dinsdag 26 maart 2013

De weg die wij met zijn allen te gaan hebben.


De energie van Aquarius.

De energie van het reeds binnentredende tijdperk ‘Aquarius’ maakt, dat de wereld geleidelijk tot ‘verheffing’ komt en dat steeds meer mensen inzien dat ‘strijd’ niets oplost. Dat vergelding met vergelding geen uitkomst biedt en dat uiteindelijk de ‘verheffing’ zit in het samengaan, in het samen delen en in de ‘Eenheid’ der volkeren. Ook de grote wereldmachten zullen zien dat strijd te kostbaar is om maar voortdurend te blijven financieren. Kleinere landen proberen in de wereld mee te spelen om de macht, zullen mogelijk dreigen met oorlog en strijd, maar ook hun politiek zal uiteindelijk falen. Uiteindelijk komt de wereld in grote lijnen steeds meer tot een vorm van democratie. Een vorm van democratie, die geleidelijk zal veranderen in een meer evenwichtiger en rechtvaardiger vorm dan die thans nog opgeld doet. Elke stem zal in de toekomst meer gehoord worden, waarbij elke stem op onderdelen wordt samengevoegd tot een eerlijker verdeling van mogelijkheden en van partijpolitieke programma’s. De politiek zal veranderen, de wereld zal veranderen, grootmachten zullen veranderen. De leefwijze zal veranderen, een leefwijze waarbij de mensheid haar leefstijl meer in gaat richten met echte overtuiging, zonder speciaal een politiek forum te gebruiken om de religie te kunnen uiten. Geleidelijk aan wordt de mens steeds meer zelfverantwoordelijk. Juist doordat de democratie, de politiek en de religie een andere vorm krijgt, wordt de mens steeds meer op zichzelf teruggeworpen. De mens moet steeds meer voor zichzelf zorgen en op een bewustere manier keuzes maken. Dat is in grote lijnen de energie van Aquarius: ‘eigen verantwoordelijkheid, vrijheid, onafhankelijkheid en meer zelfredzaamheid’.  Daarnaast zal het nieuwe tijdperk het tijdperk zijn van, ‘vernieuwing, van bewustwording, van intuïtie en empathie, van rechtvaardigheid en van evenwicht en harmonie’.  

Eenheid in verscheidenheid.

De mensheid zal langzaamaan tot het begrip moeten komen dat wij met zijn allen tot één grote groep behoren die ‘mensheid’ heet, dat er niets is in de hele ‘kosmos’ wat van ons afgescheiden is en dat alles  verbonden is met al het andere, zowel materieel als immaterieel. Dat er niets zonder reden existeert en dat alles, zowel in ons fysieke bestaan als in de hele kosmos een relatie met elkaar heeft. We zullen geleidelijk aan in dit besef van ‘samensmelting en vermenging’ gaan groeien, naarmate de invloed van ‘synthese’, afkomstig van de energie van ‘Aquarius’ toe gaat nemen. Dat is het wezen van de energieën van ‘Aquarius’. Deze energieën werken alleen doormiddel van groepen en niet individueel. Individualiteit zal evenwel niet verdwijnen maar meer in dienst van de groep worden gesteld. De Aquariusenergie zorgt voor ‘eenheid en synthese’ van de som van alle individuele delen met elkaar. Het gaat er niet om de afzonderlijke delen of de onderlinge verschillen te laten verdwijnen. Integendeel daarvan, het gaat er om het grootste aantal verschillende, individuele delen samen te voegen tot een vorm van Eenheid. Een ‘Eenheid in verscheidenheid’. Alle groepen zullen in de nieuwe tijd ernaar moeten streven een Eenheid met elkaar tot stand te brengen, in het besef dat alles met elkaar samenhangt. In de tijd voor ons zullen steeds meer mensen op de ‘Aquariusenergieën’ gaan reageren, zich bewust worden van de aard van ‘wedijver’, die verdeeldheid zaait en blijmoedig de gewoonte van samenwerking aan gaan leren. Zo zal de wereld door bereidwillige handen getransformeerd worden en zal de wereld opnieuw ‘gesmeed’ worden. Aquarius staat voor Eenheid en via haar geschenk van samenwerking zal die Eenheid geleidelijk aan zichtbaar worden. De hoedanigheid van de energie van Aquarius is tevens die van Synthese. Synthese vermengt en versmelt afzonderlijke zienswijzen tot één geheel. Zo ontstaat ‘Eenheid in verscheidenheid’.

Wanneer de mens ook de Kosmos en zichzelf als Eén ziet, worden alle dingen mogelijk. Wij moeten onszelf als Eén zien en tevens één met de Kosmos. Dat er geen verschil is tussen ons en de Kosmos en dat we wezenlijk verbonden zijn met elk ander wezen op Aarde en met alles wat zich op Aarde bevindt en in het heelal. Dat de atomaire structuur waaruit wij bestaan, ook de structuur is dat alles vormt van wat we in de hele kosmos kunnen zien. En dat er daarom ook louter Eenheid bestaat. Daarom zal dit verlangen naar Eenheid, deze vereniging van groepen, deze groepsinspanning ook het streven worden in de nieuwe tijd. Het Aquariustijdperk zal het tijdperk worden van het groepsgebeuren, waarbij de activiteiten zullen worden uitgebreid tot de hele wereld samenwerkt, voor de uitdrukking van de fundamentele ‘Eenheid’ van alles in onze wereld.

Een tijd van verandering.  

Bijna zonder uitzondering maken vrijwel alle landen van de wereld diepgaande veranderingen door, zowel intern als in relatie tot elkaar. Dit proces is het directe gevolg van de ‘energetische’ stimulans die de planeet tegenwoordig als geheel doordringt, wat uiteindelijk zal leiden tot een volledige transformatie van de bestaande structuren. Het bespoedigen van deze veranderingen komt in essentie voort uit ons ‘eigen verlangen en onze eigen wens’, maar de spanningen zijn op dit moment zo groot dat men voorzichtig te werk moet gaan. Hier of daar te veel druk kan rampzalige gevolgen hebben voor grote delen van de wereld.  Behoedzaamheid is derhalve geboden en de veranderingen moeten ordelijk  verlopen of er zou hier en daar ‘chaos’ kunnen ontstaan. Velen zijn bang voor veranderingen en zien de ineenstorting van het oude, als een groot verlies van de geliefde vertrouwde structuren. Velen verzetten zich tegen deze veranderingen als een bedreiging van hun verworven rechten en aanzien. Velen verwarren de gewettigde aspiratie van volkeren naar ‘vrijheid en rechtvaardigheid’ als een vorm van anarchie van binnenuit, van een uitholling van bestaande, volgens hun opvatting ‘rechtvaardige’ systemen. Tegelijkertijd zijn er degenen die het liefst alles zouden willen wegvagen, van wat de mensheid ooit aan ‘schoonheid en waarheid’ heeft vergaard. Ongeduldig uitziend naar nieuwe structuren, zien zij de noodzaak over het hoofd van geleidelijke vooruitgang en doen zij veel wat van waarde is af als behorend tot het verleden. Derhalve is het belangrijk een koers te varen tussen deze twee uitersten. Men dient te streven naar een geordende verandering met een minimum aan scheuring en verwijdering. Veel van wat er tegenwoordig gebeurt behoort tot het ‘wereldkarma’ en zal uiteindelijk uitmonden in een betere en rechtvaardiger wereld.  Om de wereld beter en rechtvaardiger te maken is het van primair belang, dat in de noden van de behoeftigen wordt voorzien. Met andere woorden: ‘daar waar de nood het hoogste is, zowel in eigen land als in derde wereld landen of waar er ook nood mogen zijn’. Alle veranderingen wordt voorafgegaan door spanning en spanningen zorgen voor angst. Maar voor angst is geen plaats in het hart, dat aangespoord wordt door waarachtige dienstbaarheid en onbaatzuchtige liefde. Wapen daarom met dienstbaarheid en zie de toekomst, hoe moeilijk het hier en daar ook mogen zijn, met vreugde en positivisme tegemoet!.

Rechtvaardigheid.   

Rechtvaardigheid is een natuurlijk gegeven en geldt voor iedereen. De mate van wetteloosheid in een bepaalde periode valt af te meten aan het niveau van onrechtvaardigheid in de wereld. Momenteel achtervolgt onrechtvaardigheid de armen en de verdrukten aan alle kanten. Wettelijk gezien betreft rechtvaardigheid het terrein van maatschappelijke regels, van misdaad en straf, maar in diepste wezen heeft rechtvaardigheid te maken met een natuurlijk recht dat voor iedereen geldt, een recht dat  leidt naar harmonie en de juiste verhoudingen in een samenleving. Elk onrecht hoe klein ook verstoort de harmonie van het geheel. Momenteel heerst in elk land op zoveel gebieden onrechtvaardigheid, dat er buitengewone maatregelen vereist zijn om totale chaos te voorkomen. Over de hele wereld worstelen velen om zich te bevrijden van eeuwenlange onrechtvaardigheid, uitbuiting en tirannie, om eindelijk het juk af te werpen dat hun voorouders droegen. Thans wordt de stem van het eigen ‘geweten’ steeds meer gehoord. Het eigen ‘geweten’ dat bij een ieder het onderscheidt maakt tussen ‘goed en kwaad’. Overal staan woordvoerders op voor de ‘kansarmen en de berooiden’. Hoe kunnen er verschillende werelden en verschillende opvattingen bestaan? Terwijl de wereld Eén is met elkaar? Hoe kan er verdeeldheid zijn, terwijl de wet van ‘rechtvaardigheid’ dezelfde is voor alle mensen op de wereld?. Op termijn zullen de mensen gaan begrijpen dat het leed van velen, de ‘ziekte’ is van het geheel en dat alleen ‘rechtvaardigheid’ geluk voor iedereen kan betekenen.

