en de Kosmos laten ontwikkelen, totdat deze in de zeer verre toekomst zodanig ontwikkeld is, dat hij weer terug mag gaan naar zijn grote ‘kosmische’ inademing.   



Inspiratie: Par Lanto. Alice A. Bailey. Het internet.

        

 

  

       

woensdag 20 februari 2013

Lijden, ziek zijn en sterven. Derde deel



Wat vooraf ging.

Lijden, we  hebben er allemaal vroeg of laat mee te maken. Soms al heel vroeg, wanneer we in onze jeugd bijvoorbeeld niet de liefde en aandacht hebben gehad, die ieder kind zo dringend nodig heeft om later een gelukkig en evenwichtig leven te kunnen leiden. Soms komt lijden pas heel laat, als na een goed en gelukkig leven de oude dag met allerlei gebreken komt en ons mooie leven ineens verandert in een scenario van een eindeloos ziekbed. Of nog erger, voor sommigen een ziekbed met ondragelijk en uitzichtloos lijden. En al die jaren tussen jeugd en ouderdom kunnen ons allerlei vormen van lijden overkomen: ‘ongelukken, depressies, ruzie, tegenslagen op het werk, overlijden van dierbaren, ernstige ziektes, etc., etc. Maar gelukkig is er naast leed ook veel lichamelijk en geestelijk welzijn. Geen enkel leven is alleen maar ‘kommer en kwel’ en ook geen enkel leven verloopt altijd maar ‘rimpelloos’. Maar soms lijkt het allemaal zo oneerlijk verdeeld. Doch soms praten we onszelf ook wel lijden aan. Een oud spreekwoord zegt: ‘de mens lijdt vaak het meest door het lijden dat hij vreest en dat uiteindelijk niet op komt dagen. Zo heeft hij meer te dragen dan God te dragen geeft’. Maar wat betekent lijden eigenlijk nog meer?

Sedatieve pijnbestrijding om het lijden te verzachten.

Grijpt men door toepassing van sedatieve (pijnstillend) middelen ook in op het ‘levenskarma’ van de persoon in kwestie, is een vraag die sommigen zichzelf stellen? Het antwoordt is complex en in feite voor meerdere uitleg vatbaar. Velen zijn destijds in de Geestelijke Wereld bewust betrokken geweest bij de keuze van hun incarnatie op Aarde. Wanneer de mens zijn keuze van incarnatie als een strikt ‘natuurlijk’ gegeven ziet, iets dat hoort bij de natuur zoals alle wezens natuurlijke wezens zijn, zou men kunnen zeggen dat al het kunstmatig ingrijpen in welke vorm dan ook onnatuurlijk is.  Doch de mens die vanuit zijn rationele denken veel technische mogelijkheden heeft ontwikkeld, om het leven te verlengen of te verkorten, draagt daardoor ook de verantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheid voor medisch ingrijpen in welke vorm dan ook ligt bij de mens zelf.  Uiteindelijk leidt alles tot ‘oorzaak en gevolg’. Wanneer een bepaalde ziekte is ontstaan, is deze ook ‘karmisch’ vastgelegd. Of deze ziekte nu erfelijk is, door een ongeval gekomen, of door een verkeerde levenshouding is ontstaan, alles heeft een ‘oorzaak en gevolg’. Wat dat betreft zou het ‘levenskarma’ tot het einde toe ‘doorleefd’ moeten worden. Maar wanneer men een groot deel van het ‘karma’ heeft doorleefd en de laatste stap tijdens de fase van het lijden niet, dan ligt het geheel aan de verantwoordelijkheid van de mens, die ‘karmisch’ in het leven ingrijpt.  In dat opzicht heeft alles een ‘oorzaak en gevolg’. In die zin zou men de ‘karmische’ angst voor pijn in een volgend leven bijvoorbeeld weer tegen kunnen komen. Men zou ook de ‘karmische’ angst voor de dood in een volgend leven weer tegen kunnen komen, om daarmee te leren omgaan. Dit alles niet als straf, maar allemaal in de vorm van geestelijke ervaring. Tenslotte brengen alle handelingen ‘oorzaken en gevolgen’ met zich mee. De Geestelijke Wereld zelf oordeelt of veroordeeld hier nooit over. Slechts de mens is  verantwoordelijk voor alles wat hij doet.

Lijden door gemis aan ‘levenskwaliteit’.

Bij veel ouderen op leeftijd ontbreekt vaak de ‘wil en de zin’ om te leven, vanwege het  gemis aan ‘levenskwaliteit’. Wat betekent dit esoterisch voor degenen die dit moeten ondergaan? Niemand ontkomt er echter aan dat men bij het ouder worden fysiek wat minder wordt, dat de lichamelijke energie geleidelijk in kracht af zal nemen. Daarentegen neemt de ‘geestelijke energie’ bij het ouder worden, deels door levenservaring, kennis en inzicht en deels doordat men in rustiger vaarwateren komt, vaak wel toe. Het gevoel fysiek min of meer ‘weg te kwijnen’ is bij hogere leeftijd een natuurlijk proces, waardoor juist het ‘licht’ vaak in kracht toe kan nemen en men esoterisch gezien, een steeds betere verbinding wordt tussen het ‘licht, de materie en de aarde’. Uiteindelijk zal men dan na het overlijden  gemakkelijker over kunnen gaan naar het ‘licht’. Wanneer men daarentegen nog in de ‘kracht van het leven’ plotseling wordt weggerukt, door een ongeval of wat dan ook, dan zal het energetisch veld (aura) van de betrokkene nog zoveel levenskracht bezitten, dat er vaak nog lange tijd een ‘etherisch dubbel’(schil) van de persoon in kwestie zich op Aarde blijft manifesteren. Dit omdat er op natuurlijke wijze geen ‘tweede dood’ plaats heeft kunnen vinden en de ziel zich niet op een normale wijze uit het leven terug heeft kunnen trekken. Als men dan later op een bekende plaats van de overledene vertoeft, zal men deze onder bepaalde omstandigheden vaak nog waar kunnen nemen als ‘geestverschijning’. Doch wanneer men oud geworden is en langzamerhand de ‘levensenergie’ opgesoupeerd heeft, dan zal bij een natuurlijk overlijden de ziel op een normale manier het lichaam kunnen verlaten, waardoor er van een achtergebleven ‘schil’ niet of nauwelijks sprake hoeft te zijn. Tenzij de persoon in kwestie te ‘grofstoffelijk en te aard gebonden’ is, zodat er op een normale manier geen ‘tweede dood’ plaats heeft kunnen vinden. Maar het natuurlijk proces van overlijden is een proces, zoals dat bedoeld is voor de mens om over te kunnen gaan naar het ‘licht’. Daar hoort nu eenmaal het fysiek minder worden en het zogenaamde gevoel van gemis aan ‘levenskwaliteit’ bij, dit als een natuurlijk gegeven van het ouder worden. Doch door de vaak nog sterk aanwezige ‘levenskracht’, zou dan op een meer immateriële wijze invulling aan het leven gegeven moeten worden.      

