dinsdag 18 juni 2013

De Hemel bestaat ! Deel drie


Opmerkelijke overeenkomsten.

Wat voorafging.

De ‘Hemel’ bestaat: ‘de ervaring van een neurochirurg in het hiernamaals’, is de titel van een onlangs verschenen hoofdartikel in het weekblad ‘Newsweek’, dat door de arts Dr. Eben Alexander (58) geschreven werd. Als neurochirurg en docent aan de Harvard Medical School en een aantal andere universiteiten, geloofde Dr. Alexander aanvankelijk dat er alleen maar strikt wetenschappelijke verklaringen te vinden waren, voor de ‘bijna-doodervaringen’ (BDE) die veel mensen beschreven. Hij geloofde zelf niet echt in het bestaan van God of een eeuwig voortbestaan na de dood. Dr. Eben Alexander verhuisde in 2006 naar Lynchburg, Virginia, waar hij onderzoek deed naar minder invasieve vormen van hersenchirurgie, waar hij gerichte X-stralen en digitale scanners bij gebruikte. Toen hij in 2008 echter getroffen werd door een ‘bacteriële meningitis’ en zeven dagen in een zeer diepe coma lag’, bleek al gauw een groot deel van zijn hersenen niet te functioneren. Toen hij op wonderbaarlijke wijze na zeven dagen toch weer tot bewustzijn kwam, verklaarde hij een zeer opmerkelijke ‘BDE-ervaring’ te hebben gehad, die hem nu opeens wel overtuigde over het bestaan van een God en in een ‘bewustzijn’ dat na de dood op een andere manier blijft voortbestaan.   Dr. Alexander zegt dat zijn ervaring anders is dan de vele andere ‘BDE-ervaringen’, omdat voor zover hij weet nooit iemand iets dergelijks heeft meegemaakt, terwijl een belangrijk deel van de hersenen compleet was uitgeschakeld. Bovendien stond zijn lichaam tegelijkertijd door zijn directe collega’s onder zeer streng medisch toezicht. Veel wetenschappelijke argumenten tegen ‘BDE-ervaringen’ suggereren dat ze het resultaat van een storing in de ‘cortex’ zijn. De ‘BDE-ervaring’ van Dr. Alexander vond echter plaats toen zijn ‘cortex’ volledig was uitgeschakeld en niet omdat die slecht functioneerde. Dit ontbreken van hersenactiviteit bij Dr. Alexander werd bevestigd door zowel de ernst en de duur van meningitis, als door direct uitgevoerde ‘hersenscans’ en uitgebreid neurologisch onderzoek. Dr. Alexander verklaarde: ‘volgens de huidige medische kennis van de hersenen en het functioneren van het brein, had ik tijdens mijn diepe coma absoluut en op geen enkele manier zelfs, maar een vaag en beperkt bewustzijn kunnen ervaren. Laat staan de ‘BDE-ervaring’ die ik beleefd heb: ‘een hoogst levendige, zeer duidelijke en volkomen samenhangend ‘odyssee’, die men op deze wijze nooit in zo’n situatie ervaren zou kunnen hebben’. Dr. Eben Alexander schreef over zijn ervaringen een boek: ‘Proof of Heaven’, dat 23 oktober 2012 voor het eerst werd uitgebracht. De Nederlandse vertaling hiervan is onlangs in mei 2013 op de markt verschenen.

Vergelijking met de literatuur van Jozef Rulof.

Tussen de ‘BDE-ervaringen’ van Dr. Eben Alexander, zoals dat in het boek van hem nader beschreven wordt, zijn opmerkelijke overeenkomsten te vinden met de eerder op deze ‘blog’ verschenen artikelen over de ‘lichtsferen in de Geestelijke Wereld’. Artikelen over de zeven sferen in het ‘licht’, waarbij de literatuur van Jozef Rulof als uitgangspunt is genomen. De genoemde overeenkomsten zijn vooral zo opmerkelijk, omdat Dr. Alexander in zijn boek verklaarde, dat hij voor zijn ziekte zich nooit eerder met spirituele literatuur had bezig gehouden. Althans hij las hier geen boeken over, dit buiten het feit dat hij regelmatig op de hoogte werd gehouden van bijzondere BDE- ervaringen die sommige patiënten beleefden. Waar hij dan uitsluitend een medische verklaring voor zocht. Dit vanwege het feit dat hij voorheen niet echt geloofde in een voortbestaan na de dood. Zodoende kon Dr. Eben Alexander voor zijn ziekte niet op de hoogte zijn geweest van de uittredingservaringen van Jozef Rulof. De literatuur van Jozef Rulof wordt in de esoterie door velen als de ‘grondleer’ van de Geesteswetenschap beschouwd, zodat aan de authenticiteit van Jozef Rulof ’s uittredingservaringen dan ook niet getwijfeld wordt (zie hierover de website over Jozef Rulof: www.rulof.org). Dit alles maakt de overeenkomsten met de ervaringen van Dr. Alexander des te interessanter. In het onderstaande zal daarom wat specifieker op de overeenkomsten worden ingegaan.

De overeenkomst met de eerste ‘lichtsfeer’ van Jozef Rulof.  

Dr. Alexander beschrijft zijn ‘kennismaking’ met de wereld van het ‘licht‘ als volgt: “onder mij lag het platteland. Het was groen, weelderig en leek veel op de Aarde, maar was dat tegelijkertijd ook weer niet. Ik zweefde over bomen, bossen en velden, rivieren en watervallen. Hier en daar waren wat groepjes mensen en kleine dorpjes. Er waren ook kinderen die lachten en speelden. Verscheidene mensen zongen en dansten in het rond en soms zag ik zelfs een hond, die om hen heen rende en net zo vol vreugde was als de mensen zelf waren. Ze droegen eenvoudige, maar mooie kleren en het leek alsof de kleuren van deze kleding, dezelfde soort levendige ‘warmte’ uitstraalden als de bomen en de bloemen, die op het platteland om hen heen groeiden en bloeiden. Op een gegeven moment zweefde hij tussen de wolken. Grote wollige, roze witte exemplaren, die scherp afstaken tegen de diep strakblauwe lucht. Verder in het verhaal vertelt hij: ‘ik vloog over een wereld met ingewikkelde landschappelijke patronen, dat uit vele levendige kleuren bestond’. Gelijk de vleugels van een prachtige vlinder. Een prachtige bijna ongelooflijke ‘droomwereld’. Alleen en dat wist ik zeker, was het geen droom. Hoewel ik niet wist waar ik was, of zelfs wist wie ik was, wist ik één ding absoluut zeker. Deze wereld  waar ik zo plotseling in terecht was gekomen, was beslist helemaal echt.”  (zie het uitgebreide verslag hiervan in ‘de Hemel bestaat’, deel twee) 

Jozef Rulof beschrijft daarentegen in zijn ‘kennismaking’ met de eerste sfeer van het ‘licht’ het volgende: “de eerste sfeer van het Licht leek nog op een wereld die men ook op Aarde aan zou kunnen treffen, maar dan wel in een bijpassende landschappelijke omgeving”. De hemel was in deze eerste sfeer ‘grijsachtig blauw’ gekleurd. Overal in het prachtige landschap van ‘bergen, bossen, velden, meren en waterpartijen’, stonden de woningen van de bewoners, die naar veel ‘gevoel, smaak en kracht’ geschapen waren. Verder deze wereld betredend zag Jozef Rulof gebouwen, die een verscheidenheid aan ‘architectonische stijlen’ vertegenwoordigden en waarvan sommige gebouwen van een uitzonderlijke ‘schoonheid’ waren. Al deze gebouwen hadden een speciale ‘functie, doel en betekenis’. Verderop in het verhaal vertelt Jozef: “aan de voet van een berg, door veel ‘groen en bloemen’ omgeven, waren een groepje bewoners bijeen”. Te midden van hun stond iemand van middelbare leeftijd een vurig betoog tegen de toehoorders af te steken. Ook ontwaarde Jozef iets verder in het ‘prachtige landschap’ iemand die met zijn hond liep te wandelen, waarover hij zich hooglijk verbaasde. Ook huisdieren kunnen op speciaal verzoek in deze sfeer enige tijd verblijven, kreeg hij toen als antwoord. Maar dan moet er wel een speciale ‘liefdesband’ tussen de bewoner en het overleden dier hebben bestaan, kreeg hij te horen. (zie het verhaal over de ‘lichtsferen’ in de Geestelijke Wereld, deel 1)

In de verhalen van de beide schrijvers valt op, dat zij beiden een bijna Aards aandoend prachtig mooi ‘zonovergoten’ landschap beschrijven. Een landschap met beiden een ingewikkeld patroon en met ongeveer dezelfde verschijningsvormen in het landschap. Ook wordt er in beide verhalen gesproken over de woningen van de bewoners, in het ene geval over dorpjes en in het andere verhaal over verspreid liggende woningen, met hier en daar tempelachtige gebouwen in het landschap. Ook is in beide gevallen de kleur van de hemel nagenoeg hetzelfde en wordt er in beide verhalen over de aanwezigheid van een huisdier gesproken.