Er zijn kennelijk maar weinigen die daadwerkelijk willen weten wat ‘rechtvaardigheid’ in essentie inhoudt, waardoor ‘rechtvaardigheid’ tot dusver nog nooit op wereldschaal is bereikt. Sommigen hebben in enige mate gerechtigheid bereikt, ‘vakbonden hebben gevochten voor gerechtigheid in hun bedrijfstak, mensen hebben gevochten voor zowel  politieke- als economische rechtvaardigheid’.  De meeste mensen strijden naar het schijnt al eeuwen voor rechtvaardigheid, want het is het belangrijkste denkbeeld in het denken van de mensheid. Op hun beste en hoogste momenten weten de meeste mensen ‘instinctief’ dat de bedoeling van het leven is, de juiste verhoudingen tot stand te brengen. Sommigen worden sterk aangestuurd en gemotiveerd door onrechtvaardigheid. Andere lijden lange tijd onder onrechtvaardigheid voordat ze uiteindelijk tot actie overgaan. Maar iedereen niemand uitgesloten, verlangt in de kern van zijn wezen naar gerechtigheid. Rechtvaardigheid wordt, net als liefde gezien als een uitdrukking van de aard van ons diepste wezen. Er is maar één rechtvaardigheid, één liefde, één vrijheid en dat is waar uiteindelijk alle mensen naar verlangen. In essentie zijn alle mensen Eén, ongeacht kleur, ras of gezindte en de overvloed die er nu nog slechts in bepaalde delen van de wereld heerst, behoort een ieder toe. Alleen rechtvaardigheid en het ‘samen kunnen delen’ van de overvloed op de wereld, biedt hoop voor de mensheid. Alleen rechtvaardigheid, gesmeed uit het ‘samen kunnen delen’, zal een einde kunnen maken van de gesel van ‘oorlog en terreur’. Wanneer de mensen dit beseffen, zullen zij de uitdaging aan kunnen gaan en de vele problemen die ons nu vrees aanjagen, één voor één aan kunnen pakken.    



Inspiratie: Par Lanto. Share Nederland. Het internet.    

     

 

woensdag 20 maart 2013

Kinderen. Deel 3


 Verandering.

Niemand zal nog ontkennen dat de Aarde enorm aan het veranderen is. Krachten veranderen, levensvormen veranderen en de planeet verandert. Er vinden duidelijke klimatologische veranderingen plaats. Er vinden grote natuurrampen plaats door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en door overstromingen. Langdurige droogte bedreigt continenten en er wordt veel honger geleden. Om nog maar te zwijgen over de vele oorlogen en gewelddadige conflicten die er overal op de wereld zijn. Dagelijks verschijnen hierover berichten in de media. Allemaal veranderingen die nog nooit zo heftig zijn geweest in zo’n relatief kort tijdsbestek. In deze tijd van verandering is de mens geïncarneerd en niet zonder reden. De meeste mensen zijn geïncarneerd in de tijd waarvan ze perse deel uit wilden maken of om karmische redenen moesten maken. Om redenen dat paste bij de geestelijke ontwikkeling die men in deze tijd door moest maken. Tegelijkertijd is er een grote groep mensen die zich verbonden weet, die zich positief ‘gevoed en geïnspireerd’ voelt vanuit de kosmos. Veel mensen die nog leven vanuit de ideeën en overtuigingen van vorige tijdperken, begrijpen echter niets van al diegenen, die zo vertrouwen op de voor hen onzichtbare en ‘ongrijpbare’ werelden. Velen veroordelen al degenen die zo naarstig op zoek zijn naar het zogenaamde ‘Licht’ in deze wereld, maar tegelijk een weg gaan zonder kerk en religieuze overtuiging. Doch degenen die zich gevoed weten door esoterische kennis, die los van enige dogmatiek zich zo verbonden voelt met een wereld, die zij hun ‘gids’ noemen en erop vertrouwen dat dat wat komen gaat juist goed voor hen en voor de wereld is. Voor deze mensen geeft de ‘kosmos’ graag de juiste informatie en ziet men vanuit geestelijk perspectief, van wat dit over de hele wereld bewerkstelligt.

Zielscontact van kinderen met hun kosmische achtergrond.

Veel kinderen hebben in hun beginjaren nog veel zielscontact met hun kosmische achtergrond. Het kind dat iedereen ooit geweest is, staat in de eerste jaren nog dicht bij zijn goddelijke oorsprong en kosmische aard. Het doel van het incarnatieproces op Aarde is, om de geest te laten ontplooien in de stof en daar ‘kennis en lering’ van op te doen. In het eerste begin van het leven als kind, is alles echter nog buitengewoon pril. Daardoor is in het kind de ‘energetische’ verbinding met de kosmos nog sterk aanwezig. Waardoor het kind ‘qua gevoel of qua beeld’ vaak nog een ‘inschouw’ kan hebben in zijn of haar eerder kosmische of geestelijke bestaan. Soms zelfs in een eerdere incarnatie van zichzelf of van degenen in zijn of haar directe omgeving. Hierin kan men als ouder beter niet sturen, stimuleren of afremmen. De Aarde is voor de incarnerende geest, in de meest letterlijke zin een ‘leerschool’, die men zelf door moet maken. Daarom zal het ‘proces van verstoffelijking’ en de kennis en ervaring die men in de tijd dat men leeft op moet doen, enkel plaats kunnen vinden door eigen ondervinding. Dit geldt zowel voor het kind als voor het hele leven daarna.  Indien een ouder het kind, dat blijk geeft van een bepaalde ‘inschouw’, hierin op welke wijze dan ook bij wil sturen, de neiging heeft deze sturing vanuit de eigen visie te moeten begeleiden, zal het kind daar alleen maar schade door kunnen ondervinden. Naarmate het kind groter wordt en het proces van ‘verstoffelijking’ meer zijn weg zal vinden, dan zal de verbinding met de ‘kosmos’ bij de meeste kinderen gaan verdwijnen of sterk af gaan nemen. Alleen bij zeer gevoelige kinderen, wat men tegenwoordig ook wel ‘hoog gevoeligheid’ noemt, zou deze kosmische verbinding kunnen blijven bestaan of zelfs sterker kunnen worden. Wat veel van deze kinderen later vaak als een ‘verrijking’ van hun eigen leven ervaren. Een ervaring die men als een extra ‘dimensie’ in hun leven ervaart en het leven voor hen zelf een toegevoegde waarde geeft.

Overlijden van een kind.

Kinderen die voor hun zevende jaar sterven hebben nog zo’n directe connectie met hun kosmische oorsprong, dat zij in een geestelijke (licht) dimensie zeer liefdevol worden opgevangen. En daarbij alle noodzakelijke begeleiding krijgen om te begrijpen op welke wijze zij vanuit het hoger geestelijk bewustzijn, geleidelijk aan weer op een nieuwe incarnatie voorbereid kunnen worden. Deze mogelijkheden worden gecreëerd door de geestelijke begeleider(s), die men vanaf de geboorte heeft. Vaak is het als de mens geboren wordt reeds van tevoren bekend, dat hij of zij niet oud wordt en vaak is in dit vroegtijdige sterven, een karmische boodschap ingesloten voor de ouders en voor de persoon in kwestie zelf. Deze verbindingen, die in een andere dimensie plaatsvinden, vinden veelal plaats omreden van ‘elkaar los te kunnen laten’, waardoor of op welke wijze men zo vroegtijdig van het leven afscheid heeft moeten nemen. Hetgeen zowel een karmische boodschap voor het kind als voor de ouders betreft. Een karmische kwestie die doorgaans verder reikt dan dit leven en in verreweg de meeste gevallen te maken heeft met bepaalde situaties in vorige levens. Het kind zal zogezegd buitengewoon liefdevol worden opgevangen en wordt er voor verdere begeleiding zorg gedragen. De ouders zullen vanuit de geest ten alle tijden de kracht ontvangen om het verlies te kunnen dragen en geïnspireerd worden om er mee om te kunnen gaan. Vaak komt men als ouder naderhand ook sterker uit zo’n proces, wat bewijst dat het bewuste ‘levenskarma’ daarmee is ingelost.

Kinderloosheid.