Het sterven.

Een ieder zal ooit door de lichamelijke toestand waarin men komt te verkeren, moeten accepteren dat men vroeg of laat het leven weer zal moeten verlaten. Moeten accepteren dat men weer terug zal moeten gaan naar de ‘bron’ van waaruit men geestelijk vandaan gekomen is en men fysiek weer één zal zijn met de aarde. Wanneer men niet begrepen heeft dat men in dit leven in ‘geestelijke’ zin zich verder kon ontwikkelen, om daarna mentaal ‘verrijkt’ weer terug te kunnen keren naar de wereld vanwaar men ooit gekomen is, dan zal men zich steeds verder willen hechten aan het leven en zich nog vaster willen grijpen in de materie. Dan wil men onder alle omstandigheden blijven leven, ook al heeft men een zeer respectabele leeftijd bereikt. Dit is de fout die velen maken, die weigeren het leven los te willen laten. Zogenaamd ‘positief’ te willen denken als mogelijkheid om nog langer te blijven leven, zich daardoor nog vaster te willen grijpen in de materie, is in wezen nooit echt positief. Het heeft een negatieve bijbedoeling. Maar om zich positief op het ‘innerlijk’ te richten en te accepteren dat het leven een ‘leerschool’ is en dat aan alles een einde komt, is uiteindelijk wel positief. Om zich van daaruit te richten op een voortzetting van het leven, maar dan op een andere manier en in een meer ‘geestelijke’ hoedanigheid. Zich daarnaast ook positief te richten naar een toekomst van de mensheid, waarin de mensheid zichzelf een kans mag geven om in vrede en harmonie met elkaar te kunnen leven, is een waarlijke positieve levenshouding. Een positieve levenshouding die men de mensheid en de wereld  van harte gunt, maar waar men aan het einde van het leven zelf niet meer aan deel zal kunnen nemen. Dat is de positiviteit die gericht is op de energie van het komende ‘Aquarius’ tijdperk, waarin wij inmiddels al zijn binnengetreden en een nieuw ‘Goddelijk’ plan voor de mensheid zich geleidelijk aan zal openbaren. De mens die zich echter flexibel opstelt en zich in vertrouwen over geeft aan dat wat komen gaat, zal ook het eigen leven met een gerust hart ‘los kunnen laten’ en de ‘geestelijke’ toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien.

Begeleiding in de terminale fase.

Wanneer een persoon bij het sterven begeleid wordt door iemand die bekend is met het esoterisch gedachtegoed, dan zou het mooi zijn als de stervende door ‘spiritueel inzicht’ getroost zou kunnen worden in zijn of haar lijden. Evenzo ook de directe nabestaanden. Men kan de betrokkenen inlichten over het te verwachten ‘weerzien’ met verwanten die zijn voorgegaan, over de dood als een ‘geboorte’ in de kosmos en vanuit het esoterisch principe  laten inzien, dat de dood beslist geen einde is maar een nieuw begin. Men kan vertellen dat  ook na de dood er tot op zekere hoogte nog een verbinding met dierbaren kan blijven bestaan, door naderhand veel ‘liefde en licht’ te zenden en te laten voelen dat men het beste met hen voor heeft en de nabestaanden zeker niet zal vergeten. Men kan de stervende vertellen, de dood niet als een onrecht te ervaren, maar door te accepteren dat de dood nu eenmaal bij het leven hoort en dat er na de dood weer nieuwe ‘kansen’ voor verdere geestelijke ontwikkeling gecreëerd zullen worden. Maar vooral de stervende te laten inzien het tastbare op Aarde los te laten en te laten begrijpen, dat het geestelijk leven in ‘licht en vreugde’ verder kan gaan. Te laten begrijpen dat er altijd een verbinding van ‘liefde’ blijft bestaan met degenen op Aarde waar men een oprechte band mee had. En dat men dat met ‘warmte en liefde’ kan laten voelen.

Elkaar beloftes doen voor na de dood.