Communicatie via gedachten.  

Dr. Eben Alexander vertelt in zijn boek: ‘de communicatie met degene die mij begeleidde verliep via de gedachten’. De antwoorden op de vragen die ik in gedachte stelde gingen als een soort ‘windvlaag’ door me heen en ik begreep meteen wat de ander bedoelde en dat ook alles echt was. Ik wist dat op dezelfde manier als dat ik wist, dat de wereld om mij heen werkelijkheid was en niet een één of andere denkbeeldige fantasie. Telkens als ik in stilte een vraag stelde, kwam het antwoord meteen in een explosie van ‘licht, kleur, liefde en schoonheid’ tot mij, op een manier die door mij heen ‘spoelde’ als een overweldigende ‘vloeibare golf’. De ander beantwoorde elk van mijn vragen afzonderlijk maar op een manier die voorbijging aan taal. Gedachten kwamen direct bij me binnen. Ze waren niet vaag, ontastbaar of abstract. De gedachten waren ‘solide en direct’ en terwijl ik ze ontving, was ik in staat om ze meteen zonder enige moeite te begrijpen, waar ik in mijn aardse leven wellicht enige tijd over gedaan zou hebben om ze volledig te kunnen begrijpen.   

Jozef Rulof vertelt daarentegen in deel  vier van zijn verhaal over de zeven ‘lichtsferen’ het volgende daarover. De kinderen leerden in deze sfeer van het ‘Licht’ geen gesproken taal meer, zoals wij dat op Aarde kennen, maar communiceert men in gedachten direct met de innerlijke ‘levensbron’ van de ander. Twee levens ‘vloeien’ tijdens de communicatie als twee ‘vloeistoffen’ in elkaar over en begrijpt men in minder dan secondes wat de ander bedoelt, zonder dat er ook maar van enig misverstand sprake kan zijn. Elders in de literatuur van Jozef Rulof blijkt, dat deze wijze van communicatie in alle ‘lichtsferen’ van de Geestelijke Wereld algemeen gebruikelijk is. Slechts in de ‘fijnstoffelijke’ werelden, die bekend staan als het  ‘schaduwrijk’, wordt van de gesproken taal zoals wij dat op Aarde kennen gebruik gemaakt.  Ook uit deze twee verhalen blijkt dat men exact dezelfde wijze van communicatie voor ogen heeft, zodra men de werelden van het ‘Licht’ betreedt.

God.

Dr. Eben Alexander beschrijft in zijn boek zeer expliciet over zijn ontmoeting met de goddelijke entiteit, die hij als God of de goddelijke Albron ervoer en waarmee hij daadwerkelijk kon communiceren. Hij beschrijft zijn ervaringen hierover als volgt: ‘op een gegeven moment betrad ik een enorme, gitzwarte en oneindige leegte’. Een ‘leegte’ die wel leeg was, maar op een één of andere manier toch oneindig vertroostend aanvoelde. Hij beschrijft: ‘ook al was het er nog zo donker, je zag toch dat de ruimte geleidelijk aan overliep in licht, een licht dat leek te komen van een schitterend lichtgevend en imposant ‘hemellichaam’ dat ik naast mij zag en voelde’. Dit hemellichaam of het imposante ‘Wezen’ dat zij vertegenwoordigde was zo dichtbij, dat er totaal geen afstand was tussen het Wezen en mij. Tegelijkertijd kon ik de onmetelijke en reusachtigheid van dit Wezen voelen en voelde ik mij daarbij volkomen in het niet. Hij beschrijft verder: ‘ik kon het niet volledig begrijpen, maar ik was er zeker van dat het lichtgevende ‘hemellichaam’ een soort verbinding legde tussen mij en zijn alles doordringende ‘aanwezigheid’ in de grote leegte waarin ik mij plotseling bevond. Sterker nog, ik voelde mij op een gegeven moment één worden met het lichtgevende ‘hemellichaam’ dat voor mij God vertegenwoordigde en voelde heel sterk het creatieve ‘oer aspect’ van dit almachtige Wezen. Voorts beschrijft hij, hoe hij in gedachten met deze Albron communiceerde.

De literatuur van Jozef Rulof gaat echter niet expliciet in op de manifestatie van een specifieke goddelijke entiteit, maar omschrijft de zevende ‘lichtsfeer’ als een volstrekt paradijselijke situatie, waar de hoogste geestelijke Meesters in verblijven. Doch in het artikel over de ‘zeven niveaus van bewustzijn’ op deze ‘blog’, wordt daarentegen wel nader ingegaan op het goddelijke aspect. Voor de ‘zeven niveaus van bewustzijn’ is eerder de literatuur van het trancemedium Lex Persoon (www.lichtsferen.com) als inspiratiebron gebruikt. Dit artikel vertelt in het kort het volgende hierover: ‘het zevende ofwel het goddelijke niveau van bewustzijn’ is een niveau, dat men vanuit een menselijk gezichtspunt kan zien als een omgeving waar ‘God of welke Hogere Macht dan ook’ verkeert, maar dat zich echter niet op die manier manifesteert. Hier heerst evenwel een ‘energiefrequentie’ op het niveau van de ‘Al-geest’. God of de Al-geest moet men zien als een immens groot  ‘krachtveld’, een soort universele ‘levenskracht’ (anders dan Prana), die aan de schepping ten grondslag ligt en leven geeft aan al wat ‘leeft en bloeit’. Zowel op Aarde als overal in ons Universum. Nabij deze Al-geest voelt men, zonder van emotie te spreken, de aanwezigheid van iets wat God genoemd kan worden. Van een serene ‘rust en tevredenheid’, die men alleen op dit niveau kan ervaren. Van een gevoel eindelijk ‘thuis’ te kunnen zijn, met gevoelens van ‘vrede, liefde en geluk’, die niet onder woorden te brengen zijn. De lange weg die de mens heeft af te leggen naar uiteindelijk het ‘Licht van de Al-geest’, is als het ware het binnendringen in het waarachtige Licht, het absolute ‘Licht’ dat in zijn totaliteit alles omvat wat daaronder maar begrepen zou kunnen worden. God is ‘Licht en waarachtige Liefde’, op een manier die uitsluitend en alleen op dit niveau zo tot uitdrukking gebracht zou kunnen worden.

De omschrijving die de ‘zeven niveaus van bewustzijn’ geeft aan het allerhoogste bewustzijnsniveau, komt opmerkelijk genoeg sterk overeen met de omschrijving die Dr. Alexander hierover geeft. Met dien verstande dat Dr. Alexander het goddelijk energieveld als een alles ‘doordringende’ aanwezigheid voelde, zich op een gegeven moment ook Eén voelde met dit energieveld, maar het energieveld ook gevisualiseerd zag in de vorm van een lichtgevend ‘hemellichaam’. Hetgeen overigens ook in meerdere esoterische literatuur voorkomt. In de ene literatuur wordt God als een ‘ondoordringbaar’ licht omschreven en in andere literatuur als een soort ‘lichtbron’ in de vorm van een Zon die aan het ‘hemelse’ firmament staat. Dr. Alexander beschrijft de Al-geest verder als een ‘leegte’, die desondanks vertroostend aanvoelde. In zijn boek vertelt hij, ‘het was bij het betreden van de ‘leegte’, alsof ik werd geboren in een immens grote wereld en het universum opeens als één grote kosmische baarmoeder zag’. De volkomen onmetelijkheid die het Al en mij scheidde, maakte dat ik waarschijnlijk visueel gezien het ‘hemellichaam’ als gezelschap had. Het hemellichaam dat een soort verbinding legde tussen mij en de allesdoordringende aanwezigheid die mij omringde. Beide schrijvers spreken ook over het nadrukkelijk ‘voelen’ van de Al-geest en zonder over emoties te spreken, de aanwezigheid ervaren van iets dat God genoemd kan worden. Van een ‘serene rust en tevredenheid’, het eindelijk ‘thuis’ te kunnen zijn.