Het kiezen voor kinderen door ouders lijkt een aardse keus, die men maakt op een moment dat men er samen klaar voor is. Zeer zeker zijn er de mogelijkheden die momenteel door de medische wereld geboden worden, zoals anticonceptie en kunstmatige inseminatie, maar de daadwerkelijke keus en de ‘verbinding’ ligt echter op een hoger geestelijker niveau. Wanneer men vanuit de geest beschouwd om ‘karmische’ redenen, kinderen in een bepaald leven dient te krijgen of dient op te voeden, dan zal dat geschieden op welke wijze dan ook. Ook al gebeurt dat niet direct maar jaren later. Met andere woorden, als ouderschap ‘karmisch’ bepaald is, dan zal dat geschieden. Wanneer men juist door eigen keuze, doormiddel van anticonceptiemiddelen niet voor kinderen kiest, dan is dat een keuze die men maakt. En weet men innerlijk ook dat men deze kinderen niet als taakstelling moet hebben in dit leven. De verantwoordelijkheid ligt in dit geval volledig bij het ouderpaar of een deel van het ouderpaar. De keus is aan hen zelf. Wanneer men echter ongewild kinderloos is en ook kinderloos blijft, ondanks alle middelen die men toepast om zwanger te kunnen worden, dan is dat vaak ‘karmisch’ vastgelegd vanuit een eerder leven. Een eerder leven waarin men meestal, het ouderschap niet helemaal naar behoren heeft kunnen vervullen en de verantwoordelijkheid ervoor niet heeft kunnen dragen. Daardoor dient men in dit leven de ervaring om geen kinderen te kunnen krijgen te doorleven, ook al zou men dat graag willen. Deze vorm van ‘karmische’ werking zal waarschijnlijk door weinigen begrepen worden. Doch in de ‘geest’ is het ouderschap: de ‘liefde en de zorg’ die dit vraagt, van grote betekenis. Maar vanzelfsprekend is het emotionele aspect, van het gevoel geen kinderen op de wereld te kunnen zetten, erger dan het idee dat men zelf vanuit een bepaalde ‘leerschool’ deze ervaring in dit leven te doorleven heeft. Dit niet als boetedoening noch als straf, de Geestelijke Wereld veroordeeld niet, doch als een natuurlijk ‘generiek’ proces dat men door eigen handelen zelf veroorzaakt heeft.

Pleegouderschap.

Welke betekenis heeft ‘pleegouderschap’ en wat zijn daarvan de consequenties? Is een vraag die sommigen bezig houdt. In feite kiest de geest meestal bewust voor een incarnatie in dit leven. De wijze waarop dat geschiedt is in een ‘karmisch’ levensprogramma tevoren vastgelegd. Vanzelfsprekend gebeurt het meer dan eens, dat een kind dat geadopteerd is toch steeds weer terug verlangt naar de biologische ouders. In elk geval wil weten waar zijn of haar ‘wortels’ liggen en later ook op zoek gaat naar de ouders of naar één van beide ouders. Het betekent dat het karma tussen de biologische ouders en de ‘pleeg- of adoptieouders’, in feite een geestelijke uitwerking is tussen de betreffende partijen. Wat inhoudt dat het kind daarin een bepaalde keuze, maar ook een bepaalde verbinding heeft, die zij allen met elkaar in harmonie moeten brengen of uit moeten werken. Het geeft ook aan dat zo’n karma, dat er tussen al deze mensen bestaat, eigenlijk het element ‘harmonie’ inhoudt. Wat aan geeft, dat men elkaar in vorige levens gekend heeft en dat men in dit leven een bepaalde ‘karmische’ verbinding naar elkaar uit te werken heeft. Zo’n levenskarma kan al heel oud zijn en heeft vaak te maken met tijden en culturen, waarin een man meerdere vrouwen tot zich kon nemen en daarbij kinderen kon verwekken. Het kind betreft dan vaak de man van destijds, die in één van zijn vorige levens het levenskarma door ‘polygamie’ veroorzaakt heeft en nu als kind de ervaring moet ondergaan om door verschillende moeders grootgebracht te moeten worden. Omgekeerd geldt dat ook voor een meisje, waarbij in een eerder leven een gecompliceerde situatie met ‘derden’ is ontstaan. Van daaruit verbindt het kind zich in dit leven, om hierin een keuze te maken en een bepaalde vorm van ‘eenheid’ tussen de verschillende partijen te creëren.   

Een andere cultuur.

Wat zijn de ‘karmische’ gevolgen wanneer een kind in een andere land en een andere cultuur wordt grootgebracht? Vaak heeft het kind bij incarnatie wel gekozen om deze grote verandering door te maken. Omreden dat men zijn biologische oorsprong nodig had in het land van herkomst, om iets van deze cultuur over te kunnen dragen in een geheel andere cultuur. Waarbij de ouders een grote rol spelen in de zin van de biologische verwekkers met het overdragen van de cultuur in de basis en in de structuur daarvan. Het kind is daardoor in staat iets van de oude cultuur over te dragen naar een andere cultuur, waardoor de eeuw van communicatie waarin wij leven steeds meer vorm krijgt. Vorm in de zin van overdracht aan informatie en vermenging van rassen, een vermenging van culturen en van eenheid van groeperingen die uiteindelijk geen verschil meer kennen van elkaars culturele achtergrond. Door de mondiale wereld waarin wij tegenwoordig leven, vinden er steeds meer integraties plaats van vreemde culturen en andere rassen, die zich vermengen met elkaars cultuur en met de mensen in de eigen omgeving. De wereld komt daardoor steeds meer tot een homogene eenheid. Zij wordt steeds meer één in totaliteit. Men ziet dat juist daardoor, dat er in feite maar weinig verschillen zijn in rassen en van elkaars opvattingen. Zo goed als alle kinderen over de hele wereld hetzelfde zijn en op dezelfde wijze op elkaar reageren, zijn uiteindelijk ook volwassenen, mensen die ondanks hun culturele achtergrond, in essentie graag op ‘humane en respectvolle’ wijze elkaar willen blijven bejegenen en met elkaar om willen blijven gaan.  De wereld wordt daardoor steeds meer een multiculturele samenleving, in totaliteit met elkaar verbonden, waardoor ook daarbij de spirituele achtergrond duidelijker wordt en er geleidelijk aan minder verschillen ontstaan tussen wie nou welke religie aanhangt.

Vandaar dat men ook bij de eerste generatie ‘nieuwkomers’ niet moet streven naar volledige ‘assimilatie’ in onze samenleving, zoals er vanuit de politiek soms geredeneerd wordt. Vooral bij de afgifte van permanente verblijfsvergunningen. Tenslotte wordt een Nederlander nooit een echte Fransman en omgekeerd een Fransman nooit een echte Nederlander, dat hoeft ook perse niet. Men leert tenslotte van elkaars cultuur, opvattingen en gewoontes. Assimilatie is een proces van geleidelijkheid, dat vooral bij volgende generaties plaatsvindt. Tenslotte draait alles om respect voor elkaar en respect voor elkaars opvattingen. Angst om de nationale identiteit daardoor kwijt te kunnen raken is misplaatst, dit is door de eeuwen heen nooit gebeurt en zal ook nooit gebeuren. Cultureel antropologisch is gebleken dat zelfs na ‘bezetting van een land of door de diaspora van een volk’, de identiteit van een bepaald volk niet verdwijnt. Sterker nog, zelfs de taal en de cultuur verdwijnt daardoor niet of nauwelijks, in bepaalde gevallen wordt dat zelfs sterker en houdt men bewust meer vast aan bepaalde tradities, gewoonten en gebruiken.   




Inspiratie: Par Lanto. Alles over liefde, Lisa Appignanesi. Het internet.

   

  