Als een ‘geest’ eenmaal in het ‘licht’ is opgenomen, dan zal hij of zij geen haat, rancune, boosheid, verdriet of emoties van welke aard dan ook nog gaan vertonen. In het ‘licht’ is men eenmaal ontdaan van alle ‘aardse’ beperkingen, tekortkomingen en van al die zaken waar men zich in het voorbije leven zoal mee bezig hield. Men zal dan gaan begrijpen waarom bepaalde beloftes of afspraken, die men op ‘aards’ niveau heeft gedaan, vanuit het ‘licht’ niet nagekomen kunnen worden. Men zal inzien dat bepaalde voornemens of afspraken van nabestaanden, die door omstandigheden niet nageleefd kunnen worden, vanuit het ‘licht’ altijd vergeven zullen worden. Beloften, afspraken of voornemens, die op ‘aards’ niveau gegeven zijn, hebben in de ‘kosmos’ geen enkele betekenis. Op ‘aards’ niveau maakt men afspraken met het verstand en het inzicht dat men op dat moment heeft. Doch vanuit ‘kosmische’ wetmatigheid gelden er andere ‘richtlijnen’, die niet te vergelijken zijn met de rationele opvattingen die men er eerder op na hield. Zo zal bijvoorbeeld de belofte om altijd het graf van een dierbare schoon en mooi verzorgd te houden, vanuit de ‘kosmos’ weinig betekenis hebben, ook niet als men dat niet zou doen. Men zal juist het gevoel van vergeving aan de persoon willen schenken die het nalaat, enkel om duidelijk te maken dat men ‘kosmisch’ gezien aan dit soort zaken geen waarde hecht. Materiële vormen en beloftes, of het nu over erfeniskwesties gaat of over andere materiële zaken in welke vorm dan ook, kennen in de ‘kosmos’ geen enkele waarde. Veelal wegen zaken als haat en nijd, teleurstelling, jaloezie, pijn en verdriet en al wat dies meer zij, zwaar op de schouders van de  nabestaanden. Nabestaanden die nodeloos lijden aan een gevoel van schuld ten opzichte van de overledene, terwijl de geest van de overledene als ‘lichtwezen’ allang en breed afstand heeft genomen van al deze ‘aardse’ zaken en zich vanuit het ‘licht’ hier beslist niet mee bezig zal houden. Daarentegen zullen slechts ‘liefde, medeleven en vergeving’ de immateriële zaken zijn, die een ‘lichtwezen’ ten alle tijden als ‘gevoel’ aan de nabestaanden over zal proberen te brengen.         

De houding van nabestaanden ten aanzien van overledenen.

Vanzelfsprekend zal de verbinding die men voelt naar een overleden dierbare, als plezierig  ervaren worden als men in gedachten het gevoel uitzendt, dat het hem goed mag gaan. Als men vraagt om het juiste te doen en om het juiste inzicht te krijgen in bepaalde keuzes, dan zal het ‘lichtwezen’ daar zeker aan mee gaan werken. Het is zeker niet zo dat wanneer iemand overleden is, hoe dierbaar men deze persoon ook heeft gehad, men voor de geliefde nabestaande het leven kan bepalen. Doch bepaalde hulp kan wel geboden worden, wanneer men zelf in staat is goed naar de intuïtie te luisteren en de impulsen vanuit de kosmos, vanuit het ‘lichtwezen’ goed op te kunnen vangen. Maar men moet het aardse leven en alles daarom heen wel zelf leven en realiseren. Men kan vanuit de kosmos het leven van een nabestaande niet ‘sturen’, hoe goed het contact destijds ook is geweest. Men zal hoe dan ook het eigen leven zelf moet leven en men blijft zelf verantwoordelijk voor de keuzes die men in het leven maakt.   

Wat is de betekenis van de ‘windvlaag’ die sommigen bij een stervensproces ervaren.

De zogenaamde tocht, windvlaag of het plotselinge temperatuur verschil die men soms bij een stervende voelt, heeft te maken met het veranderen van het energieveld van de persoon in kwestie en het verplaatsen van energieën rond de stervende. De verschuiving van energiefrequentie kan men ook voelen in temperatuurwisseling, energieprikkels of door lichte ‘tintelingen’ op de huid, als een geestelijke entiteit een bezoek brengt aan u. Hetzelfde kan gebeuren doordat men plotseling het idee heeft ‘spinrag of een spinnetje’ op het voorhoofd of op de huid te voelen, dit zogenaamde ‘spinning’ is eveneens een signaal van een geestelijke ‘groet’ bij een bezoek aan u. Ook klopgeluiden in de vorm van korte felle tikjes tegen ‘glas, een lamp, hout, metaal of een aanwezig elektrisch apparaat’, de zogenaamde ‘rappings’ kunnen signalen zijn van een bezoek aan nabestaanden op aarde. Dezelfde energiefrequenties vinden dus ook plaats als begeleidende ‘intelligenties’ zich aan iemand verbinden die stervende is, waardoor hij of zij als ‘bewuste’ geest over geholpen kan worden naar de geestelijke ‘sfeer’ waarin hij of zij thuishoort. De plotselinge verschuiving of verplaatsing van energie betekent, dat het een bevestiging is van het vrijkomen van het energieveld (elektromagnetisch veld) van de persoon in kwestie. En het begeleiden van krachten om de betrokkene het transformatieproces naar de geestelijke dimensies goed te  kunnen laten ondergaan. 

De geestelijke invloed van het rouwproces op de overleden dierbare.

Wanneer iemand op normale wijze ‘over’ is gegaan en door de ‘tunnel van licht’ opgenomen is in de geestelijke dimensie, zal een overleden dierbare er bewust voor kiezen om nog even contact te willen hebben met nabestaanden die erg aan het rouwen zijn, of met degenen waar men een sterke band mee had. Of men kiest voor deze ‘verbinding’, ligt in de opdracht wel of geen verbinding te willen maken. Of er een ‘opdracht’ is de nabestaanden duidelijk te willen maken dat het met de ‘overledene’ goed gaat, gelukkig is en door wil geven in het ‘licht’ te verkeren, ligt nadrukkelijk bij de overledene zelf. Tenzij iemand sterk ‘aard gebonden’ is, zal aan een overledene die tot het ‘licht’ behoort, dit enkele malen worden toegestaan. Maar niet vaker dan twee of drie maal, omdat de overledene tenslotte in zijn eigen ‘sfeer’ opgenomen dient te worden en zijn eigen geestelijke ontwikkeling aan moet gaan. De overledene die iemand achter moet laten, zal als geest die over is gegaan naar het ‘licht’, zich uiteindelijk niet door de emoties van nabestaanden laten bepalen. De nabestaande zal niet kunnen verwachten of kunnen eisen, dat de persoon die men intens heeft liefgehad, vaak terug zal komen of contact zal maken. Men zal als nabestaande in die zin geen invloed op de overledene uit kunnen oefenen. De overleden geest is altijd vrij om zelf te kunnen kiezen. Daarentegen zal een sterk ‘aard gebonden’ geest, die zich sterk aan de materie blijft binden, wel regelmatig door rouwenden worden aangetrokken. Een verbinding met nabestaanden, die mogelijk wel kwalijke gevolgen kan hebben voor de overledene zelf en voor degene die de overledene blijft aantrekken door zijn of haar verdriet. Weliswaar is het voor de mens normaal dat als iemand sterft dat men dan verdriet heeft. Maar als dit verdriet ontaardt in een willen vasthouden zonder te begrijpen, dat ook een geest een eigen weg moet gaan en zijn ‘kosmische’ plek mag hebben, dan zal dit verdriet buiten alle proporties kunnen ‘groeien’. Daardoor dienen beiden elkaar in negatieve zin en verbinden beiden zich zodanig, dat zij elkaar kunnen schaden in hun eigen ontwikkeling.   