Ooit is God in de esoterische literatuur als volgt omschreven: 

Ik ben de Alfa en de Omega;
Ik ben het Eeuwige licht van Schepping;
Ik ben het Begin en het Eind;
Ik ben dat wat Is;
Ik ben dat wat Was;
Ik ben dat wat Zal Zijn;
Ik ben de Golf van Goddelijke Activiteit;
Ik ben de Levende God;
Die de Onsterfelijke Ziel kleedde;
Met Menselijk Vlees;


De Al-geest verklaarde: 'het menselijk ras heeft het vermogen om net zoals Ik het goddelijk Licht te hanteren. Ooit zullen zij dit vermogen herinneren en in staat zijn materiaal te scheppen uit de pure energie van dit goddelijk Licht'.


Inspiratie: Na dit leven, Dr. Eben Alexander.
www. lichtsferen.com
www. rulof.org
Het internet. 


                                                                                    

 

 

donderdag 13 juni 2013

De 'Hemel bestaat' Deel twee


Aanvullende informatie

Wat voorafging.

De ‘Hemel’ bestaat: ‘de ervaring van een neurochirurg in het hiernamaals’, is de titel van een onlangs verschenen hoofdartikel in het weekblad ‘Newsweek’, dat door de arts Dr. Eben Alexander (58) geschreven werd. Als neurochirurg en docent aan de Harvard Medical School en een aantal andere universiteiten, geloofde Dr. Alexander aanvankelijk dat er alleen maar strikt wetenschappelijke verklaringen te vinden waren, voor de ‘bijna-doodervaringen’ (BDE) die veel mensen beschreven. Hij geloofde zelf niet echt in het bestaan van God of een eeuwig voortbestaan na de dood. Dr. Eben Alexander verhuisde in 2006 naar Lynchburg, Virginia, waar hij onderzoek deed naar minder invasieve vormen van hersenchirurgie, waar hij gerichte X-stralen en digitale scanners bij gebruikte. Toen hij in 2008 echter getroffen werd door een ‘bacteriële meningitis’ en zeven dagen in een zeer diepe coma lag’, bleek al gauw een groot deel van zijn hersenen niet te functioneren. Toen hij op wonderbaarlijke wijze na zeven dagen toch weer tot bewustzijn kwam, verklaarde hij een zeer opmerkelijke ‘BDE-ervaring’ te hebben gehad, die hem nu opeens wel overtuigde over het bestaan van een God en in een ‘bewustzijn’ dat na de dood op een andere manier blijft voortbestaan.   Dr. Alexander zegt dat zijn ervaring anders is dan de vele andere ‘BDE-ervaringen’, omdat voor zover hij weet nooit iemand iets dergelijks heeft meegemaakt, terwijl een belangrijk deel van de hersenen compleet was uitgeschakeld. Bovendien stond zijn lichaam tegelijkertijd door zijn directe collega’s onder zeer streng medisch toezicht. Veel wetenschappelijke argumenten tegen ‘BDE-ervaringen’ suggereren dat ze het resultaat van een storing in de ‘cortex’ zijn. De ‘BDE-ervaring’ van Dr. Alexander vond echter plaats toen zijn ‘cortex’ volledig was uitgeschakeld en niet omdat die slecht functioneerde. Dit ontbreken van hersenactiviteit bij Dr. Alexander werd bevestigd door zowel de ernst en de duur van meningitis, als door direct uitgevoerde ‘hersenscans’ en uitgebreid neurologisch onderzoek. Dr. Alexander verklaarde: ‘volgens de huidige medische kennis van de hersenen en het functioneren van het brein, had ik tijdens mijn diepe coma absoluut en op geen enkele manier zelfs, maar een vaag en beperkt bewustzijn kunnen ervaren. Laat staan de ‘BDE-ervaring’ die ik beleefd heb: ‘een hoogst levendige, zeer duidelijke en volkomen samenhangend ‘odyssee’, die men op deze wijze nooit in zo’n situatie ervaren zou kunnen hebben’.

Mystieke ervaring.

Dr. Eben Alexander schreef over zijn volledige reis in het hiernamaals een boek: ‘Proof of Heaven’. A neurosurgeon’s Journey into the Afterlife, dat 23 oktober 2012 voor het eerst werd uitgebracht. Het boek behandelt uitvoerig onderwerpen als: ‘het bewustzijn, de dood nabij en de hemel’. Het boek is sinds kort in het Nederlands verschenen onder de titel: ‘Na dit Leven’. Voor wat betreft het onderwerp over de ‘hemel’, beschrijft Dr. Alexander zijn ‘mystieke’ ervaringen uitgebreid op de volgende wijze:  

Duisternis.

Toen Dr. Alexander in een diepe comateuze toestand verkeerde omdat zijn ‘cortex’ volledig uitgeschakeld was en zijn brein totaal niet meer functioneerde, merkte hijzelf plotseling dat hij op een voor andere niet zichtbare wijze, bij ‘kennis’ kwam. Hij vertelt dat hij ‘wakker’ werd in een wereld van volslagen duisternis, althans zo leek het maar het was een zichtbare duisternis. Een duisternis waar hij doorheen kon kijken en leek op een wat wazige ‘geleiachtige’ substantie. Hij kwam bij ‘kennis’, maar met een bewustzijn zonder herinneringen of identiteit, als in een droom waarin je geen duidelijk beeld hebt van wie of wat je bent. Hij had daar totaal geen tijdsbesef en vond het aanvankelijk niet erg om daar te zijn. Maar op een bepaalt moment werd hij zich bewust van zijn omgeving en bleek hij achteraf gezien in een soort duistere ‘onderwereld’ terecht te zijn gekomen. (Wat volgens zijn beschrijving esoterisch gezien, opmerkelijke overeenkomsten vertoont met het laagste fijnstoffelijke niveau van de vier etherische gebieden van de fysieke dimensie). Doordat Dr. Alexander zich steeds scherper bewust werd van zijn omgeving, begon hij in paniek te raken en stelde zichzelf de vraag, hoe hij uit zijn benarde positie weg kon komen. Terwijl hij zich dat afvroeg dook er plotseling iets in zijn omgeving op. Iets wat licht uitstraalde en de duisternis uiteen deed vallen. In het licht ontwaarde hij een opening waar hij vervolgens naar toe getrokken werd. Voordat hij het zich realiseerde begon hij op te stijgen en vloog hij in een flits door de opening heen, waarna hij in een compleet nieuwe wereld terecht kwam. Een wereld waar hij overheen leek te ‘zweven’ en de vreemdste, mooiste en prachtigste wereld onder zich voorbij zag glijden. Een wereld met een landschap dat hij nog nooit eerder van zijn leven had gezien.

Een hemels landschap.   

Dr. Eben Alexander beschrijft zijn ervaring hierover als volgt: ‘onder mij lag het platteland. Het was groen, weelderig en leek veel op de Aarde, maar was dat tegelijkertijd ook weer niet’. Ik zweefde over bomen, bossen en velden, rivieren en watervallen. Hier en daar waren wat groepjes mensen en kleine dorpjes. Er waren ook kinderen die lachten en speelden. Verscheidene mensen zongen en dansten in het rond en soms zag ik zelfs een hond, die om hen heen rende en net zo vol vreugde was als de mensen zelf waren. Ze droegen eenvoudige, maar mooie kleren en het leek alsof de kleuren van deze kleren, dezelfde soort levendige ‘warmte’ uitstraalden als de bomen en de bloemen, die op het platteland om hen heen groeiden en bloeiden. Een prachtige bijna ongelooflijke ‘droomwereld’. Alleen en dat wist ik zeker, was het geen droom. Hoewel ik niet wist waar ik was, of zelfs wist wie ik was, wist ik één ding absoluut zeker. Deze wereld  waar ik zo plotseling in terecht was gekomen, was beslist helemaal echt. Dr. Alexander vervolgt: ‘ik weet niet hoe lang ik daar rondvloog, maar op een gegeven moment besefte ik dat ik niet alleen zweefde’. Er zweefde plotseling iemand naast mij. Het was een bijzonder mooi meisje met hoge jukbeenderen en diepblauwe ogen. Zij leek een tiener, maar was het misschien ook weer niet. Het meisje droeg dezelfde soort eenvoudige kleding als de mensen in het dorpje beneden. Goudbruine lokken omlijsten haar prachtige, fijn gevormde gezicht. We vlogen samen over een wereld  met een ingewikkeld landschappelijk patroon, dat tevens bestond uit onbeschrijflijke ‘levendige’ kleuren, gelijk de vleugels van een vlinder. Sterker nog, overal om ons heen waren grote groepen van wel miljoenen vlinders bij elkaar. Enorme fladderende ‘golven’ die naar beneden vlogen, de struiken in en daarna weer tegelijk naar boven vlogen in onze richting. Er verscheen niet telkens één vlinder, maar waarlijk een hele groep die samen een ‘stroom’ vormde, die zich levendig en kleurrijk door de lucht bewoog. Het mooie meisje en ik, zweefde in een traag slingerende formatie langs de bloeiende bloemen en boomknoppen, die zich meteen openden als we dichter in de buurt kwamen. Het mooie meisje was weliswaar eenvoudig gekleed, maar de kleuren (kobaltblauw, indigo en pasteloranje perzik), hadden dezelfde overweldigende ‘levendigheid’ als al het andere in het landschap en de omgeving onder ons.  