zondag 17 maart 2013

Kinderen. Deel 2


De mens in de nieuwe tijd.
Er bestaat geen twijfel dat de mensheid zich in een verbazingwekkend hoog tempo aan het ontwikkelen is. Niet alleen op het ‘technologische en maatschappelijke’ vlak, waardoor er wereldwijd al over een zeer hoog beschavingsniveau gesproken kan worden, maar ook op het  geestelijke vlak is het menselijk ‘bewustzijn’ sterk aan het veranderen. Vanuit geestelijk  perspectief beschouwd, is bij de gemiddelde mens de ‘Ziel’ in tien jaar tijd meer vooruit gegaan, dan in gemiddeld tien voorliggende mensenlevens. Dit heeft in essentie alles te maken met ‘energiefrequentie’, ofwel met de energie van het reeds binnentredende  ‘Aquariustijdperk’. Een energie als van de ‘Zon’ die opkomt en de mens in het hart verwarmt. Een energie die ‘Liefde’ heet en die gedeeld wordt zonder enig voorbehoud. Zo zal de geestelijke ‘Zon’ in het komende tijdperk geleidelijk aan steeds hoger klimmen en de mens meer ‘Licht’ gaan geven, vooral voor al degenen die het willen ontvangen en het willen delen met anderen. Degenen die het ‘Licht’ niet willen ontvangen, zullen zich gaan verschuilen in de ‘duisternis’ en proberen hun strijd daar uit te vechten. Doch naarmate het ‘Licht’ toe zal nemen, zal de negatieve energie navenant ook toegaan nemen, waardoor ‘strijd en wreedheid’ op bepaalde plaatsen zich nog sterker zal manifesteren. Maar het ‘negativisme’ zal in de nieuwe tijd geleidelijk aan minder worden en zal er uiteindelijk toch overal meer ‘Licht’ gaan schijnen. Daardoor zal de mens in de nieuwe tijd een ander mens gaan worden. Niet meer een mens van alleen maar ‘competitie’, maar een mens dat op zoek gaat naar een vorm van ‘Eenheid’. Zich ook meer ‘Een’ gaat voelen met de goddelijke ‘bron’ waarvan de mens afkomstig is. Alsmede het zoeken naar het ‘Een’ met elkaar zijn in ‘liefde, verbroedering en het samen delen’. Niet meer een mens van alleen maar ‘beter weten en sneller willen zijn’. Doch een mens die van elkaar wil leren en wil ervaren, die elkaar wil verbeteren ten diensten van elkaar. Zo zal geleidelijk de wereld veranderen en komen er steeds meer mensen met een intuïtieve persoonlijkheid en incarneren er steeds meer kinderen die intuïtief begaafd zullen zijn. Kinderen met een enorme hoeveelheid aan ‘kennis en inzicht’, opgedaan uit een lange reeks incarnaties en zelfs vanuit andere Zonnestelsels. Deze kinderen die zeer begaafd ter wereld zullen komen, zullen uiteindelijk de nieuwe wereld in het ‘licht van het Aquariustijdperk’ gaan realiseren. Een tijdperk van tweeduizend jaar, dat na een aantal eeuwen geleidelijk zonder ‘oorlog, pijn en verdriet’ zal existeren en waar men eerlijk en oprecht zal zijn. Een tijdperk waar men met echte ‘liefde’ tegenover de medemens zal staan en elkaar in elk opzicht zal ondersteunen. En waar de maatschappij en samenleving overeenkomstig dezelfde waarden ingericht zal worden. Een tijdperk dat in veel ‘heilige’ geschriften als het ‘komende paradijs op Aarde’ wordt omschreven. Wat echter metaforisch opgevat dient te worden, maar esoterisch gezien wel degelijk een grote kern van waarheid bevat.     

 Lichtkinderen.
Zoals al eerder werd beschreven, stromen er de komende tijd steeds meer ‘lichtkinderen’ met een specifieke opdracht naar de Aarde. Zij kiezen voor processen als Ziel, binnen de grote verandering van de Aarde in zijn omwenteling van het ene naar het andere tijdperk. Veel is er al geschreven over deze ‘lichtkinderen’ met een verscheidenheid aan benamingen die hen gegeven zijn. Doch zij incarneren allen met de gezamenlijke opdracht, de ‘haat en al het negativisme’ in de wereld te transformeren. De kinderen incarneren over de hele wereld in alle volkeren en in alle lagen van de samenleving. Zij zijn werkzaam vanaf het moment van geboorte en hoeven er in essentie alleen maar te zijn. Hun persoonlijk ‘trillingsgetal’ (energiefrequentie) is zeer hoog en alleen al hun aanwezigheid neutraliseert de negatieve energie. Met name de energie van ‘haat’, die op veel plaatsen zo diep verankerd is in de  mensheid. Deze ‘lichtkinderen’ kiezen welbewust de plaats waar zij incarneren. Met aardse ogen bewondert men degenen die op ‘zware en moeilijke plaatsen’ moeten leven en heeft men er heel veel mededogen mee, doch in de Geestelijke Wereld wordt dat anders gezien. Met elkaar vormen deze kinderen verspreid over de hele wereld netwerken van ‘licht en liefde’. Zij zijn gekomen en zullen ook komen om de mensheid over de ‘drempel’ van de oude naar de nieuwe energie te helpen. Zoals gezegd komen deze ‘lichtkinderen’ van overal uit de Kosmos. Elk nieuw moment in het ‘bewustzijn van de collectieve mensheid’ zal vernieuwing voor het gehele leven op Aarde betekenen. Zodra de geestelijke ‘bodem’ er  geschikt voor is, zullen de ‘zaden rijpen en ontkiemen’. De ‘lichtkinderen’ komen in ‘golven’ en vormen gradaties in geestelijke frequentie, die bij elke volgende incarnatie oploopt. Een aantal van hen gaat slechts voor een korte tijd (kindertijd) naar de Aarde, om vervolgens weer terug te keren naar hun ‘lichtsfeer’, om van daaruit een volgende incarnatie op een hoger frequentieniveau voor te bereiden. Doch dat doen zij niet eerder dan dat zij op Aarde de ‘energie’ in hun omgeving hebben geneutraliseerd en het doel van hun incarnatie hebben volbracht. Overigens worden er sinds mensenheugenis al kinderen met een ‘verstandelijke beperking’ geboren, die niet zozeer tot de ‘kinderen van de nieuwe tijd’ behoren, maar wel als ‘lichtkind’ met ongeveer dezelfde opdracht naar de Aarde worden gezonden. Het gezin en de plaats waar deze kinderen geboren worden is dan ook geen toeval. Ouders van dit soort kinderen voelen dat ook en ervaren doorgaans zo’n kind na verloop van tijd als een verrijking van hun leven.   

Negatieve krachten.
De vraag doet zich voor of kinderen ook beschermd worden tegen al het negativisme en de negatieve krachten die er alom heersen. Vanuit geestelijk opzicht is dat echter niet het geval.  Kinderen genieten vanuit de ‘geest’ in beginsel niet meer bescherming dan een volwassene. Of men nu een kind is of een volwassene, een feit blijft dat de persoon in kwestie een ‘geestelijk wezen’ is dat in een aards lichaam woont. Het enige verschil is dat een baby zich nog niet bewust is van het komende leven. De bescherming van het nog onbewuste kind zal dan hoofdzakelijk van de ouders moeten komen. De bescherming van grotere kinderen en van volwassenen wordt in feite gevormd door het individu zelf op een ‘lager bewustzijnsniveau’. Met andere woorden, het ‘hoger bewustzijn’ van het individu is vanuit de geest altijd en overal beschermd. Een negatieve kracht of entiteit kan geen invloed uitoefenen op het ‘hoger bewustzijn’ (in essentie, het incarnerende deel van het wezen). Doch het ‘lager bewustzijn, onderbewustzijn en het dagbewustzijn’ kunnen echter wel beïnvloed worden. Doch indien dat beïnvloed wordt heeft het individu al of niet bewust, de ruimte gecreëerd om dat tot stand te brengen. Met andere woorden, als een bepaald persoon positief is afgestemd, zal hij of zij zeker een positieve kracht of bescherming aantrekken. Indien iemand van nature negatief is afgestemd, dan zal zo iemand gemakkelijker negatieve krachten aan kunnen trekken. Daarom blijven negatief ingestelde personen ook vaak negatieve krachten aantrekken, waardoor zij eerder in een neergaande ‘spiraal’ terecht kunnen komen. Al naar gelang de mens is ingesteld, zal het navenant ook de krachten aantrekken die met zijn instelling overeen komt. Zeer weinig mensen hebben een wezenlijk negatieve instelling bij de geboorte. Vandaar dat er weinig of geen kinderen ‘bezeten’ raken door negatieve krachten. Doorgaans krijgt men dat pas na enige tijd. Vaak is het zo, dat wanneer een kind wat ouder is en leert begrijpen, leert denken en leert beredeneren, er vanuit een bepaalde positie in de directe omgeving er veel negativiteit wordt aangetrokken. Wanneer die negatieve krachten niet opgeheven worden, dan zal het kind daardoor beïnvloed kunnen worden en die energie naderhand niet zo snel meer kwijt kunnen raken. Waardoor het kind een negatieve instelling krijgt, wat geleidelijk aan het karakter vormt. Anders is het wanneer het kind in een omgeving verkeert waar men hoofdzakelijk positief is ingesteld en het kind met alle ‘liefde van de wereld’ omringd. In zo’n omgeving is een kind vaak onschuldiger van aard, doet veel dingen vanuit een onschuldig geweten en vanuit een onschuldig begrip. In zo’n omgeving zal het kind zich doorgaans ook positief en evenwichtig kunnen ontwikkelen. Dit is in feite de kern van alle goed en kwaad. Het is de ‘aantrekkingskracht’ van de mens zelf in de omgeving waar men als kind in terecht komt en ook groot gebracht wordt.   