Inspiratie: Par Lanto. Maitreya's missie, Benjamin Creme. Het internet. 

 

zaterdag 16 februari 2013

Lijden, ziek zijn en sterven deel 2

Wat vooraf ging.

Lijden, we  hebben er allemaal vroeg of laat mee te maken. Soms al heel vroeg, wanneer we in onze jeugd bijvoorbeeld niet de liefde en aandacht hebben gehad, die ieder kind zo dringend nodig heeft om later een gelukkig en evenwichtig leven te kunnen leiden. Soms komt lijden pas heel laat, als na een goed en gelukkig leven de oude dag met allerlei gebreken komt en ons mooie leven ineens verandert in een scenario van een eindeloos ziekbed. Of nog erger, voor sommigen een ziekbed met ondragelijk en uitzichtloos lijden. En al die jaren tussen jeugd en ouderdom kunnen ons allerlei vormen van lijden overkomen: ‘ongelukken, depressies, ruzie, tegenslagen op het werk, overlijden van dierbaren, ernstige ziektes, etc., etc. Maar gelukkig is er naast leed ook veel lichamelijk en geestelijk welzijn. Geen enkel leven is alleen maar ‘kommer en kwel’ en ook geen enkel leven verloopt altijd maar ‘rimpelloos’. Maar soms lijkt het allemaal zo oneerlijk verdeeld. Doch soms praten we onszelf ook wel lijden aan. Een oud spreekwoord zegt: ‘de mens lijdt vaak het meest door het lijden dat hij vreest en dat uiteindelijk niet op komt dagen. Zo heeft hij meer te dragen dan God te dragen geeft’. Maar wat betekent lijden eigenlijk nog meer?

Ongemerkt komt alles vanuit de geest.

Hoe moeilijk het ook te begrijpen is, hoe moeilijk het ook te bevatten is, maar uiteindelijk komen alle ziektes, al het lijden vanuit de geest. Alles loopt via de wet van ‘Karma’ en heeft te maken met de keuzes die de persoon in dit leven, of in een vorig leven gemaakt heeft. In die zin is ‘karma’ geen straf, maar is ‘karma’ een oorzaak en gevolg. De oorzaken die de persoon zich ooit heeft gesteld, zullen vanzelf gevolgen hebben. Zo ook het lijden of ziektes van welke aard dan ook, het fysieke lichaam is de laatste vorm van ‘manifestatie’ waarin een en ander zich openbaart, doch de oorzaak komt vanuit de geest. Zelfs ongelukken die de mens overkomen kan, ook al herkent men dat niet, kunnen in feite vanuit de geest zijn ontstaan. Ook indien men steeds weer geconfronteerd wordt met fysiek leed, is er toch ergens een mogelijkheid in de geest ontstaan om dit toe te laten of via de wet van ‘Magnetisme’ naar zich toe te trekken. De geest kan echter maken dat het niet gebeurt. Alles wat uit harmonie is, zal disharmonie tot zich trekken en zal zodoende voor ziekte of storingen kunnen zorgen. Dan is het goed om bijvoorbeeld door ‘contemplatie en concentratie’ te zien waar men uit harmonie is geraakt. Te zien wat er zoal stoort in het leven, ook die kleine dingen waaraan men zich zo vaak stoorde of ergerde en waarvoor men eigenlijk niet de moeite nam om het te veranderen. Juist dit soort kleine ergernissen die zo onbelangrijk schijnen, sluipen zo in het leven dat ze uiteindelijk verweven lijken met het leven zelf, dat men denkt dat dit eigen is. Men heeft de ergernissen volledig geaccepteerd en zo als eigen ervaren, dat de ergernissen uiteindelijk ziektes kunnen veroorzaken. Zelfs zodanig dat in het uiterste geval zelfs de dood er op kan volgen. Het betekent dat het goed is om steeds bij jezelf te kijken. Wat stoort mij zo, wie stoort mij zo en wat is niet in mijzelf in harmonie? Wat is het dat niet bij mij past? Als men goed en bewust naar zichzelf kijkt, naar wat steeds weer in het leven als storend element optreedt, wat steeds weer het gevoel geeft, dit moet ik niet doen maar je doet het toch uit gemakzucht, dan zijn dit elementen waar men bewust naar moet kijken en kan veranderen. Al dit soort storingen of ergernissen kunnen naar veel grotere gevolgen leiden. Kijk er bewust naar en probeer ze te veranderen. Er zijn altijd wel kleine zaken die regelmatig opduiken en waar men aan voorbij gaat. Maar die wel ergernissen veroorzaken. Probeer ze te onderkennen en te veranderen, tenslotte gaat het om het geestelijk welbevinden van jezelf en vaak ook dat van anderen.

Lijden door eenzaamheid.

