maandag 16 maart 2015

Handen af van fossiele brandstof !.


Handen af van fossiele brandstof !
Algemeen.

Volgens bepaalde wetenschappers blijkt het ‘Decennium Nul’ inmiddels te zijn aangebroken. Dat betekent dat we nog 10 jaar te gaan hebben om de ontwikkeling van de opwarming van de Aarde tegen te kunnen gaan of kunnen stabiliseren. Tegenstrijdige beweringen blijken ongegrond en doorgaan op dezelfde wijze als nu, wordt gezien als doorgaan op eigen risico. Al minstens drie decennia lang wordt de opwarming van de Aarde als een serieuze bedreiging gezien. Een vroeg meetpunt kwam naar voren uit de Mondiale Conferentie over de Veranderende Atmosfeer, in Toronto in 1988. Meer dan 300 beleidsmakers en wetenschappers uit 46 landen voerden aan dat overheden hun uitstoot tegen 2005 moesten terugdringen tot 20 procent onder de niveaus van 1988. De conferentie in Toronto vormde de aanloop naar de Aarde Top in Rio de Janeiro in 1992, waar werd geconcludeerd dat de reductie van uitstoot tot 2005, rond de 2 procent per jaar moest komen te liggen om die doelstelling te behalen. Deze maatstaven zijn gebaseerd op de aanname dat een temperatuurstijging van 2 graden Celsius voorlopig acceptabel is om de potentiële schade, die het gevolg is van een snelle opwarming van de Aarde te kunnen beperken. Het probleem is echter, dat deze 2 graden limiet gebaseerd is op het zo min mogelijk verstoren van het huidige economische model van consumptie en de steeds gevaarlijker wordende methoden voor brandstofwinning. De huidige schattingen wijzen erop dat de temperatuur op Aarde nu al gemiddeld 0,8 graden Celsius is gestegen. En nu al ondervinden we er veel schrikbarende gevolgen van, waaronder het ongekend snel smelten van de Groenlandse ijskap en de verzuring van de oceanen. Gevolgen die sneller gaan dan men had verwacht. Volgens een rapport van de Wereldbank uit 2012 geeft dit aan, dat de stijgende temperatuur mogelijk tot een reeks onvoorziene gebeurtenissen zouden kunnen gaan leiden. Gebeurtenissen met hoogst onvoorspelbare gevolgen en waarover we mogelijk geen controle meer hebben, als de temperatuur boven een bepaald punt verder gaat stijgen.

Twee procent als limiet.

De bedoeling is dus dat de temperatuur van de Aarde niet meer dan 2 graden Celsius stijgt. Want dat zou de fundamentele omstandigheden veranderen waaronder het leven op deze planeet zich ontwikkeld heeft. Twee graden Celsius is de grens waar de meeste regeringen in de hele wereld zich aan verbonden hebben. We kunnen berekenen hoeveel fossiele brandstof we nog kunnen opstoken voor dat we dat getal bereiken. Willen we de wereld houden zoals we die nu kennen, dan moeten we minstens 80 procent van de bekende fossiele brandstoffen ondergronds houden. Ofwel deze fossiel brandstoffen blijven ondergronds, wat veel financiële gevolgen met zich mee brengt, of we gaan ze verbranden en daarmee de planeet verwoesten. Dus, of ze zijn waardeloos of de planeet wordt veel te warm, met alle gevolgen van dien. De enige keus is dat deze brandstoffen voor de toekomst van geen enkele betekenis meer zal kunnen zijn. Men zal zich onherroepelijk moeten richten op andere methoden en technieken van energieopwekking. Het besef dat we niet door kunnen blijven gaan totdat we uiteindelijk de twee procent bereikt zullen hebben, begint langzaam wereldwijd door te dringen bij instellingen en bedrijven. Veel particulieren, instellingen en bedrijven hebben hun geld al teruggetrokken uit de 200 grootste fossiele brandstofbedrijven. De totale hoeveelheid geld dat al onttrokken is aan de fossiele brandstofindustrie bedraagt inmiddels meer dan 50 miljard dollar. Kapitaal van meer dan 180 instellingen, waaronder religieuze instellingen, stichtingen, universiteiten, hogescholen en stadsbesturen, alsook van vele honderden vermogende particulieren. Een grote universiteit in New York heeft zich vorig jaar bereid verklaard een bedrag van 220 miljoen dollar te onttrekken aan de fossiele brandstofindustrie. Dat is tot nu toe het grootste bedrag van een onderwijsinstelling ter wereld. Maar het is doorgaans erg moeilijk om bedrijven en instellingen af te laten zien van investeringen in fossiele brandstoffen. Het hangt af van de soort instelling en over hoeveel geld men praat. De grotere fondsen bewegen zich langzamer, in het bijzonder pensioenfondsen die verantwoordelijk zijn voor het levensonderhoud van mensen. Maar het is uitermate moeilijk om instellingen ervan te overtuigen om investeringen in fossiele brandstoffen af te stoten. Doch dat is wel waar leiderschap om draait en waar veranderingen over gaan, het doen van dingen die in eerste instantie misschien niet gemakkelijk zijn, maar wel ongelooflijk belangrijk.