Omgaan met geweld.
Als een onschuldig kind plotseling met geweld geconfronteerd wordt, is dat dan karmisch bepaald of kon dat voorkomen worden? Het antwoordt zit echter wat gecompliceerder in elkaar. Vanzelfsprekend heeft de mens een vrije wil. Een vrije wil dat eeuwig is en tot het recht van de geest behoort. Ook een kind heeft vanaf de geboorte een vrije wil. Wanneer een kind, evenals een volwassene iets ergs overkomt, dan is dit niet omdat men er voor gekozen heeft dit mee te willen maken. Maar ‘indirect’ bestond die mogelijkheid echter wel. Plotseling geconfronteerd te worden met geweld en de ‘lering’ daaruit, kan op verschillende geestelijke niveaus hebben plaatsgevonden. Een kind dat vanuit de vrije wil kiest om een bepaald pad te gaan en daar geconfronteerd wordt met geweld, zal indien dit niet ‘karmisch’ vastgelegd is, zeer zeker worden gewaarschuwd vanuit de intuïtie en door zijn of haar geestelijke ‘levensbegeleider’. Indien zo een kind of volwassene in het algemeen goed in staat is de intuïtie te volgen, zal hij of zij de keuze maken om die stap niet te zetten. Indien men intuïtief heeft geweten welk gevaar er dreigt, dan zal men op een andere wijze ook kunnen leren om te gaan met geweld. Daarmee is niet gezegd dat men geweld altijd zal kunnen ontlopen. Wel is er de mogelijkheid, indien men intuïtief een goede verbinding heeft met de geestelijke ‘levensbegeleider’, dat men door de inspiratie en het aanvoelen van gevaar, bepaalde confrontaties zou kunnen ontlopen. Maar de ‘leerschool’ op het geestelijke vlak, indien dat ‘karmisch’ is vastgelegd, zal men nimmer kunnen ontlopen. Vanuit geestelijk opzicht is het niet zo, dat onschuldige mensen in verschrikkelijke oorlogen het slachtoffer zouden moeten zijn van geweld, maar de geestelijke ‘leerschool’ van het betreffende geweld zal ‘karmisch’ zeker zijn vastgelegd. De mens heeft ten allen tijde de mogelijkheid van keuze. Ieder mens ziet dat hij geconfronteerd kan worden met geweld, fysiek geweld of geestelijk geweld. Karma, dat is vastgelegd als ‘leerschool’ voor de mens, kent verschillende niveaus. Men kent het ‘individueel karma, het groepskarma, het landskarma of het wereldkarma’. Al deze verschillende karmische niveaus hebben verschillende werkingen.

De werking op het gebied van ‘wereldkarma’ is zo veelomvattend en zo massaal, dat de mens zich daar moeilijk aan kan onttrekken. Indien een land in oorlog gaat, raakt men automatisch ook betrokken bij het geweld van dat land en kan men zich hier moeilijk aan onttrekken. De gevolgen zullen dan als ‘landskarma’ worden beleefd. Indien men kiest om in bepaald land te incarneren, dan kiest men ook voor de ‘karmische’ aspecten van dat land. Bewust weet men dit niet meer, maar men heeft wel gekozen voor de levensloop van de verbinding naar het ‘landskarma’ in dit geval.  Evenzo kan men in het leven geconfronteerd worden met veel negatieve factoren, die te maken hebben met keuzes in situaties van ‘leven en dood’. Indien een kind daarmee geconfronteerd wordt, zijn het wel de ‘duistere’ krachten die hier achter zitten en zal het kind het als een gevaar op zijn weg tegen kunnen komen. Vanzelfsprekend wordt ieder mens intuïtief door zijn of haar geestelijke ‘levensbegeleider’ gewaarschuwd voor gevaar, maar als men niet luistert naar de mogelijkheden die hierin geboden worden en de keuze die men doorgaans heeft, dan zal men het gevaar tegemoet gaan. Niet als straf maar als een automatisch gevolg, juist door de vrije keus van de mens. Ieder mens heeft nu eenmaal door zijn eigen ‘vrije wil’ de keus om bepaalde stappen te ondernemen. Zijn of haar  intuïtie bepaalt uiteindelijk welke richting er ingeslagen wordt.  
Fysieke aanpassing.   

Voor kinderen is de wereld van het aardse bestaan een vreemde wereld. Zij worden vanuit de ‘kosmos’ in onze wereld geboren, een wereld die voor hen net zo vreemd is, als dat men vanuit het fysieke bestaan ‘na het leven’ opstijgt naar de Geestelijke Wereld. Anders gezegd, een bepaalde gewenning is nodig om zich aan te kunnen passen. Deze aanpassingsfase vanuit de ‘kosmos’ naar de Aarde is over het algemeen de tijd, waarin het kind zoekt naar verbinding met stoffelijke vormen. Wat betekent dat kinderen over het algemeen een grote ‘leegte of ruimte’ voelen, die zij in de ‘kosmos’ gewend waren. En ook de aandrang voelen zich te willen bewegen zonder dat zij daarvoor de noodzakelijke fysieke kracht moeten gebruiken. Deze energieën zijn duidelijk afkomstig vanuit andere dimensies dan die van de Aarde. Dit zijn ‘krachtvelden’ waarin het ‘wens- of aandachtspatroon’ de mogelijkheid schept tot het verplaatsen van de geest, wat men normaal gesproken via de fysieke vermogens op Aarde niet kan.  Een duidelijk voorbeeld van dit ‘wens- of aandachtspatroon’ is overigens bij de tegenwoordige jeugd te vinden, in de nieuwe amateursport van ‘Street- of Free running’. Een sport waarin zeer lenige jeugd de meest ondenkbare bewegingen, salto’s en capriolen uithaalt, die voorheen fysiek voor onmogelijk werden gehouden. Ook bij ‘breakdancing’ en andere vormen van ‘hip hop’ stijlen, is duidelijk de behoefte te vinden om zich op bijna ‘kosmische’ wijze te willen bewegen of te willen verplaatsen zonder daarvoor al te veel fysieke kracht te moeten gebruiken. Een wijze van beweging die een ieder voor de incarnatie in onze wereld, in de ‘kosmos’ zonder al te veel moeite kon verrichten. Deze bijzondere jeugd weet kennelijk gebruik te maken van de energieën die vanuit andere dimensies afkomstig zijn, welke behoefte duidelijk vanuit hun vroegste jeugd afkomstig is. Op een hoger geestelijk niveau blijft dit ‘wens- of aandachtspatroon’ voor een ieder echter wel bestaan. Steeds zal men tijdens nachtelijke ‘uittredingen’ in diepe slaap uit het lichaam treden. Dit komt bij iedereen voor zonder dat men dat merkt. Steeds weer zal men soms bewust maar veelal onbewust in de geest reizen naar verschillende dimensies en naar verschillende plaatsen op Aarde. Het kind heeft over het algemeen nog een vaag bewuste herinnering aan zijn ‘kosmisch’ bestaan en wil dientengevolge handelen alsof hij of zij nog in de ‘kosmos’ aanwezig is. Men begrijpt dat deze gewenning enige tijd in beslag neemt en men ziet dan ook vaak dat naarmate de verbinding naar de ‘kosmos’ geleidelijk aan afneemt, het opgroeiend kind ook meer went aan zijn aardse leefomgeving.  



In deel drie over Kinderen zal verder in worden gegaan op de verschillende spirituele aspecten rond dit onderwerp.  



Inspiratie: Par Lanto. Alles over Liefde, Lisa Appignanesi. Het internet. 

 

 

 

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            

 

woensdag 13 maart 2013

Kinderen. Deel 1


Het gezin door de eeuwen heen.

Algemeen.

De plek die het kind binnen het gezin inneemt, is de afgelopen vierhonderd jaar sterk veranderd. In de oude 'ambachtelijke en op landbouw' gerichte samenlevingen was het uitgebreide gezin een groep waarbinnen het werk werd verdeeld. De kinderen, die in grote aantallen geboren werden, al haalde maar een klein percentage de volwassenheid, maakten al snel deel uit van het arbeidspotentieel. Zodra ze de kleutertijd en de bijbehorende spelletjes ontgroeid waren, viel hun al gauw een deel van het werk in de huishouding toe. Daarnaast werden zelfs al heel jonge kinderen aangemoedigd om de Bijbelse ‘catechismus’ te leren, terwijl er een speciale versie van vierhonderd pagina’s bestond voor kinderen van vijf jaar en ouder. Ongezeglijke kinderen omvormen tot gedisciplineerde volwassenen, doormiddel van het geloof of de ‘roede’, was een van de voornaamste taken die katholieken en protestantse puriteinen zich stelden. In de tijd van de 'Verlichting' (van de 17e tot de 18e eeuw), kwam men kennelijk tot een ander inzicht en stelde men dat de opvoeding in het teken moest staan van de 'rede en de kennisverwerving'. Men kwam toen met adviezen over 'voeding, kleding en over meer hygiëne' bij de verzorging van kinderen. Ook vestigde men meer de nadruk op de psychologische invloed van de ouders op hun kinderen en dat dit mede hun karakter vormde. Elk kind had wel zijn eigen natuurlijke aanleg en lichamelijke constitutie, maar ze moesten 'zachtmoediger' worden bejegend en speelgoed hebben. Doch wel binnen bepaalde grenzen en stelde men toen het volgende


'Door kinderen als ze nog klein zijn hun zin te geven en te verwennen, ‘corrumperen’ ouders de beginselen der natuur in hun kinderen en vragen ze zich af waarom het ‘water zo bitter smaakt, terwijl ze zelf de bron vergiftigd hebben’. Want wanneer hun kinderen wat ouder zijn geworden en hun slechte gewoonten bij zijn gebleven, klagen de ouders dat het zulke ‘ongezeglijke en onwelvoeglijke’ kinderen zijn geworden. En stoort het hen dat ze zo weerspannig zijn en vol kwaadwillige gedragingen zitten, terwijl zijzelf hun kinderen die ‘ingegoten’ hebben. En zouden zij, al is dat nu te laat, maar al te graag de ‘onkruiden’ wieden die ze eigenhandig hebben geplant en die nu te diep ‘wortel hebben geschoten’ om nog gemakkelijk verdelgd te kunnen worden’.  