Velen leven in eenzaamheid en lijden daaronder. Door scheiding of verlies. Door partnerverlies en dat de kinderen al het huis uit zijn, of dat er nooit een partner in het leven is geweest en dat het gemis van een partner uiteindelijk begint ‘op te breken’. Of door andere oorzaken waardoor iemand zich blijvend eenzaam en in ‘de steek gelaten’ voelt. Sommigen lijden hier daadwerkelijk onder en voelen zich op de één of andere manier verlaten van alles en iedereen, met zwaarmoedigheid of depressies als gevolg. Meestal, men kan niet generaliseren, is het zo dat wanneer de mens zich steeds alleen gelaten voelt, door de omgeving op zichzelf teruggeworpen wordt, het veelal een ‘karmische’ les is, een karmische les van leren inzien in zichzelf. Leren om vanuit zichzelf te handelen en niet te wachten tot anderen voor hem of haar beslissen. Maar het is ook een les om de ‘verwachtingspatronen’ niet op de buitenwereld te richten, maar vanuit zichzelf ‘verwachtingspatronen’ te stellen. Van zichzelf te eisen bepaalde doelen na te streven, steeds met het oog op het innerlijk en niet op het uiterlijk der dingen. Zodanig, dat de mens zich realiseert wat men werkelijk wil, waar men werkelijk voor staat, wat men niet meer wil en hoe men zich wil verhouden naar de buitenwereld. Doch steeds met het oog op het innerlijk gericht. Dat als men zich steeds weer eenzaam en alleen gelaten voelt, men toch weet dat men in feite niet de enige is en dat er mogelijk velen met hen zijn, die zich bekommeren om hun eigen lot. Ieder mens is in feite de persoon die het zelf in het leven moet leren, de eigen ‘karmische’ opdracht draagt en de verantwoordelijkheid voor zichzelf heeft. En toch is het zo dat in essentie geen mens alleen gelaten is. Altijd is er de geestelijke verbinding, voor velen ongrijpbaar en onzichtbaar, met de eigen ‘gids’ of geestelijke verwanten die men heeft, met de krachten die er zijn op momenten dat men zich alleen en eenzaam voelt.

En als men dan niet het oog richt op de buitenwereld die men zo mist, maar het oog richt op het innerlijk wezen, op de krachten die men om zich heen zou kunnen ervaren, dan beseft men dat men niet alleen op de wereld is. Men zal de geestelijke energie om zich heen kunnen ervaren, indien men zich er voor openstelt. Als men vol vertrouwen stappen naar de Geestelijke Wereld zet, dan zetten zij die stappen wederzijds. Geen mens is in essentie alleen, ieder mens is telepathisch verbonden met zijn of haar tweelingziel en alle mensen hebben een geestelijk levensbegeleider (gids), een ‘lichtwezen’ dat hem of haar levenslang begeleidt. De eenzame gevoelens komen vaak omdat men zich zo zeer op de buitenwereld richt, dat men zichzelf daarin verliest. Het innerlijk zijn is dat wat men werkelijk kan verwachten. Het is beter om er de tijd voor te nemen om naar zichzelf te kijken, om zichzelf te leren kennen en de eigen gevoelens na te gaan. Waarom leeft men, wat wilt men daadwerkelijk en wat zijn de werkelijke verlangens?  Neem er de tijd voor om het ‘innerlijk’ nader te ontdekken en men zal merken dat het gevoel van eenzaamheid minder wordt en men meer met tevredenheid naar zichzelf kijkt.

Gevangen in een verkeerd lichaam.

Er zijn mensen die lijden aan het feit dat zij qua geslacht in een verkeerd lichaam terecht zijn gekomen en daarom via medisch ingrijpen van geslacht willen veranderen. De oorzaak van de ‘zielsverwisseling’ is niet eenduidig en kan van geval tot geval verschillen, maar heeft doorgaans wel bij een ieder een ‘karmische’ achtergrond. Zoals eerder bij ‘Tweelingzielen’ vermeld, ligt aan elk menselijk individu een ‘mannelijk en een vrouwelijk’ aspect ten grondslag. Door tweedeling van de ‘Monade’ (Godsvonk) waarbij de ene helft van de ‘Monade’ met een mannelijk aspect en de andere helft met een vrouwelijk aspect werd bekleed, incarneerde de beide ‘Monadehelften’ gelijktijdig op Aarde. Waarna zij elk in een aparte evolutielijn hun levens in de ‘incarnatiecyclus’ begonnen. Er is dus na splitsing van de ‘Monade’ een mannelijke en vrouwelijke ‘levenslijn’ gecreëerd, twee ‘zielenhelften’ die al of niet samen hun incarnatiecyclus doorlopen. De duur van de incarnatiecyclus neemt al naar gelang de ‘geestelijke vorderingen’ die men maakt, vaak duizenden levens in beslag. In beginsel doorloopt de één een mannelijke incarnatielijn in de levenscyclus en de ander een vrouwelijke incarnatielijn. Doch voor beide incarnatielijnen geldt dat zij beiden af en toe eens wisselen van geslacht in hun vele levens op Aarde. Dit om op een evenwichtige manier zowel de vrouwelijke als de mannelijke kanten (Yin en Yang aspecten) in hun geaardheid tot ontwikkeling te kunnen brengen. Maar de grondslag vormt dus bij de één een mannelijke en bij de ander een vrouwelijke ‘levenslijn’. Doch bij het af en toe wisselen van geslacht gaat het soms niet helemaal op de manier zoals het wellicht de bedoeling was geweest.

Ongetwijfeld zal een nog te sterke associatie met de eigen mannelijke of vrouwelijke ‘incarnatielijn’ hier een doorslaggevende rol in kunnen spelen. Maar vaak is wel bij de incarnatie vanuit het levensprogramma, bewust gekozen voor de vorm van ‘geestelijke’ groei waarmee de persoon in kwestie in dit leven mee te maken heeft. Een keuze die zorgdraagt voor deze levenservaring. De mens die problemen heeft met zijn geslacht en seksualiteit, is de persoon die hier vanuit ‘karmische‘ redenen mee om moet leren gaan. Het is een fysiek probleem dat geestelijk ‘doorleefd’ moet worden. De mens die bij de incarnatie kiest voor een bepaald leven, kiest ook voor zijn geslacht en geaardheid. Iets wat hoort bij de Aardse leerschool. De mogelijkheid die tegenwoordig echter bestaat om het lichaam te kunnen laten veranderen in het andere geslacht, is in wezen een ingrijpen in het levenskarma. De totale verantwoordelijkheid voor de keuze is voor de persoon zelf en tegelijkertijd voor de keuze die de artsen hierdoor maken. Niet zelden is het in deze gevallen zo, dat men in een vorig leven al duidelijk problemen heeft gehad rond seksualiteit of seksuele geaardheid. Gevoelens die men in dat leven sterk onderdrukt heeft of zelfs heeft veracht. Karmisch gezien zou men in dit leven juist door een bepaalde ‘doorleving’ van het eigen geslacht tot nader inzicht kunnen komen om deze diepere gevoelens te ervaren en te veranderen. De vaak ingrijpende operaties die door de geslachtsverandering tot stand worden gebracht, vertegenwoordigen echter een zodanige ‘doorleving’ van het oude karma, dat daarmee het ‘karma’ zeer goed mogelijk ingelost zou kunnen worden. Is dat echter niet het geval, dan zou men in een volgend leven weer met soortgelijke situaties geconfronteerd kunnen worden. Totdat uiteindelijk de energie van het oude ‘karma’ in evenwicht is gebracht.