Als in een ‘windvlaag’.

Dr. Alexander vertelt verder: ‘plotseling keek het meisje mij aan met een blik, die als je hem vasthield, maakte dat je hele leven tot dan toe de moeite waard was geweest om geleefd te worden’. Het was geen verliefde blik, maar iets hogers, iets geestelijks. Een blik van pure liefde, waarin alle andere soorten liefde besloten lag, terwijl hij tegelijkertijd echter en zuiverder was dan al het andere. Zij sprak zonder woorden tegen mij. De boodschap ging als een soort ‘windvlaag’ door me heen en ik begreep meteen wat zij bedoelde en dat alles waar was. Ik wist dat op dezelfde manier als ik wist dat de wereld om ons heen echt was, niet een één of andere voorbijgaande en denkbeeldige fantasie.  Het meisje zond in gedachten de volgende boodschap naar mij uit: ‘je wordt bemind en gekoesterd, innig en voor altijd. Je hebt niets te vrezen en je kunt niets fout doen’. De boodschap stroomde met een enorm gevoel van opluchting door me heen en vervulde mij met grote vreugde. Zij vervolgde: ‘we zullen je hier veel dingen laten zien, maar uiteindelijk ga je terug’. Opnieuw kwam dit alles in gedachten tot mij, zonder dat dit in woorden werd uitgedrukt. De vraag rees direct bij mij op, terug naar waar? Daar waar je eerder vandaan kwam, was het eenvoudige antwoord. In de tussentijd bevonden we ons in de wolken. Grote, wollige, roze witte exemplaren die scherp afstaken tegen de diepe strakblauwe lucht. Boven de wolken, onmetelijk hoger dan wij waren, hingen zwermen ietwat ‘transparantachtige’ wezens, die ‘fonkelend en stralend’ over de hemel verspreid waren en lange, wimpelachtige lijnen achterlieten. Waren het vogels, engelen? Deze gedachten kwamen bij mij op, maar geen van deze woorden doet recht aan de wezens zelf. Wezens die totaal anders waren dan wat wij van de Aarde kenden. Ze leken op een andere manier veel verder en hoger ontwikkeld dan wij. Terwijl wij daar zweefden kwam opeens een luid en schallend geluid, als van een schitterend gezang van boven naar beneden en ik vroeg mij af of deze ‘engelen’ dit voortbrachten. Later realiseerde ik mij dat deze wezens tijdens het vliegen zoveel vreugde beleefden, dat het gewoon niet anders kon, dan dat zij dit geluid maakten. Het zingende geluid was tastbaar en voelde bijna echt aan, als ‘regen op je huid’ terwijl je  toch niet nat wordt. Dr. Alexander beschrijft: ‘zien en horen waren niet gescheiden op deze plek waar ik nu was’. Ik kon de visuele schoonheid van de zilverachtige, stralende lichamen van deze schitterende wezens boven mij horen. En ik kon de opwellende, vreugdevolle perfectie van wat ze zongen zien. Het leek alsof je niet naar iets in deze wereld kon kijken of kon luisteren, zonder er niet meteen op een mysterieuze manier  deel van uit te moeten maken.

Gedachten communicatie.

Dr. Alexander vervolgt: ‘er stond waar wij zweefden, een warme wind, eentje die op een perfecte zomerdag zomaar gaat waaien’. Een wind die de blaadjes van de bomen licht doet bewegen en voorbij stroomt als zacht hemels water. Kortom een hemels briesje. Het veranderde alles, het bracht de wereld rondom mij zelfs nog een octaaf hoger, naar een hogere vibratie. Hoewel mijn taalfunctie nog altijd op een laag pitje stond, begon ik in gedachten vragen te stellen aan het mooie wezen naast mij. Telkens als ik in stilte een vraag stelde, kwam het antwoord meteen in een explosie van ‘licht, kleur, liefde en schoonheid’, op een manier die door mij heen ‘spoelde’ als een overweldigende golf. Ze beantwoorde elke vraag afzonderlijk maar op een manier die voorbijging aan taal. Gedachten kwamen direct bij me binnen. Ze waren niet vaag, ontastbaar of abstract. De gedachten waren ‘solide en direct’ en terwijl ik ze ontving, was ik in staat om ze meteen zonder enige moeite te begrijpen, waar ik in mijn aardse leven misschien enige tijd over gedaan zou hebben om ze volledig te kunnen begrijpen.   

God.

Vervolgens vertelt Dr. Alexander, dat hij op een gegeven moment een enorme, gitzwarte en oneindige ‘leegte’ binnen ging. Een ‘leegte’ die toch oneindig vertroostend aanvoelde. Dr. Alexander schrijft hierover: ‘ook al was het er nog zo donker, je zag toch dat de ruimte geleidelijk overliep in licht, een licht dat leek te komen van een schitterend lichtgevend en imposant ‘hemellichaam’ dat ik naast mij zag en voelde’. Een hemellichaam dat levend en net zo reëel was, als het eerdere gezang van de engelachtige wezens. Was dit hemellichaam ‘God, de Schepper, de Bron’, of welke naam je ook kiest voor het opperwezen, dat verantwoordelijk is voor het scheppen van de wereld en voor alles wat erop leeft? Dit hemellichaam of het imposante ‘Wezen’ dat zij vertegenwoordigde was zo dichtbij, dat er totaal geen afstand was tussen het Wezen en mij. Tegelijkertijd kon ik de onmetelijke en reusachtigheid van dit Wezen voelen en voelde ik mij daarbij volkomen in het niet. Dr. Alexander was er op een gegeven moment van overtuigd dat dit wezen God moest zijn en gebruikte nadien het woord ‘Al’. Het Al voor alwetend, almachtig en voor de onvoorwaardelijke Liefde die het Al vertegenwoordigt. Hij beschrijft: ‘ik kon het niet volledig begrijpen, maar ik was er zeker van dat het lichtgevende ‘hemellichaam’ een soort verbinding legde tussen mij en met zijn alles doordringende ‘aanwezigheid’ in de grote leegte waarin ik mij plotseling bevond. Sterker nog, ik voelde mij op een gegeven moment één worden met het lichtgevende ‘hemellichaam’ dat voor mij God vertegenwoordigde en voelde heel sterk het creatieve ‘oer aspect’ van dit almachtige Wezen. Ik heb nooit rechtstreeks de stem van God of het Al gehoord, of het gezicht van het Al gezien. Maar het was alsof het Al in gedachten met mij communiceerde. Gedachten die als massieve ‘golven’ door mij heen gingen, alle conventionele gedachten omverwierpen en lieten zien dat er nog diepere lagen van werkelijkheid zijn waarin wij ook bestaan. Lagen waar iedereen altijd en overal deel van uitmaakt, maar waar we ons over het algemeen niet bewust van zijn. Communiceren met God is de meest buitengewone ervaring die men zich voor kan stellen en tegelijkertijd is het de meest natuurlijke van allemaal, omdat ‘God of het Al’ altijd in onszelf aanwezig is. We zijn altijd één met God door onze goddelijke link met Hem. Via het hemellichaam vertelde het Al mij dat er niet één universum is maar vele, in feite meer dan ik kon bevatten, maar dat van alle universums  ‘Liefde’ de basis was. Het ‘kwaad’ was ook in alle andere universums aanwezig, maar slechts in geringe mate. Het ‘kwaad’ was nodig, want zonder dat zou een vrije wil onmogelijk zijn en zonder vrije wil zou er geen groei zijn. Er zou geen voorwaartse beweging zijn en geen kans voor ons om te worden, wat God graag wil dat wij worden. Zo afschuwelijk en zo krachtig als het kwaad soms schijnt te zijn, in het grotere geheel voert ‘Liefde’ altijd de boventoon en zal Liefde uiteindelijk zegenvieren.