Het ‘grondbeginsel van alle ware deugd en uitnemendheid’ stelde men, is gelegen in de kracht om ons het bevredigen van onze verlangens te ontzeggen, als ze niet door de rede worden gerechtvaardigd. Die rede geeft ouders ook de raad hun kinderen te onderwijzen door zelf het goede voorbeeld te geven. Slaan zorgt er alleen maar voor dat dit in een latere generatie weer terugkomt en dat geldt eveneens voor ‘liegen en vraatzucht’. Na 1870 moesten de kinderen verplicht naar school, de rijken stuurden hun zoons al jong naar een kostschool, ver van het ouderlijk huis vandaan. In het laatste helft van de negentiende eeuw kwamen ‘hervormers’ in actie tegen kinderarbeid en wilden zij kinderen vrijwaren voor verplicht werk en verantwoordelijkheid, wat nadien alleen aan de volwassenen voorbehouden diende te blijven. De twintigste eeuw is wel ‘de eeuw van het kind’ genoemd, maar vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw, kwam er helaas nog net zoveel wreedheid tegen kinderen voor als in de eeuw daarvoor. Niet alleen in het gezin en op sommige scholen, maar vooral ook bij religieuzen in katholieke kloosters en instellingen. Toch is het waar dat de verwachtingen over hoe kinderen behandeld moesten worden, in de twintigste eeuw een hoge vlucht heeft genomen. In het ‘Westen’ verbeterde men de zorg aanzienlijk en kwam de ‘leerplichtwet’ tot de leeftijd van zestien jaar. Er zijn daarna verschillende theorieën over jeugd en opvoeding ontstaan, elk met eigen richtlijnen die nageleefd zouden moeten worden. Aan het eind van de twintigste eeuw en in het begin van de huidige, wordt aan de kindertijd en vooral aan moederliefde een hogere waarde toegekend. Dit valt samen en misschien is dat niet geheel onverwacht, met een wijd verbreid gevoel dat er overal en altijd gevaar voor kinderen dreigt. Beelden van kinderen die honger lijden of door verschrikkelijke oorlogen worden bedreigd, komen keer op keer in de media. Cijfers over kinderen die in armoede leven, hun aantal stijgt helaas nog steeds, staan naast de berichten over ‘misbruik binnen het gezin’. Misbruik vaak door mishandeling, incest en pedofilie.

Veranderingen in de samenleving.

Inmiddels is onze samenleving enorm aan het veranderen. Verscheidenen sociologen wijten de problemen rond kinderen tegenwoordig mede aan de economische omstandigheden. Het gezin sterk gebonden aan ‘economische’ krachten, is in de loop der jaren steeds verder uiteengespat. Men heeft nog maar zelden directe familie in de buurt, die het gezin kan steunen. Ouders moeten om financiële redenen vaak beiden werken en beperkt men daardoor bewust het aantal kinderen, wat een bepaalde druk legt op de schouders van de ouders. Bovendien worden er door alle maatschappelijke veranderingen die er de laatste decennia plaats hebben gevonden en zeker ook door de emancipatie van de vrouw, tegenwoordig hogere eisen gesteld aan partnerrelaties in het algemeen. Eisen die vroeger bij oudere generaties veel minder hoog werden gesteld dan tegenwoordig. Het huwelijk dat voorheen ‘heilig’ was, is wellicht mede daardoor, meer onder druk komen te staan. Met als gevolg dat inmiddels al dertig procent van het aantal huwelijken strand. Welk percentage ook geldt voor de overige partnerrelaties. Waardoor het aantal eenoudergezinnen onrustbarend is toegenomen. Het kind wordt daardoor vaak het ‘kind van de rekening’ en ontbeert het niet zelden de ‘liefde, rust en stabiliteit’, die het kind in zijn vroegste jeugd zo nodig heeft. Met als gevolg dat kinderen gemakkelijker uit de pas kunnen lopen en hevig teleurgesteld kunnen raken, met alle gevolgen van dien. De technologische vooruitgang heeft er inmiddels ook toe geleid dat ‘vruchtbaarheid’ tegenwoordig niet langer door toeval wordt bepaald. De komst van de ‘anticonceptiepil’ ligt daaraan ten grondslag en heeft een vrijere seksuele omgang mogelijk gemaakt. Vrouwen kunnen tegenwoordig ook beslissen om zelfstandig zwanger te worden, los van een fysiek aanwezige man. Ze kunnen eenvoudig de eitjes laten invriezen en zo de tijd manipuleren. Dat kan overkomen als een soort zelfbeschikking die er vroeger niet was. Maar net als bij elke keus kan deze zorgen voor frustraties en spanningen. Daarnaast zijn er de laatste jaren tal van technieken bij gekomen om paren te helpen, die vroeger kinderloos zouden zijn gebleven. Daardoor heeft het krijgen van kinderen er nog een extra dimensie bij gekregen. Alleen maakt het ook de liefde van de ouders soms nog wat ingewikkelder. Op gebieden waar men vroeger geen vat kon hebben, zijn nu rationele keuzes mogelijk geworden. Kinderen die met het zaad van een donor zijn verwekt, kunnen indien alles geregistreerd is, nu later op zoek gaan naar hun biologische vader of naar andere kinderen van diezelfde donor. En misschien tot tal van ‘horizontale’ relaties komen. Nieuwe betekenissen van ‘vader, moeder, broer en zus’, botsen wellicht daardoor met de vertrouwde conventionele gedachten over het gezin als de ‘hoeksteen van de samenleving’. Niet verwonderlijk dat het hele concept van het traditionele gezin, dat tegenwoordig zowel van binnen als daarbuiten bedreigd wordt, door conventioneel ingestelde mensen in steeds sterkere bewoordingen verdedigd wordt. Terwijl anderen gebruik maken van ‘gendertechnologie’ en de nieuwe mogelijkheden die daardoor voor het ouderschap zijn ontstaan.    

Kinderwens.

Gemiste loopbaankansen en pensioenopbouw, minder vrijheid en een zwaardere taakbelasting thuis. Steeds meer jonge vrouwen vragen zich af of ze nog wel kinderen willen. Goede zorgregelingen helpen, maar bij de beslissing spelen de overheid en werkgevers nauwelijks een rol. Zoals de zaken er nu voor staan zal meer dan een kwart van de jonge vrouwen, niet voor het ouderschap kiezen. Kinderloosheid is tegenwoordig goed voor een derde van de hoogopgeleide vrouwen. Volgens een aan het eind van de vorige eeuw gehouden onderzoek twijfelt een op de zes vrouwen tussen de twintig en de veertig of ze wel een kinderwens heeft. Uitstel heeft vooral te maken met niet de juiste partner kunnen vinden of met onenigheid in de relatie. Vervolgens spelen ‘loopbaanoverwegingen, financiën en goede huisvesting’ een rol. Overigens is vrijwillige kinderloosheid de afgelopen jaren ook een steeds meer aanvaarde levensoptie geworden. Vrouwen zonder kinderen zijn zichtbaarder dan ooit, op het werk en in de media, of het nu om vrij- of onvrijwillige kinderloosheid gaat. Beide groepen vrouwen verenigen zich in belangengroepen en wisselen informatie uit. Kinderen krijgen is hoe dan ook geen vanzelfsprekendheid meer. Individualisering en emancipatie hebben gezorgd voor veel carrière mogelijkheden van vrouwen. Wel of niet kiezen van kinderen zit hem vooral in vrouwen en hun relaties zelf. Hoe nuttig en maatschappelijk wenselijk ook, ouderschapsfaciliteiten blijken niet het tovermiddel te zijn dat alle twijfel over het ouderschap bij vrouwen doet wegnemen. Sterker nog, geld en alle bijkomende zaken spelen nauwelijks een rol bij aspirant ouders, hun persoonlijke kinderwens is genoeg. Veel belangrijkere overwegingen zijn: ‘zelf gelukkig worden, liefde geven en krijgen en in een eigen gezin geborgenheid hopen te vinden’. Pas bij de besluitvorming over een derde of vierde kind gaan financiën en bijkomende zaken een rol spelen.  

De last van het combineren en organiseren.