Het lijden op zich.      

Zou men van het lijden iets kunnen leren, is een vraag die sommigen zichzelf stellen? Het antwoordt is evenwel ontkennend. De mens hoeft niet te lijden om te leren. De mens hanteert graag de tegenstelling, ‘negatief tegenover positief’ en wat men daaruit kan leren. Doch de tegenstelling ligt ten grondslag aan het leven zelf, juist daardoor leert zij. Alles in het leven is dualiteit. De tegenstelling op zich is een leerschool, doch de mens ervaart dit in bepaalde situaties als lijden en meent vaak dat het juist moet lijden om te leren. Doch men moet van niemand, men legt zichzelf dit lijden op omdat men op deze wijze wil verklaren, waarom men in een tegenstelling die zoveel pijn doet, leeft. Men ziet het vaak als een straf, als een schuld, als een straf van God, dat men daarom zo moet lijden en daarvan kennelijk moet leren. Doch deze stelling heeft niets te maken met de wet van ‘oorzaak en gevolg’. Men leert door tegenstelling en niet door het lijden op zich. Aan lijden op zich kan echter wel ‘oorzaak en gevolg’ ten grondslag liggen. Een en ander heeft vaak te maken met de keuzes die men zelf in het verleden getroffen heeft. Keuzes die tot bepaalde ziektes geleid kunnen hebben. Het nut van bepaalde ziektes, het nut van lijden is in feite dat men juist in het proces zelf en in de diepte van het ‘zijn’, in zijn totaliteit op een bepaald moment tot inzicht komt en dat van daaruit mogelijk verbetering of genezing plaats kan vinden. Juist door vervlakking en medicatie of andere mogelijkheden, geeft men de persoon in kwestie niet altijd de kans op genezing.  In deel 3 van deze serie zal op dit onderwerp verder in worden gegaan.



Inspiratie: Par Lanto. Maitreya's missie, Benjamin Creme. Het internet.

 

 

zondag 10 februari 2013

Lijden, ziek zijn en sterven deel 1

Lijden.

Lijden, we  hebben er allemaal vroeg of laat mee te maken. Soms al heel vroeg, wanneer we in onze jeugd bijvoorbeeld niet de liefde en aandacht hebben gehad, die ieder kind zo dringend nodig heeft om later een gelukkig en evenwichtig leven te kunnen leiden. Soms komt lijden pas heel laat, als na een goed en gelukkig leven de oude dag met allerlei gebreken komt en ons mooie leven ineens verandert in een scenario van een eindeloos ziekbed. Of nog erger, voor sommigen een ziekbed met ondragelijk en uitzichtloos lijden. En al die jaren tussen jeugd en ouderdom kunnen ons allerlei vormen van lijden overkomen: ‘ongelukken, depressies, ruzie, tegenslagen op het werk, overlijden van dierbaren, ernstige ziektes, etc., etc. Maar gelukkig is er naast leed ook veel lichamelijk en geestelijk welzijn. Geen enkel leven is alleen maar ‘kommer en kwel’ en ook geen enkel leven verloopt altijd maar ‘rimpelloos’. Maar soms lijkt het allemaal zo oneerlijk verdeeld. Doch soms praten we onszelf ook wel lijden aan. Een oud spreekwoord zegt: ‘de mens lijdt vaak het meest door het lijden dat hij vreest en dat uiteindelijk niet op komt dagen. Zo heeft hij meer te dragen dan God te dragen geeft’. Maar wat betekent lijden eigenlijk nog meer?

Lijden in het algemeen.

Vrij vertaald is ‘lijden’ het ondergaan van smart en ellende. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen ‘psychisch en lichamelijk’ lijden. Het lijden op zich kan sterk variëren in intensiteit en tijdsduur en is een herkenbare ervaring voor veel mensen. Bij lichamelijk lijden kan er sprake zijn van wonden, breuken en andere kwalen in het lichaam. Lichamelijke gezondheidszorg probeert dit lijden te verlichten. Bij geestelijk of psychisch lijden is er doorgaans geen aanwijsbare lichamelijke oorzaak. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om ‘angsten en depressiviteit’. Sommigen denken dat dit lijden niet reëel kan zijn, wat echter onjuist is. Psychisch lijden kan in sommige opzichten zelfs zwaarder zijn dan lichamelijk lijden. Het gaat bij psychisch lijden vaak om mensen die met medicatie min of meer kunnen functioneren, maar die niet verder kunnen en willen leven, omdat zij ondanks alle reeds doorgemaakte therapieën hun bestaan uitzichtloos vinden. Daarnaast zijn er velen die de steeds terugkerende ‘depressies en psychoses’ met angst en beven tegemoet zien. Of zich realiseren dat zij daardoor minder dan een ‘schaduw’ zijn van wat zij vroeger waren.