Tijd en ruimte.

Dr. Alexander beschrijft verder: ‘ik zag een overvloed van leven in de ontelbare universums waaronder een aantal waar de intelligentie van bewoners op diverse planeten, veel groter en verder ontwikkeld was dan die van de mensheid op Aarde’. Ik zag dat er ontelbare hogere dimensies waren, maar dat de enige manier om deze dimensies te leren kennen is, door ze binnen te gaan en ze aan den lijve te ondervinden. Ze kunnen niet begrepen of gekend worden vanuit een lagere dimensionale werkelijkheid. Oorzaak en gevolg bestaan ook in deze hogere dimensies, maar ze vallen buiten ons aardse begrip ervan. De wereld van ‘tijd en ruimte’ waarin we ons in dit aardse rijk bewegen is beperkt en op gecompliceerde wijze verbonden aan deze hogere werelden. Met andere woorden, deze werelden staan niet geheel los van de onze, omdat alle werelden onderdeel zijn van dezelfde overkoepelende, goddelijke werkelijkheid. Vanuit die hogere werelden heeft wel elk iemand toegang tot elk moment of elke plek in onze wereld, doch omgekeerd kan dat niet.  

Credo.

‘Ik moet bereid zijn om op te geven wie ik ben om te worden wie ik wil zijn’. Aldus Albert Einstein. Dr. Alexander verklaart: ‘Einstein was een van mijn eerste wetenschappelijke helden en het citaat van Einstein is altijd een van mijn favorieten geweest’. Maar ik begreep nu pas wat deze woorden eigenlijk werkelijk betekenden. Telkens als ik mijn verhaal aan een van mijn wetenschappelijke collega’s vertelde, merkte ik aan hun reactie dat ik iets vertelde wat er wetenschappelijk echt wel toe deed. En dat opende de deur naar een heel nieuwe wereld van wetenschappelijke toepasbaarheid. Een buitenzintuigelijke observatie die het ‘bewustzijn of de geest’ de herkenning gaf, zelf de grootste entiteit van ons gehele bestaan te zijn. Maar van de vele honderden BDE-ervaringen die ik als wetenschapper heb meegemaakt was er niet één, die op de manier zoals ik dat heb meegemaakt, draaide om de aardse identiteit. Tijdens mijn ‘uitstapje’ buiten mijn eigen lichaam had ik namelijk mijn aardse identiteit niet herinnerd. Ik had al vroeg tijdens het bestuderen van al de BDE- ervaringen ontdekt, dat er een zeer constante lijst was met typische kenmerken die bij veel BDE- ervaringen voorkomen. Veel van de verhalen hebben het onder andere over een ontmoeting met een of meerdere overleden personen uit het leven van de persoon in kwestie. Ik daarentegen had geen enkele ontmoeting met iemand die ik in mijn leven heb gekend. Maar het feit dat je tijdelijk zonder enige herinnering aan de eigen identiteit een kristal helder en logisch ‘odyssee’ in de Geestelijke Wereld meemaakt, onder omstandigheden die volstrekt anders waren dan die ik op Aarde ooit mee had kunnen maken, zo iets was ik nooit eerder in  mijn wetenschappelijk onderzoek tegengekomen. Ik weet dat er mensen zijn die ijverig van alles zullen zoeken om mijn bijzondere ervaring in de Geestelijke Wereld te ontzenuwen en te niet te doen. En dat ook velen haar als onzin zullen afdoen, omdat ze weigeren te geloven dat wat ik heb ondergaan, misschien wel wetenschappelijk kan zijn, maar wellicht ook een één of andere droomtoestand. Doch, ik weet wel beter. En zowel in het belang van mijn medemens op Aarde, als voor degenen die ik in de Geestelijke Wereld heb ontmoet die ik bepaalde beloftes heb gedaan, vind ik het mijn plicht om mijn ervaring zoveel mogelijk met iedereen te kunnen delen. Niet alleen draaide mijn reis naar het hiernamaals om ‘Liefde’, maar die ging ook om wie we zijn en hoe wij allemaal met elkaar verbonden zijn. Met andere woorden, het ging in essentie om de werkelijke ‘Zin’ van het bestaan. Ik ben nog steeds wetenschapper, nog steeds praktiserend Neuroloog en als zodanig voel ik twee zaken die ik uit moet dragen: de ‘waarheid’ te eerbiedigen en mensen te genezen. Dit betekent dat ik mijn verhaal wel moet vertellen. Een verhaal, waarvan ik met het verstrijken van de tijd het gevoel heb, dat het absoluut niet voor niets is geweest. Ik voel het daarom als mijn plicht om zowel mijn medemens als de wetenschappelijke wereld te vertellen, dat er niet alleen een fysieke wereld bestaat, maar dat het ‘bewustzijn of de geest’ niet als het grootste mysterie van dit fysieke bestaan aangemerkt dient te worden. Maar dat wij als menselijk wezen per definitie het ‘bewustzijn of de geest’ vertegenwoordigen. Een bewustzijn dat buiten het fysieke lichaam om, op dezelfde rationele manier als menselijk wezen kan blijven functioneren als voorheen. Ik weet van mijzelf dat ik daar het levende bewijs van ben.  



Inspiratie: Na dit leven, Dr. Eben Alexander
Het internet.

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

woensdag 5 juni 2013

De wereld verandert. Deel 12


 Wat voorafging.

Het Aquariustijdperk deed formeel zijn intrede op 21 december 2012, maar de energie van Aquarius is al vanaf de achttiende eeuw bezig zich in de mensheid te openbaren. Inmiddels zijn we precies halverwege de ‘overgangstijd’ en zal de energie van het nieuwe tijdperk over  twee tot driehonderd jaar volledig ingetreden moeten zijn. Niemand zal tegenwoordig nog ontkennen dat de wereld aan het veranderen is. Los van de economische crisis waarin wij wereldwijd in verkeren, is alles aan verandering onderhevig en lijkt zelfs de tijd te veranderen en sneller te gaan dan voorheen. Dit alles is echter wel een feit en geschiedt onder invloed van ‘solaire’ krachten vanuit de Kosmos en door kleine wijzigingen in de constellaties van planeten en sterren, met een kleine verschuiving in de aardas als gevolg hiervan, waardoor er uiteindelijk vanuit de Kosmos enorme krachtvelden naar de mensheid  werkzaam zijn. Vaak komt daardoor alles in een stroomversnelling. Eenmaal begonnen, lijken bepaalde ontwikkelingen steeds sneller te gaan. Men wil steeds meer kennis vergaren en gebeurt er steeds meer rond al datgene wat in een stroomversnelling is geraakt, gebeurtenissen waarop men geen greep meer lijkt te hebben. Steeds vaker blijkt dat bepaalde verwachtingspatronen, ideeën en beelden die men had, plotseling anders verlopen. Alles gaat anders, alles is anders dan toen de mensheid nog volop in het patroon van het voorbije ‘Vissentijdperk’ leefde, waarin alles via geijkte conservatieve patronen verliep en waarin iedere stap was ‘gepland en werd opgevolgd’. Het Aquariustijdperk is echter anders en verloopt niet volgens vaste lijnen, maar is een tijdperk van versnelling, van verandering en van invloeden die men tevoren niet geheel kan overzien. Ook een tijdperk van grote veranderingen ten opzichte van het kunnen van de mens en de ongekende mogelijkheden, die de mens ter beschikking zullen komen te staan. De krachten van Aquarius zijn krachten van ‘waarheid, licht en onbaatzuchtige liefde’. Tevens krachten van mondiale vrijheid, wederzijds respect en van begrip voor elkaar, maar ook van individualiteit en van zelfstandige ontplooiing. Doch dient men te begrijpen dat elke vooruitgang in kleine stapjes voorwaarts gaat en dat ook de toekomst zich via de weg der ‘geleidelijkheid’ ontwikkelt.

Samendelen.