Dalende olieprijzen.

De olieprijzen zijn tegenwoordig flink aan het dalen en aangezien veel pensioenfondsen in de brandstofindustrie hebben belegd, beïnvloed deze daling ook deze fondsen. Daar zijn mensen van afhankelijk voor hun levensonderhoud en hun toekomst. Het financieel dienstverleningsbedrijf Bloomberg in New York heeft onlangs berekend, dat door de goedkopere olie al ongeveer 390 miljard dollar uit de zakken van beleggers is verdampt. Dat treft vooral de langzamer bewegende pensioenfondsen en verstrekkers van levensverzekeringen. Maar daarentegen kan Wall Street de investeringen weer sneller van de hand doen. De daling van de olieprijzen kost mensen en de genoemde instellingen al een aanzienlijke hoeveelheid geld, maar daarom is het ook zo belangrijk dat zij van dergelijke investeringen moeten afzien. Het bevordert de zaak dat deze investeringen niet goed zijn op zowel de lange als op de korte termijn. Maar veel ondernemingen en instellingen hebben grote budgetten en slimme mensen die voor hen werken. Ze zullen tot het bittere einde blijven zeggen dat het weinig of geen gevolgen voor hen zal hebben. Maar als men kijkt naar de economie in het algemeen, dan komen er steeds meer beleggingsalternatieven zonder fossiele brandstoffen op basis van de vraag van de consument. Men ziet dat er steeds meer kapitaal wordt ingezet op bijvoorbeeld duurzame energie. En komen er ook meer beleggers die nadenken over het beter afstemmen van hun portefeuilles op grond van hun overtuigingen. Ze maken zich zorgen over de toekomst. Maar de fossiele brandstofindustrie heeft er belang bij dat niets erop wijst dat deze beweging invloed op hen heeft. Maar de consument laat zich niet bedriegen. Mensen op elk niveau en op veel verschillende plaatsen pakken het op en spreken zich uit tegen de wurggreep die de fossiele brandstofindustrie op de economie en de politiek heeft. Desinvestering in fossiele brandstof is daarom ook wereldwijd een actueel onderwerp aan het worden en uiterst belangrijk voor de toekomst van onze planeet.

De toekomst vanuit esoterische invalshoek.