Bij lichamelijke lijden kan er sprake zijn van verschillende soorten ziektes. De ene lichamelijke ziekte openbaart zich hoofdzakelijk door pijn, bij de andere ziekte lijdt men voornamelijk door verdriet en smart, die door de lichamelijke ziekte wordt veroorzaakt. En in andere gevallen zijn er combinaties van deze twee. Doch lichamelijke ziektes veroorzaken dikwijls pijn, omdat het nu eenmaal lichamelijk is. Daarbij kan de pijn erg toenemen door innerlijk verdriet of emotioneel lijden. Zo kan het resultaat verergeren of kan het later misschien weer verminderen. Het omgaan met lichamelijke ziektes, wordt namelijk voor een belangrijk deel bepaald, door de innerlijke staat van de persoon zelf. Als men alleen is en zonder zorg, dan kan het lijden al heel snel ondragelijk worden en neemt men vaak zijn toevlucht tot sterke medicijnen. Als er daarentegen sprake is van een liefdevolle, zorgzame omgeving, dan kan de betrokkene zijn lijden over het algemeen beter verdragen.

De keuzes die wij maken tijdens ziektes of terminale omstandigheden, de middelen die wij nodig hebben om de pijn en onrust te kunnen verdragen, worden voor een belangrijk deel bepaald door onze innerlijke staat. Daarnaast de invloed van onze omgeving en het geloof en vertrouwen dat wij hebben. Het zou belangrijk zijn om tijdens ons gezonde leven ons al te verdiepen in, hoe wij in een laatste fase van ons leven een betere innerlijke balans op kunnen bouwen. En hoe een bepaalde levensovertuiging, kennis of bepaalde technieken ons daarbij kunnen helpen. Met andere woorden, in de laatste fase van ons leven is zeker nog veel mogelijk, maar wellicht is het verstandiger om ons gedurende het leven al voldoende voor te bereiden op de laatste fase van ons leven. Dat mensen in het ene geval een ziekte goed kunnen verdragen en in een ander geval veel sedatie en pijnbestrijding nodig hebben, is van veel factoren afhankelijk. Men moet in elk geval doen wat nodig is om de geest van de zieke zo rustig en vredig mogelijk te stemmen. Oordelen of bepaalde middelen wel of niet zijn toegestaan is dan niet aan ons. Wat voor de één goed is, zegt niets over de ander. 

Lijden vanuit de voornaamste levensovertuigingen.

In het Christendom neemt het lijden een grote plaats in. Het lijden van Jezus is daarbij het grote voorbeeld. Door zijn lijden, dood en opstanding heeft hij zowel het lijden als het kwaad (de zonde) van de wereld overwonnen. Het Nieuwe Testament maakt daarin een verschil tussen lichamelijk en geestelijk lijden. Jezus genas weliswaar de zieken, maar de nadruk van zijn werk lag op de verlossing van het geestelijk lijden. Bij christenen is Gods ‘liefde’ sterker dan het lijden. Bij christenen moet men altijd solidair zijn met de lijdende medemens en is God daarbij een bron van ‘hoop, kracht en steun’. Volgens het boeddhisme ligt de oorsprong van het lijden in ‘begeerten en hunkeringen’. In het Boeddhisme wordt de term ‘drukkha’ gebruikt voor het lijden. Volgens het boeddhisme is het mogelijk een einde aan het lijden te maken en is dit ook het voornaamste doel van de Boeddha. De boeddhistische lering van de ‘Vier Nobele Waarheden’ gaat over het lijden, de oorzaak van het lijden, het einde aan het lijden en het ‘pad naar het einde van het lijden’. Voor de hindoes is lijden de uitwerking van Karma en heeft dat gevolgen op de levenswijze van de mens. Het lijden is volgens hen een gevolg van een verkeerde levenswijze in dit of het vorige leven. De verlossing van het lijden zal komen door meditatie en door je plicht te doen tegenover je eigen klasse of bevolkingsgroep. In de Islam heeft lijden een plaats in het ‘plan van Allah’. De wil van Allah, de zonde en zijn ondoorgrondelijkheid zijn de oorzaak van al het lijden. Om het lijden te doen verzachten moet men geduldig zijn en moet men zich onderwerpen aan de wil van Allah. Allah is hierbij de Heer over ‘leven en dood’.    
 
Lijden en ziek zijn volgens de esoterische lering.

Vanuit esoterische gezichtspunt beschouwd, ligt aan elke ziekte en aan elk fysiek of geestelijk lijden een ‘oorzaak en een gevolg’ ten grondslag. Een oorzaak en een gevolg dat als ‘levenskarma’ ten grondslag ligt aan elk leven. Oorzaken en gevolgen die vaak niet alleen in het huidige leven te vinden zijn, maar zelfs uit vorige levens afkomstig kunnen zijn. Of vanuit de genen door ouders of voorouders is overgedragen. Als een bepaalde ziekte zich manifesteert, kunnen daar dus verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen. Veel ziektes komen uit de geest en kunnen het gevolg zijn van de manier waarop men met het leven heeft geleid, maar ook de erfelijke belasting, de zogenaamde ‘zwakke’ plaatsen in het lichaam kunnen in dat opzicht bepalend zijn. Vaak heeft men hiervoor gekozen bij de incarnatie in het huidige leven. Men wist in de meeste gevallen bij het incarneren, welke mogelijkheden het fysieke leven te bieden had. Het grote probleem is echter dat veel mensen niet meer bewust weten, welke keuze men voor de incarnatie heeft gemaakt en kunnen het daardoor ook moeilijk begrijpen. Maar zoals gezegd, kan een bepaalde manier van leven een ziekte ten gevolge hebben. Dat is duidelijk waarneembaar bij degenen die  een zeer ongezond leven hebben geleid, maar vaak moeilijk te begrijpen bij een ziekte die door een ‘erfelijke belasting’ is doorgegeven. En zeker moeilijk te begrijpen dat men in de meeste gevallen al vanuit de incarnatie voor de ‘oorzaak en gevolgen’ in dit leven gekozen heeft. Een keuze om uit deze ziekte een bepaalde ‘lering’ te kunnen trekken waardoor men zich, of nog in het huidige of in een volgend leven, zich geestelijk verder kan ontwikkelen.

Ziek zijn.