Het wordt steeds duidelijker dat het economische bestel van tegenwoordig niet langer meer werkt. Teveel mensen worden wereldwijd, miljoenen zelfs, uitgesloten van het recht op voldoende voedsel om in leven te blijven. Het productieve vermogen van onze planeet is enorm, maar de manieren van distributie en van eerlijke en rechtvaardige verdeling zijn zo ontoereikend en oneerlijk, dat miljoenen mensen van de eerste levensbehoeften verstoken blijven en onnodig lijden en sterven. Velen weten dat, politici weten dat, regeringsleiders weten dat, maar er wordt te weinig gedaan om dit onrecht te verhelpen. Hoeveel langer moeten de armen op deze wijze nog lijden? Hoe lang kunnen de landen deze mondiale onrechtvaardigheid nog dulden voordat alles echt uit de hand gaat lopen? Waarom wil men er niet aan om deze tragische, eindeloos voortslepende toestand recht te zetten? Een toestand waarbij miljoenen lijden en sterven van armoede te midden van overvloed? Waarom kiest men niet voor de eenvoudigste oplossing, de oplossing van het op een rechtvaardige wijze delen van de overvloed die onze planeet te bieden heeft? Dat de rijken de rijkdom die zij beheren, uiteindelijk toch moeten delen is niet alleen verstandig en eerlijk, maar ook van wezenlijk belang voor de wereldvrede en het welzijn van allen. Alleen wijs en eerlijk ‘samendelen’ zal de vrede kunnen brengen, waar alle mensen naar verlangen. Want zonder ‘samendelen’ zou er nooit vertrouwen kunnen ontstaan.

Bewustwording.

Over de hele wereld worden inmiddels mensen zich bewust van de mogelijkheid van een beter leven, van de mogelijkheid van een leven waarvan ‘vrijheid en rechtvaardigheid’ het hart vormen. De stem van het volk begint steeds vaker van zich te laten horen en de huidige representatieve vorm van regeren’, zal op termijn door de ‘ideologie en de wensen’ van het volk worden vervangen. Alles gaat zo snel, dat veel politici geen controle meer hebben over de gebeurtenissen. Er is een nieuw politiek tijdperk begonnen, waarin mensen zich bewust worden van hun fundamentele mensenrechten, hun vrijheden en van hun verantwoordelijkheden tegen over zichzelf en voor elkaar. De gebeurtenissen van de ‘Arabische Lente’ en van soortgelijke opstanden die nu ook in Turkije plaats vinden, zijn een teken dat de jongeren sterk reageren op de energieën van Aquarius. Zonder dat zij zich dat realiseren zijn ze eerder dan hun ouderen, zich bewust geworden van de nieuwe energieën van Aquarius en van de beloften die dat met zich meebrengt. Ze hebben al hun angsten afgeschud en offeren zich nu graag op voor een nieuw gevonden vrijheid, rechtvaardigheid en waardigheid. Een nieuw soort ‘grootsheid’ ontspruit zich tegenwoordig onder de jongeren. Wereldwijd worden mensen zich bewust van de noodzaak en mogelijkheid van verandering. Politici en economen noemen de huidige toestand een ‘crisis’ en een neergang en afbraak van onze huidige welvaart. In werkelijkheid zijn we getuige van de laatste ‘stuiptrekkingen’ van de oude gevestigde orde. Miljoenen mensen beginnen in te zien dat ongebreidelde ‘macht, hebzucht, wedijver en onrechtvaardigheid’ niet bepaalt de veiligste weg voor de mensheid vormen. En dat dergelijke materialistische beginselen voor de onoplettende een gevaarlijke koers creëren en uiteindelijk de mondiale crisis scheppen waarin we thans verkeren. Natuurlijk zijn er velen die nog steeds krampachtig vast proberen te houden aan het materiële denken van het voorbijgaande tijdperk. Het volk echter ontwaakt, een andere ‘trom’ (soms letterlijk) slaat een nieuw ritme en volkeren reageren daarop. In bijna elk land bespeuren mensen een nieuw ‘licht’, een stimulerend denkbeeld en een toenemende hoop op een betere toekomst. ‘Vrijheid, Rechtvaardigheid en Vrede’ worden aangevoeld als dichterbij, werkelijker en meer haalbaarder dan ooit tevoren. Mondiale communicatie geeft mensen een nieuw besef van ‘Eenheid’ en van zichzelf als één mensheid. Deze nieuwe gewaarwording is natuurlijk nog niet volledig, maar men bespeurt wel duidelijk een nieuwe tendens in deze richting.  

Grenzen stellen.

De huidige tijd waarin wij leven wordt in belangrijke mate beheerst door een voortdurende stroom aan informatie, informatie die de media ‘goed of slecht’, op allerlei fronten bij de mens onder de aandacht brengt. De mens wordt zodanig overstelpt met kennis, dat hij soms geen keus kan maken van wat ‘fictie of wat werkelijkheid’ is. Vaak kan men ook door al deze informatie geen onderscheidt meer maken, tussen dat wat voor hem of haar belangrijk is of belangrijk schijnt. Het is opgedrongen kennis zonder dat een mens zich doorgaans nog af kan sluiten van al deze informatie en van de vele mogelijkheden die er geboden worden. Een mens kan veel informatie tot zich nemen en juist in de tijd waarin wij leven, komt het op grenzen aan die men voor zichzelf dient te stellen. In een wereld van veel aanbod, van veel kennis en mogelijkheden, maar ook met veel welvaart, wordt de mens meer dan ooit geconfronteerd om grenzen bij zichzelf te zoeken. Het is ieders verantwoordelijkheid om zijn of haar eigen grenzen te bepalen en te kijken van wat men wil en wat men niet wil. De mens neemt voortdurend kennis op, zowel in ‘materieel als in immaterieel’ opzicht of op het spirituele vlak. Het is belangrijk om zelf te bepalen wat in het leven van toepassing is of wat niet van toepassing is.  Doch om de juiste keuzes te maken is het belangrijk om te weten: maakt datgene wat tot mij komt, mij in mijn ‘denken doen of laten’ afhankelijk van anderen, of laten ze mij vrij om te gaan en te staan waar ik wil?. Men kan zelf kiezen of het past of niet past in het leven. Uiteindelijk gaat het om het juiste inzicht, dat een ieder voor zichzelf moet bepalen.   

Zielenhoogte. 

Wat niet geheel los gezien kan worden van het stellen van de eigen grenzen, is de ‘zielenhoogte’ ofwel het ontwikkelingsniveau van de ziel, dat in zeven niveaus van bewustzijn is in te delen*. Dat niet iedereen een hoog bewustzijnsniveau vertegenwoordigt bewijst wel het feit dat er zoveel ‘disharmonie, strijd en onrecht’ op de wereld is. Men zou kunnen stellen, dat de mensheid en de wereld nog volop in ontwikkeling is. Veel jonge zielen, die in verhouding nog niet zo vaak geïncarneerd en gereïncarneerd zijn, bevolken momenteel de wereld. Deze zielen bezitten ‘karmisch’ gezien nog weinig geestelijk bewustzijn, maar voeren wel veelal de boventoon. Daar tegenover staan de oude zielen die juist niet de toon aangeven, maar zich in rust en stilte verdiepen. De ouden die elkaar weliswaar sterken, maar die gelet op de omstandigheden ook worstelen met harmonie, evenwicht en balans. Maar dan wel op een hoger en wijzer geestelijk niveau. Vanzelfsprekend is er natuurlijk nog sprake van verschillende niveaus tussen deze twee zielengroepen. Niveaus die elkaar in zekere mate allemaal overlappen. Maar de overwegend grotere groep jonge zielen die op Aarde is geïncarneerd, voeren de boventoon en maken momenteel voor een groot deel de dienst uit, doch bestrijden in belangrijke mate zichzelf. Zij maken strijd en woeden strijd uit, wellicht nog vanuit voorgaande levens. Hoogstwaarschijnlijk al levens van oorlog, dood en verderf. Doch vanuit geestelijk perspectief gezien, betreft dit allemaal ‘doorleving, keuzes die men maakt en de grenzen die men voor zichzelf stelt’. Hieraan ligt zoals gesteld geestelijke 'bewustwording' aan ten grondslag.

Geestelijk inzicht.  