Wat voor twijfelaars en beslissers wel zwaar meeweegt zijn de grote veranderingen die een kind met zich meebrengt. Het opgeven van de persoonlijke vrijheid, de levensstijl en de onafhankelijkheid in hun relatie. Want met een kind erbij moeten er harde afspraken worden gemaakt over het accepteren van promoties en nieuwe banen, het huishouden, de zorg en opvoedingsstijl. Voordat er kinderen komen, genieten samenwonende stellen veel individuele vrijheid en verdelen ze het huishouden en werk min of meer. Zij nemen zich heilig voor om dit zo te houden. Maar vaak komt hier weinig van terecht als er eenmaal kinderen zijn, zo blijkt uit veel onderzoeken. Vaders gaan werken en moeders moeten maar meer thuis gaan doen. Ondanks de geëmancipeerde vader, drukt in de praktijk de ‘combineerlast’ nog vooral op de schouders van de vrouwen. In Nederland heeft het wettelijke recht op deeltijd en allerlei verlofregelingen, niet geleid tot een toeloop van mannen op wat extra tijd thuis met hun kinderen. Geld en gebrekkige daadkracht zijn daarvan de reden. Wat vrouwen parten speelt, zijn voornamelijk nog de heersende opvattingen over ‘goed moederschap’ en een zwakke onderhandelingspositie, door hun bescheiden inkomen uit deeltijdwerk. Daarnaast wijst de praktijk uit dat financieel onafhankelijke vrouwen sterker in hun schoenen staan bij de taakverdeling thuis, dan vrouwen zonder betaald werk. Bovendien zijn ook de meeste huisvrouwen zonder betaald werk, niet blij met de traditionele taakverdeling. In de praktijk blijkt telkens weer, dat er tot op heden nog weinig terecht is gekomen van gedeelde zorg. Het grootste deel van de vrouwen had de ‘opvang en verzorging’ van hun kinderen graag samen met hun partner geregeld. Maar nagenoeg alle vrouwen die gebruik maken van kinderopvang, nemen ook nog al het bijbehorende regelwerk op zich.

Alles op het ‘bordje’ van de vrouw.

De meeste jonge vrouwen willen er voor passen om het leeuwendeel van de opvoeding op hun ‘bordje’ te krijgen, maar helaas wijst de praktijk nog steeds het tegendeel uit. De meeste vrouwen stellen: ‘ik wil ook mijn eigen leven nog hebben en feeling houden met de maatschappij’. Bovendien wil ik niet door alle drukte worden opgeslokt, zeggen  bijna alle vrouwen. Dit zijn dan ook precies de kwesties waar paren stevig over zullen moeten onderhandelen. Wat opvalt is dat de mannen de keuze voor het nemen van kinderen, ook nog vooral over laten aan hun vrouw. Ook leidt twijfel over ouderschap bij veel mannen nog tot uitstel en betekent onenigheid over kinderen bij een belangrijk deel van de stellen tot een breuk in de relatie. Maar het zijn vooral vrouwen die kinderen eerder en vaker ter sprake brengen in relaties. Vaak hebben mannen er dan nog niet eens over nagedacht. Met als gevolg dat veel mannen zich minder verantwoordelijk voelen voor de beslissing en vaak ook voor de consequenties daarvan. En dat is nou precies wat veel vrouwen willen voorkomen. Maar als er dan eenmaal kinderen komen, dan komt toch ook wel vaak bij de mannen het ‘oudergevoel’ naar boven en worden zij ‘enthousiaste en betrokken’ vaders. Doch de ‘verantwoording, de zorg en al het regelwerk’, blijkt tot op heden bij de meeste paren nog steeds op het bordje van de vrouw gelegd te worden.

In deel 2 over ‘Kinderen’ zal nader in worden gegaan op de meer ‘spirituele aspecten van het Kind en op de betekenis van het Ouderschap'.


Inspiratie: Par Lanto. Alles over liefde, Lisa Appignanesi. Het internet.

  

vrijdag 8 maart 2013

Kinderen in de nieuwe tijd. Deel 2


Nieuwetijdskinderen.

Veel van de kinderen die tegenwoordig worden geboren, zijn de ‘wegvoorbereiders of de voortrekkers’ voor het zesde ‘Wortelras’, dat uiteindelijk het komende Aquariustijdperk zal vertegenwoordigen. Het menselijk ras is namelijk verdeeld in zeven ‘Wortelrassen’ waarbij elk ‘Wortelras’ weer zeven onderrassen kent. Het eerste menselijke ‘Wortelras’ dateert vanuit de vroeg ‘Lemurische’ (voor Atlantische) beschaving, welke beschaving destijds drie ‘Wortelrassen’ tot ontwikkeling heeft gebracht. Daarna volgde de ‘Atlantische’ beschaving met het vierde ‘Wortelras’. Elk ‘Wortelras’ heeft als doel een één of ander lichaam te vervolmaken. Het begon oorspronkelijk met de taak het ‘fysieke voertuig’ te perfectioneren. Daarna het ‘astraal-emotionele voertuig’ te vervolmaken. De huidige mensheid heeft uiteindelijk de taak het ‘mentale voertuig’ te perfectioneren. De huidige westerse beschaving behoort tot het vijfde ‘Arische Wortelras’ (geen verband met de WO2). Tegen de tijd dat de gehele mensheid het zevende ‘Wortelras’ heeft bereikt, heeft de Aarde zijn planetaire cyclus volbracht. Dat nog zeer ver in de toekomst gedacht moet worden. Zoals gezegd, zijn de ‘Nieuwetijdskinderen’ de voortrekkers voor het aanstaande zesde ‘Gouden Wortelras’. Zij beschikken mentaal vaak over wonderlijke talenten en wijsgerigheden. Ofschoon er altijd al in kleinere aantallen ‘Nieuwetijdskinderen’ geboren werden, kwam de grote golf van dit soort kinderen met name vanaf de tweede helft van de vorige eeuw opgang. Achtereenvolgens kregen zij namen toebedeeld van ‘Indigokinderen, Kristalkinderen, Gouden- of Sterrenkinderen, enz.’. De grootste groep kinderen van de nieuwe tijd zijn de ‘Indigokinderen’, die daarna in volgende golfbewegingen door de ‘Kristal- en Sterrenkinderen, enz.’ op gevolgd zullen worden. De ‘Nieuwetijdskinderen’ hebben één ding gemeen en dat is hun wijsheid. Veelal zijn het oude zielen, die er in toegestemd hebben op deze wereld te komen om hun ouders en de mensheid het ‘Ware Pad’ te tonen, dat in het verleden waar mogelijk al geëffend werd door degenen, die hen met ongeveer dezelfde opdracht is voor gegaan. Maar afgezien van de grote golfbewegingen in de 'groepsincarnaties', is het natuurlijk vanzelfsprekend dat er ook nu al hier en daar kinderen geboren worden, die tot de 'Kristalkinderen' of zelfs al tot de daarop volgende 'groepsincarnaties' behoren. Dit om 'de paden reeds te effenen' voor de volgende grote 'groepsincarnaties'. Doch het zijn uiteindelijk de grote 'groepsincarnaties', die in een bepaalde tijdsperiode veranderingen in de maatschappij teweeg kunnen brengen.          

Uitingen van frustraties.

Het ‘incarnatiesysteem’ in de Geestelijke Wereld berust in grote lijnen op een wisselwerking tussen diverse ‘planetaire’ constellaties. Dit vanwege het feit dat er overal in het Universum ‘leven’ is en dat dit ‘leven’ allemaal op verschillende ‘energieniveaus’ existeert. Bovendien beschikt elk ‘Sterrenstelsel’ over een 3D planeet, zodat er over en weer van een wisselwerking gesproken kan worden. ‘Ruimte en Tijd’ heeft in de Geestelijke Wereld tenslotte een andere betekenis dan in onze ‘fysieke’ werkelijkheid. Afstanden bestaan er in de Geestelijke Wereld niet of nauwelijks, of slechts in geringe mate. Met het gevolg dat er alleen al binnen ons eigen Universum, een aanzienlijk veelvoud van onze wereldbevolking als ‘entiteiten’ buiten incarnatie verkeren en ook graag hun ‘levenscyclus’ in onze fysieke werkelijkheid door willen maken. Daarom beleven ook niet alle kinderen hun ‘incarnatiecyclus’ uitsluitend op deze Aarde en zijn er ook kinderen van andere ‘Planetenstelsels’ afkomstig. Verscheidene ‘Indigokinderen’ zijn dan ook van elders afkomstig en hebben niet veel ‘incarnaties’ op Aarde gekend, waardoor zij minder goed in hun fysieke lichaam passen en nog minder in de Aardse omgeving. Velen van hen zijn overgevoelig en vaak intuïtiever dan de rest, derhalve begrijpen zij de ‘hypocrisie en de vervormingen van de waarheid’, die ze soms tegenkomen niet. Maar nagenoeg alle ‘Indigokinderen’ zijn geïncarneerd met een aanleg voor verandering. Hun grootste wens is het collectieve systeem van ‘conditionering’ te veranderen in het land waar zij geboren worden. Daardoor kunnen zij in eerste instantie gezien worden als probleemkinderen of als onruststokers. Ze beginnen vaak te veranderen wat vorige generaties al veranderd hadden. Van nature kijkt men naar de negatieve kanten van deze veranderingen. Men kijkt naar de moeilijkheden die deze kinderen soms veroorzaken als ze niet worden uitgedaagd en zich gaan vervelen. Wanneer zij zich vervelen kunnen ze namelijk gefrustreerd raken en soms ‘destructief’ worden. Als deze kinderen de frustraties dan naar buiten brengen, ziet men dat als destructief gedrag.  Als die frustratie binnen gehouden wordt, kan die tot uitdrukking komen in de vorm van ‘zelfdestructie’, hetgeen trieste situaties en veel persoonlijk leed veroorzaken kan. Als dat gebeurt is ‘zelfvergeving en professionele begeleiding’ noodzakelijk. Het is dan ook aan de ouder of de omgeving, om als voorbeeld te dienen en hen op de juiste manier daarin te begeleiden. Beken daarin de fouten die men zelf ook in het verleden gemaakt heeft en stimuleer hen hetzelfde te doen. Doch het is gelukkig maar een klein percentage van de ‘Indigokinderen’ die zich op een ‘destructieve’ manier gedraagt. Wanneer men hardnekkig probeert vast te houden aan oude rolpatronen en vastgeroeste ideeën, zullen er hier en daar kleine ‘agressiehaarden’ ontstaan. De oude ‘energie’ past namelijk niet meer in deze huidige tijd. Respecteer daarom de ‘gefrustreerde’ kinderen, zet hen in hun kracht en houd hen verantwoordelijk voor hun daden!. Dat geldt niet alleen voor de ‘indigokinderen’ maar ook voor overheidsinstanties die soms vanuit ‘angst of paniek’ reageren. In feite gebeurt het allemaal vanuit dezelfde ‘frequentie’. Ingeval dat de politiek of bepaalde instanties zelf ook uiting geven aan hun frustraties en bekennen het systeem graag te willen veranderen, zal men een afname zien van destructief gedrag. Probeer als ouder zich te verplaatsen in de gedachten van de gefrustreerde ‘Indigokinderen’ en probeer met hen mee te voelen, maar houd hen wel verantwoordelijk. Daag hen uit om het beter te doen dan de vorige generaties en kijk dan hoe de ‘magie’ hieruit ontstaat, want zij zijn wel degelijk berekend voor hun taak maar de kansen moeten hun wel geboden worden.    