Doch een ziekte moet men niet als ‘straf’ ervaren, ziek worden is een normaal verschijnsel. Ziek zijn is in essentie het gevolg van ‘disharmonie’ tussen lichaam en geest. De mens schept haar ziekte veelal zelf en heeft in feite de ziekte nodig als ‘spiegel’. Door een ziekte kan de mens zien waar zij uit harmonie is geraakt. Doch veel mensen ervaren een ziekte als ‘straf’, als iets wat men zo gauw mogelijk weer kwijt moet raken, om weer verder te kunnen gaan. Maar juist daar ligt vaak een ‘vicieuze cirkel van ziek zijn en nog zieker worden’ verscholen. Men zou zich juist af moeten vragen, waarom heb ik deze ziekte en wat kan ik ervan leren? Kan ik het accepteren, kan ik met mijn ziekte leren omgaan? Kan ik geestelijk inzicht verkrijgen om juist te zien hoe ik mijn ziekte kan gebruiken om andere elementen die ik nog heb, verder te kunnen ontwikkelen? Kan men indien men aan bed is gekluisterd, juist door de stilte in zichzelf tot een bepaald inzicht komen? Kan men, juist doordat men niet in staat is bepaalde dingen te doen die men gewend was, inzien wat men nog wel kan en op welke terreinen men nog iets kan doorleven? Doch men kan ook van wat minder ingrijpende ziektebeelden, een inzicht krijgen waarom men uit harmonie is geraakt en hoe men weer in harmonie kan komen. Ziekte is zoals gezegd disharmonie en disharmonie kan voeren naar nog meer disharmonie in de geestesgesteldheid, wat zijn invloed heeft op het fysieke lichaam. Doch indien men tijdig inzicht krijgt in het ziektebeeld, kan men ook vaak instaat zijn disharmonie te gebruiken om weer in harmonie te komen. Ziekte is nooit een straf, niet van God, niet van mens naar mens, ziekte is een feit en betreft eenvoudig de ‘karmische’ wet van ‘oorzaak en gevolg’. De gevolgen dienen als ‘leerschool’ en wil de betrokkene iets duidelijk maken. Als men de ziekte begrijpt, kan men vaak tot inzicht komen over datgene wat het ‘geestelijk’ wil zeggen.

Ziekten vanuit de geest.

Veel mensen kunnen aan allerlei ziekten lijden die voortkomen uit de geest. Te denken valt aan allerlei vormen van fobieën, dwangneurosen, psychosen, depressies en welke  stoornissen dan ook, die in de psyché van de mens voor kunnen komen. In de meeste gevallen ligt aan de ziektebeelden een bepaalde mate van ‘angst’ ten grondslag. Deze angsten manifesteren zich op verschillende niveaus. Hetgeen echter een complex gegeven is, aangezien niet alle ziekten uit het huidige leven voort hoeven te komen. Het kan zijn dat een bepaalde ziekte vanaf de geboorte al ‘karmisch’ bepaald was,  waardoor men de mogelijkheid krijgt ‘angsten’ in het huidige leven te ‘doorleven’ en over een bepaald proces dat in een vorig leven heeft plaatsgevonden, in dit leven controle te kunnen krijgen. Indien deze ‘angsten’ door verkeerde keuzes die men maakt versterkt worden, dan zal de ‘antikracht’ die overal en voortdurend aanwezig is, hier zeker zijn invloed in laten gelden. De ‘antikracht’ zal zorgen dat deze angsten zich zullen versterken, waardoor zij zich nog meer aan de angst zullen verbinden en daardoor de betrokkene in zijn geestelijk welbevinden in gaan ‘kapselen’ en in bezit willen nemen. Zoals gezegd, ligt angst vaak ten grondslag aan het ziektebeeld en komen uit deze angsten, gelieerd aan negatieve krachtvelden, verbindingen tot stand die weer andere ziektebeelden op kunnen roepen. Juist het inzicht in een bepaalde stoornis, kan maken dat men de angst die erachter schuil gaat, kan herkennen en van daaruit een genezingsproces op gang kan brengen, om juist de angst te definiëren en de betrokkene te leren omgaan met deze angsten. Maar niet altijd zal men voor deze angsten een basis in het huidige leven kunnen vinden. Soms zal men deze angsten moeten vinden doormiddel van  ‘regressietherapie’, door terug schouw in een vorig leven van de betrokken persoon. Mogelijk is het om juist op deze wijze angsten op te lossen of te herkennen en de betrokkene op deze manier een leidraad te geven, hoe men het beste met de angsten om kan gaan. Veel heeft te maken vanuit welke ‘verbindingen’ er bepaalde ‘krachten’ zijn ontstaan, hoe bepaalde angsten daarvan het gevolg zijn en hoe de geestelijke geaardheid van de persoon in kwestie in elkaar steekt.  

Het genezingsproces ligt dus zoveel mogelijk in het feit om inzicht in het ziektebeeld te kunnen geven, waar ‘angsten’ op gefundeerd zijn en hoe men het beste met deze angsten om kan gaan. Het laten zien dat juist door deze angsten mensen in staat kunnen zijn, bewust of onbewust contact te leggen met die krachtvelden om hen heen, die in negatieve zin als geestelijke krachten werken. Deze geestelijke krachten zijn zeer realistisch en worden ook zeer realistisch door de persoon in kwestie beleefd. Deze krachten hebben soms gedaanten zoals ze horen bij de angst die fundamenteel ten grondslag ligt. Sterke angst voor vuur zou het gevolg kunnen hebben dat men op een bepaalde manier ook met krachten in aanraking kan komen, die met het element vuur te maken hebben. Hetzelfde geldt voor verdrinkingsangst. Angst voor sterven zou tot gevolg kunnen hebben, dat men krachten oproept die contact vanuit hun energieveld kunnen hebben, met alles wat met het element sterven te maken heeft. Zo zullen verschillende krachtvelden zich ook op verschillende wijze manifesteren, behorend bij de persoon die deze angst in kwestie heeft. In deel 2 zal verder op deze onderwerpen in worden gegaan.


Zie voor een deel van de gepubliceerde verhalen tevens de website:
www.alles-is-liefde.nl


Inspiratie: Par Lanto. Steve Rother. Benjamin Creme. Het internet.