Vanzelfsprekend is de Aarde, juist door de oudere zielen, in sneltreinvaart aan ‘verlichting’ toe. Geestelijk gezien wordt daar hard aan gewerkt, het nieuwe tijdperk brengt dit met zich mee. Tegenover de jonge zielen zijn er echter ook al veel ‘bewuste’ zielen, meesterzielen met een diep weten en begrijpen, maar bevinden zich door hun bescheiden opstelling veelal op de achtergrond. Er zijn vele duizenden met het juiste inzicht en met een spirituele boodschap, die juist vanuit een bescheiden positie de wereld en de mensheid ‘prikkelen’ tot nadenken en tot inzicht. De populatie van de mensheid heeft zich de laatste decennia nagenoeg verdubbeld, wat inhoudt dat er zeer veel jonge zielen zijn geïncarneerd. Jonge zielen die voor het eerst met materie in aanraking komen en nog veel geestelijke ‘groei’ moeten doormaken om tot enige ‘bewustwording’ te kunnen komen. Dagelijks ziet men jongeren om zich heen, die zonder enig respect voor de medemens en vaak ook nog zonder aanleiding, van het een op het andere moment tot openlijke geweldpleging kunnen overgaan. Die zelfs minachting voor de autoriteiten en hulpverlening hebben en voor zichzelf slechts alleen de weg van geweld en vernietiging kennen. Typerend voor degenen die nog slecht in het begin van hun ‘incarnatiecyclus’ staan en nog aan het begin van hun eerste ‘bewustzijnsniveau’ verkeren. Doch ten opzichte van de enorme groei die de mensheid in de laatste decennia wereldwijd heeft doorgemaakt, kan men wellicht zeggen dat het nog niet zo slecht met de wereld gaat. Dat er toch veel mensen zijn die begrijpen, dat indien men anderen schaadt, men ook zichzelf schaadt. Daarom ziet men ook al grote groepen mensen die bewuster omgaan met de Aarde, met het milieu en met de dieren en de planten. Er zijn er ook velen die bewuster omgaan met voedsel en met alles wat er zoal met de voedselketen verband houdt. Hetzelfde geldt voor kleding, de kledingindustrie en de kinderarbeid. Geleidelijk aan begint de wereld te ‘ontwaken’ en te beseffen dat niet alles bij het oude kan blijven. Dat men bewuster en met meer verantwoordelijkheid met elkaar en met de wereld om moet gaan. Dit in het belang van de mensheid, wil de wereld blijven voortbestaan.

 *Zie tevens het artikel over de ‘zeven niveaus van bewustzijn’.



Inspiratie: Par Lanto. Het internet.

  

 

 

 

 

     

 

zondag 2 juni 2013

De wereld verandert. Deel 11


Wat voorafging.

Het Aquariustijdperk deed formeel zijn intrede op 21 december 2012, maar de energie van Aquarius is al vanaf de achttiende eeuw bezig zich in de mensheid te openbaren. Inmiddels zijn we precies halverwege de ‘overgangstijd’ en zal de energie van het nieuwe tijdperk over  twee tot driehonderd jaar volledig ingetreden moeten zijn. Niemand zal tegenwoordig nog ontkennen dat de wereld aan het veranderen is. Los van de economische crisis waarin wij wereldwijd in verkeren, is alles aan verandering onderhevig en lijkt zelfs de tijd te veranderen en sneller te gaan dan voorheen. Dit alles is echter wel een feit en geschiedt onder invloed van ‘solaire’ krachten vanuit de Kosmos en door kleine wijzigingen in de constellaties van planeten en sterren, met een kleine verschuiving in de aardas als gevolg hiervan, waardoor er uiteindelijk vanuit de Kosmos enorme krachtvelden naar de mensheid  werkzaam zijn. Vaak komt daardoor alles in een stroomversnelling. Eenmaal begonnen, lijken bepaalde ontwikkelingen steeds sneller te gaan. Men wil steeds meer kennis vergaren en gebeurt er steeds meer rond al datgene wat in een stroomversnelling is geraakt, gebeurtenissen waarop men geen greep meer lijkt te hebben. Steeds vaker blijkt dat bepaalde verwachtingspatronen, ideeën en beelden die men had, plotseling anders verlopen. Alles gaat anders, alles is anders dan toen de mensheid nog volop in het patroon van het voorbije ‘Vissentijdperk’ leefde, waarin alles via geijkte conservatieve patronen verliep en waarin iedere stap was ‘gepland en werd opgevolgd’. Het Aquariustijdperk is echter anders en verloopt niet volgens vaste lijnen, maar is een tijdperk van versnelling, van verandering en van invloeden die men tevoren niet geheel kan overzien. Ook een tijdperk van grote veranderingen ten opzichte van het kunnen van de mens en de ongekende mogelijkheden, die de mens ter beschikking zullen komen te staan. De krachten van Aquarius zijn krachten van ‘waarheid, licht en onbaatzuchtige liefde’. Tevens krachten van mondiale vrijheid, wederzijds respect en van begrip voor elkaar, maar ook van individualiteit en van zelfstandige ontplooiing. Doch dient men te begrijpen dat elke vooruitgang in kleine stapjes voorwaarts gaat en dat ook de toekomst zich via de weg der ‘geleidelijkheid’ ontwikkelt.

Dualisme.

Al eerder werd gesteld dat door de zware economische tijden waarin men nu verkeert, de mens meer op zichzelf terug geworpen wordt. Velen begrijpen niet waarom men nu zo moet lijden, waarom men tegenslag na tegenslag te verwerken krijgt en men zoveel teleurstelling en verdriet moet ondergaan, terwijl er zoveel andere mooiere zaken in het leven te genieten zijn. Velen ervaren dat alles wat hen overkomt, hun door het ‘kwaad’ wordt aangedaan. Dat de mensheid als het ware in de greep is gekomen van het ‘kwaad’. Doch in eerdere artikelen is al uitgebreid geschreven over het feit, dat de keuzes tussen ‘goed en kwaad’ in feite overdrachtelijke begrippen zijn. In de betekenis dat de mens altijd een keuze heeft, wat voor de mens ‘dualisme’ inhoudt. Een en ander hoeft niet altijd ‘goed of kwaad’ te betekenen. Het is slechts een naam voor energieën, die voor de mens positief of minder positief uit zouden kunnen werken. In die zin bestaat ‘goed of kwaad’ niet. Alles zal uiteindelijk leiden naar een vorm van harmonie, door ontstane ‘wrijving’ tussen de verschillende mogelijkheden waardoor er groei ontstaat. Met andere woorden, de wereld is een proeftuin met ‘remmende en activerende’ gevolgen in dualisme, die alle groei veroorzaakt. Juist in de diepte van het ‘zijn’ groeit men en kan men ervaren. En juist dit dualisme heeft de mens nodig om tot groei te komen. Wanneer de wereld enkel het positieve, het mooie en het harmonieuze zou dragen, dan zou de mens niet tot groei kunnen komen. Maar in de huidige tijd van economische crisis, brengen de factoren van ‘belemmering tegenover groei’ de genoemde energieën uit balans. Zodat negativisme en beperking hoogtij kunnen vieren. Daar kan alleen verandering in komen door bestaande structuren te veranderen, door de diverse ‘krachtvelden’ te veranderen en door nieuwe kansen voor ontplooiing te creëren. Daarom moet juist het ‘oude’ worden afgedaan, waardoor het nieuwe zich kan ontplooien in de juiste verhouding en het nieuwe zich kan vinden in ‘harmonie en evenwicht’.    

Angst voor de gevolgen van de economische crisis.  

Zeer zeker veroorzaakt de economische crisis zware en moeilijke tijden voor degenen die al moeilijk rond kunnen komen, of voor al degenen die hun werk dreigen te verliezen, hun werk al verloren hebben, of al helemaal niet aan het werk kunnen komen. Dit alles veroorzaakt golven van angst en van negativiteit. Naarmate de crisis door blijft duren en de noodzakelijke veranderingen of hervormingen achterwege blijven, zullen de ‘krachten van negativiteit’ de mens echter steeds meer gaan beheersen, waardoor er geen groei meer plaats kan vinden. Juist door deze ‘disbalans’ ontstaat de situatie dat het uiterst noodzakelijk is, dat er de komende tijd een juist evenwicht komt in ‘dualisme’, waardoor de mens zijn groeiproces weer op kan doen en zijn weg omhoog weer kan vervolgen. Want juist angst en negativisme maakt dat datgene gebeurt waarvoor men angst heeft. De angst voor tekorten kan alleen maar tekorten opleveren omdat men denkt vanuit tekorten. Alle angst die de mens heeft, creëert juist datgene waarvoor men bang is. Angsten zijn ‘krachtvelden van energie’ en trekken datgene aan wat men zich voorstelt en maakt het juist nog krachtiger en sterker. Indien men bang is zijn baan te verliezen of denkt de baan door bezuinigingen niet meer goed uit te kunnen voeren. Dan kan men door juist een andere koers te varen en zichzelf af te vragen wat men daadwerkelijk echt zou willen, zodanig achter zichzelf gaan staan dat men de diepste wens probeert na te streven. Ieder mens kan zich datgene eigen maken wat men in feite het beste kan en dit vergroten en versterken in zichzelf. Juist dan kan men zonder angst in de eigen ‘kracht’ gaan staan. De ‘kracht’ waarin men staat is wie men is en wat men kan, het talent dat men heeft, want ieder mens heeft een talent of zelfs meerdere. Het is evident dat ook ieder mens, indien de wil er ook echt is en de mogelijkheden voorhanden zijn, zich ook zelfstandig zou kunnen ontwikkelen en daarmee ook zijn eigen inkomen zou kunnen verdienen.