Zij zitten fundamenteel anders in mekaar.

Veel weten niet wat de toekomst brengen zal en velen verkeren in het ongewisse. De ‘Indigogeneratie’ weet dat de toekomst voor hen ligt, voelen aan dat het allemaal beter kan, maar ontbreekt het hen aan de mogelijkheden om er iets aan te doen. Stimuleer hen om in hun ‘kracht’ te gaan staan en hun eigen werkelijkheid te creëren, maar houd hen verantwoordelijk voor die ‘kracht’ in positieve zin. Dat zal de ‘indigokinderen’ uiteindelijk bezig houden, want hun ‘brein’ werkt net even iets sneller dan die van vorige generaties. De ‘indigokinderen’ zijn de voorlopers van de volgende generatie in de menselijke evolutie. Als deze nieuwe generatie niet bezig gehouden kan worden, raken zij hevig gefrustreerd. Schakel hen zoveel mogelijk in, zet hun in hun ‘kracht’ en wijs hen op hun verantwoordelijkheid. Want zij begrijpen heel goed dat ze de wereld mede kunnen veranderen, als zij daar wel de tijd en de gelegenheid voor krijgen. Het is daarom ook aan de voorgaande generaties om hun eigen systemen ‘objectief’ te onderzoeken en te kijken of er herzieningen  aangebracht kunnen worden. Tenslotte maken de mensen hun eigen regels en creëren zij hun eigen systemen en instellingen. Probeer samen met de ‘Indigogeneratie’ tot experimenteren te komen en bestaande regels waar mogelijk te veranderen. De ‘Indigogeneratie’ is er klaar voor, heeft er ook zeker de hersens voor, maar moet wel de kansen krijgen. Heb niet het gevoel dat zij allemaal naar speciale scholen moeten, want in feite zijn zij wel degelijk toegerust voor de huidige ‘opleidingssystemen’. Alleen de systemen op zich dienen herzien en aangepast te worden aan de wensen en mogelijkheden van de nieuwe generatie. Veel ‘Indigokinderen’ hebben problemen op één gebied, of met hun studie of met hun sociale vaardigheden. Maar vaak niet met beide. Schrijf hen niet teveel de regels voor en maak hen zeker niet afhankelijk, daarmee creëert men een ‘leunsituatie’ en ‘Indigokinderen’ zijn niet erg goed in ‘leunen’. Een zekere mate van eigenzinnigheid is hun niet vreemd. Zij hechten veel belang aan ‘individuele’ vrijheid en aan de mogelijkheid de wereld op hun manier te kunnen ontdekken. Uiteindelijk zijn het ook de ‘Indigokinderen’ die de weg zullen plaveien voor de daarop volgende generatie van ‘Kristalkinderen’. Een weg die alleen door hen voorbereid kan worden en niet door de huidige generatie die het voor het zeggen heeft.       

Kristalkinderen.

Kristalkinderen beschikken in beginsel over dezelfde capaciteiten als de ‘Indigokinderen’, maar hebben een hogere en subtielere energie, die in veel ‘gevoelsaspecten’ krachtiger tot uitdrukking komt. Zij voelen doorgaans minder behoefte om nieuwe ‘voorbeelden’ te creëren, of oude methoden te hervormen en bepaalde structuren om hen heen te veranderen. Zij doen alles op een rustiger en vrediger manier. Op een hoger ’innerlijk’ niveau voelen en kennen zij de verschillende energieën vanuit het Universum en reageren daarop bij alles wat ze doen. Zij hebben een nauwere band met hun ‘Hogere Zelf’ en leven vanuit die verbinding bij iedere stap die zij zetten. De ‘Kristalkinderen’ zijn zoals gezegd, met een hogere ‘energiefrequentie’ ter wereld gekomen en beschikken navenant over weer wat andere eigenschappen dan de ‘Indigokinderen’. Het werk dat de ‘Indigokinderen’ doen of nog zullen doen, zal de weg voorbereiden voor de ontplooiing van dit soort kinderen. De kristalkinderen bezitten spirituele eigenschappen, die men nog niet eerder op deze schaal bij de jeugd geconstateerd heeft. Een ouder van een Kristalkind zal snel in de gaten hebben dat deze kinderen heel erg gevoelig zijn voor ‘energieën’ om hen heen, speciaal voor de lagere gevoelens die ‘angst’ kunnen veroorzaken. De ouders van ‘Kristalkinderen’ zullen daarom ook geneigd zijn hun kinderen tot elke prijs te beschermen, toch zal dat niet zo noodzakelijk zijn als zij denken. Hoe ver de huidige mensheid zich ook op het ‘technologische en maatschappelijke vlak’ ontwikkeld heeft, een feit is dat de mens in het algemeen een ‘oorlogszuchtig en wreed’ ras vertegenwoordigt. Kristalkinderen zullen een gevoeligheid voor ‘angst’ bezitten, die voor hun heel schadelijk kan zijn. De uitdaging die dit soort kinderen het hoofd moet bieden, is of zij hun hogere energie en ‘overgevoeligheid’ in fysieke vorm vast kunnen houden, zonder te bezwijken voor de schadelijke gevolgen van de lagere ‘gevoelsaspecten’ die angst veroorzaken. Kristalkinderen kunnen niet ‘overleven’ op een planeet die constant doortrokken is van ‘angst’. Angst is het grote ‘vacuüm’ dat alle energie naar zich toe trekt, dat de mens verlamd, ziek maakt en uiteindelijk vernietigd. Vanuit de hogere ‘gevoelsaspecten’ die de ‘Kristalkinderen’ vertegenwoordigen, kennen zij van zichzelf geen ‘angst’. Het probleem ontstaat vanwege hun ‘invoelende’ vermogens, waardoor zij de emoties van de mensen om hun heen uitstekend kunnen voelen. Omdat dit soort kinderen voor ‘angstgevoelens’ geen referentiekader hebben, kunnen ze die angst alleen maar terug reflecteren. Daardoor versterken zij de ‘angstgevoelens’ alleen maar. Angst is het tegenovergestelde van ‘liefde’ en ‘Kristalkinderen’ zijn in essentie ‘liefdeskinderen’. Vanuit dit gegeven doet men er daarom ook goed aan, wanneer men probeert om de reacties op ‘angst’ te verminderen of te elimineren. Zie daarom ook de ‘angst’ zelf onder ogen, leer er mee om te gaan en leer de ‘Kristalkinderen’ dat zelf ook te doen. Verwacht niet dat anderen dat zullen doen. Neem zelf de verantwoordelijkheid, probeer de wereld te verbeteren, vredelievender te maken en schep ruimte voor de kinderen met ‘Kristaleigenschappen’!. Ook na hen zullen er weer grote groepen kinderen op de wereld gaan verschijnen met nog hogere ‘energiefrequenties’. Het is in het belang van de mensheid zelf dat er wereldwijd meer ‘rust en stabiliteit’ ontstaat, om daarmee de evolutie van de mensheid veilig te kunnen stellen. Zodat de ontwikkeling van de mensheid ook in de navolgende tijdperken zijn doorgang weet vinden.   



Inspiratie: Par Lanto. Welkom thuis, Steve Rother. Het internet.