Werken vanuit talenten.

Als men kijkt naar andere landen dan het geconditioneerde Nederland, ziet men dat in veel zuidelijker landen veel meer mensen zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. In ieder dorp en in iedere stad voorziet men zich vaak nog van eigen ambacht, overal is men vindingrijk en maakt iets van datgene wat er is en vindt zijn bestaan hierin. Men leeft daar nog in een soort ‘symbiose’ van maatschappelijke organismen, dat als systeem van samenwerking nog nauw in elkaar steekt. In beginsel zou een dergelijk systeem, dat in Nederland vijftig jaar geleden ook nog veel voorkwam, weer heringevoerd kunnen worden. Tot op zekere hoogte zijn ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’ daar weer de opvolgers van, maar dan moeten de ‘sociale lasten, de fiscale en verzekeringstechnische aspecten’ daar wel meer op aangepast worden. Met andere woorden, het maatschappelijk systeem dient drastisch hervormd te worden, om dat soort werkgelegenheid veel meer te kunnen stimuleren. Demografisch gezien neemt de bevolking (los van immigratie) in veel landen maar met mondjesmaat toe. Door disbalans in het vreedzaam met elkaar samen kunnen leven van diverse volkeren overal ter wereld, de wereldwijde economische crisis en de natuurrampen die zich ogenschijnlijk vaker voor lijken te doen, zal de demografische ontwikkeling vooral in Europa daar op termijn weinig verandering in aan kunnen brengen. Derhalve zal de mens daar waar zij het ‘pad’ ooit verlaten heeft geleidelijk aan weer terug gaan komen, maar dan ‘krachtiger, harmonieuzer en meer in evenwicht’ dan voorheen. Men zal in de nabije toekomst daarom ook meer in harmonie gaan komen in een maatschappelijk ‘organisme’, dat meer samenwerkt om elkaar op een prettige manier aan te vullen en in stand te houden en te werken met de talenten die men heeft. Uiteindelijk zal na de crisis een betere wereld ontstaan, met meer harmonie, balans en evenwicht. Samenwerkend in een organisme waarin zogezegd ‘persoonlijke talenten’ veel meer tot uitdrukking komen, dan dat dat nu het geval is. Een wereld van meer rust, harmonie en balans en mensen die begrijpen, dat als zij anderen schaden, zij zichzelf ook schaden.   

De positie van de vrouw.

Ook de rol van de vrouw is al enige jaren in onze samenleving sterk aan het veranderen. Objectief beschouwd zou er van twee stromingen gesproken kunnen worden: 1. ‘de vrouw die zichzelf ‘vrij’ maakt en de eerder aangegane banden verbreekt om zichzelf te kunnen ontplooien’. En 2. ‘de vrouw die zoekt, worstelt, afwacht, maar niet echt gelukkig kan zijn en de druk steeds groter voelt worden om radicale veranderingen toe te laten’. Met betrekking  tot deze twee stromingen zal de vrouw evenwel zeker in staat kunnen zijn, om tot een gelijkwaardige positie te kunnen komen ten opzichte van de man. De energie van het komende Aquariustijdperk zal maken dat de totale ‘gelijkwaardigheid’ plaats zal kunnen vinden. Man en vrouw zijn per definitie gelijkwaardig aan elkaar. Niemand is onder of boven de ander. Doch de mogelijkheid van de man is binnen zijn grenzen anders dan de mogelijkheid die de vrouw binnen haar grenzen heeft, maar tegelijkertijd zijn zij in hun manifestatie uniek en aanvullend ten opzichte van elkaar. De vrouw zal in het licht van Aquarius deze gelijkwaardigheid echter wel op gaan eisen. Doch de mogelijkheid dat zij hierin haar doel voorbijschiet is reëel aanwezig, omdat daarin ook andere factoren een rol kunnen spelen. Factoren als, ‘materialisme, carrièrekansen en op het gebied van strijd, hebzucht en macht’. Tegelijkertijd zal men teruggeworpen kunnen worden op zichzelf, waardoor men het juiste evenwicht en de individuele vrijheid toch weer zal weten te vinden. Deze ontwikkelingen doen zich echter nu al voor. Vanzelfsprekend is het voor een vrouw moeilijker zich vrij te maken van gezinsverbanden daar zij de mogelijkheid heeft kinderen te baren, waardoor de mogelijkheid voor de vrouw bestaat dat haar verbinding met de kinderen, sterker zal zijn dan de verbinding die een man doorgaans aan zijn kinderen heeft. De traditionele rolpatronen spelen daar natuurlijk van oudsher een belangrijke rol in. Deze mogelijkheid maakt het voor de vrouw weer moeilijker zich geheel vrij te maken en in een volledige gelijkwaardige positie te komen, doordat zij via haar natuurlijke constitutie gemanipuleerd wordt tot het zorgen voor de kinderen en het gezin. Deze tegenstellingen worden door de vrouw constant gebruikt tot overweging en afweging, totdat zij voor zichzelf  het juiste evenwicht gevonden heeft.

Westerse cultuur.

De vrouw die nu geïncarneerd is heeft duidelijk gekozen voor persoonlijke vrijheid, omdat dit tijdperk haar die vrijheid biedt. Weliswaar spreekt men in dit opzicht dan over de westerse cultuur. Maar er zijn evenwel nog veel culturen die vanuit andere principes en vanuit andere ideeën en belevingswerelden leven, zelfs vanuit andere krachtvelden. In de westerse cultuur is het echter mogelijk dat de vrouw geheel kan beantwoorden aan de energieën van het Aquariustijdperk. En zich dientengevolge kan vormen en er naar kan handelen. In andere culturen is het veelal zo, dat de vrouwen daar nog steeds hun ‘karma' verbonden met het desbetreffende 'landskarma' aan het uitwerken zijn, een 'karma' dat nog met verschillende voorgaande tijdperken correspondeert. Met andere woorden, niet de gehele wereldbevolking appelleert momenteel al aan de krachten van Aquarius. Velen werken nog eeuwenoude energieën uit in dit tijdperk. Vandaar de grote tegenstellingen in cultureel opzicht tussen de verschillende volkeren op wereldniveau. Toch zal in het licht van Aquarius  in de nabije toekomst een en ander snel gaan verschuiven en gaan veranderen, waardoor er een totale ommekeer zal komen tussen alle mogendheden en stelsels, waardoor er één groot wereldburgerschap zal ontstaan.

Voortrekkerspositie.

Zoals gesteld heeft de westerse cultuur het in zich om de mogelijkheden van Aquarius goed te kunnen reflecteren. Dat wil niet zeggen dat andere culturen dit minder in zich hebben, maar het werkt op een andere wijze zoals dat in het bovenstaande reeds is uitgelegd. Doordat de vrouw in de westerse cultuur de mogelijkheid heeft, houdt dit automatisch in dat de ‘polarisatie’ tussen man en vrouw in de westerse cultuur in totaal evenwicht kan komen. Hierin bekleedt de vrouw in de westerse cultuur een ‘voortrekkerspositie’ voor de vrouw in de gehele wereld. Daardoor ziet men dat ook al in andere culturen naar voorbeeld van de westerse vrouw, er steeds meer vrouwen naar streven zelfstandiger te willen worden en zich onafhankelijker van de man op willen stellen. Gemiddeld genomen maken de vrouwen de helft van de wereldbevolking uit, waardoor er vanuit ‘geestelijk perspectief’ er veel aan gelegen is deze grote groep mensen te willen bereiken, daar zij juist over een grotere mate van intuïtieve inleving beschikt en daardoor de energieën van het nieuwe tijdperk goed kunnen reflecteren. Daarom is het ook in geestelijk opzicht belangrijk, de vrouw zowel op spirituele als op culturele wijze haar ‘voortrekkersrol’ te laten vervullen. Hetgeen vooral belangrijk is in de niet westerse samenlevingen, waarin de vrouw nog voor een gelijkwaardige positie ten opzichte van de man dient op te komen.  



Inspiratie: Par Lanto. Het internet.