De mensheid verkeert al halverwege de overgangstijd naar het Aquariustijdperk. Een tijdperk dat over een paar eeuwen volledig een feit zal zijn. In het kader van deze overgangstijd vindt er een nieuwe polarisatie van de Aarde plaats. Of te wel een gewijzigd magnetisch veld en een iets andere draaisnelheid van de Aarde. De mens, oorspronkelijk anders gepolariseerd verandert navenant, waardoor de mens in zijn totaliteit niet meer gebruik kan maken van al het mechanisme dat men tot op heden ontwikkeld heeft. Dit alles is gerelateerd aan de polarisatie van de planeet en de aantrekkings-en afstotingkracht van atomen, waardoor veel niet meer zo kan functioneren als het ooit gefunctioneerd heeft. De mens zal daarom ook gedwongen worden naar andere energievormen om te zien. De mens op weg naar het Aquariustijdperk, zal zich geleidelijk aan meer bewust gaan worden van zijn leefomgeving en gaan inzien dat als men schade toebrengt aan de ander (ook de planeet), uiteindelijk ook zichzelf schaadt. Men zal gaan beseffen dat men de planeet en zijn energiebronnen niet eindeloos uit mag putten en mag exploiteren, omdat dat verstrekkende gevolgen voor mens en natuur te weeg zal brengen. Maar de wereld verandert in snel tempo en alternatieve energiebronnen zijn al geruime tijd aanwezig, doch worden veelal om economische redenen niet nader tot ontwikkeling gebracht. Alles in de wereld draait om financieel gewin en om die reden wordt de mens wereldwijd commercieel uitgemolken. Dit omdat degenen die het economisch beleid bepalen, zich bewust of onbewust door bepaalde krachten laten leiden. Bepaalde krachten van negatieve aard die het oogmerk hebben de planeet te willen beheersen en blijvend wil exploiteren. Zij proberen in materiële zin zo veel mogelijk greep op de mensheid te houden en zijn doorgaans zeer intelligent. Zij bewerken de mensheid en manipuleren en exploiteren de mens zoals het uitkomt. Doch de mens die zich verbindt aan het Licht en aan hogere idealen, zal niet blijvend worden meegesleurd in al deze afhankelijkheden. Want vanzelfsprekend zijn ook negatieve krachten niet blijvend en zullen ze niet eeuwig door kunnen gaan met hun invloed. Steeds meer mensen worden zich hiervan bewust. En steeds meer landen en groepen verzetten zich hiertegen en proberen zo veel mogelijk in harmonie te komen met hun omgeving en met zichzelf. Doch degenen die zich bewust laten leiden door deze negatieve krachten zijn bang voor de bewustwording van de mens en willen de ontwikkelingen hierin tegengaan. Zij zijn niet gebaat bij bewuste mensen en willen hun greep hierin niet verliezen.

Alternatieve energiebronnen.

Naar aanleiding van de aardbevingen die de laatste tijd door gaswinning in Groningen zijn ontstaan en de schade die dit inmiddels al veroorzaakt heeft, heeft men voorlopig besloten de gaskraan iets dicht te draaien. Dit in de hoop dat de bevingen wat minder zullen worden, althans minder krachtig. Wat zowel in materiële zin als in esoterische zin een ijdele hoop zal blijken te zijn. Want men zal waarschijnlijk niet eerder stoppen met de gaswinning, dan dat men geconfronteerd zal worden met het feit dat de bevingen toch door blijven gaan. Men zal waarschijnlijk zo lang mogelijk het economisch belang blijven prevaleren, boven het welzijn van de bewoners van het betreffende gebied. Iedereen weet inmiddels wel dat dit de verkeerde weg is en dat de de kans dat de calamiteiten zich zullen verergeren groter is dan omgekeerd. Wil men het getij keren dan zal het beleid in ons land en overigens ook in de rest van de wereld, moeten veranderen. Men zal op beleidsniveau moeten inzien dat de oplossing alleen te vinden is in alternatieve bronnen van energie. Duurzame energie wel te verstaan, maar dan niet alleen door de buitensporig grote windturbines waarvoor men nu hoofdzakelijk gekozen heeft. Gelet op de grootte van ons land, de bevolkingsdichtheid, de industriële bedrijvigheid en het landschappelijk aanzien van ons land, is deze ingeslagen weg alleen maar tot mislukken gedoemd. Wat al eerder genoemd is bij de macht van de fossiele brandstofindustrie, spelen deze factoren vermoedelijk ook een rol bij de energiebedrijven, die om soortgelijke redenen kennelijk ook belang hebben bij de exploitatie van dit soort windturbines. Maar er zijn ook meerdere vormen van alternatieve energie, te noemen zijn: ‘golfslagenergie, getijdenenergie, blauwe energie (verschil zout en zoetwater), hydro-elektrische energie, zonne energie, bio energie, geothermische energie en uiteindelijk ook kern energie’. Het is maar net waar men prioriteit aangeeft om nader tot ontwikkeling te laten komen en men er ook de financiën voor beschikbaar wil stellen. De methoden en technieken zijn inmiddels allemaal voor handen maar men moet het bedrijfsleven wel de kans geven om het te kunnen realiseren. En daar is de politiek dan weer voor verantwoordelijk.


Inspiratie: ‘Share Nederland, Par Lanto, het Internet.                                      

                                       

vrijdag 13 maart 2015

Groeiende ongelijkheid en onrechtvaardigheid. Deel 2


Groeiende ongelijkheid en onrechtvaardigheid.                  
Deel 2




De kloof tussen arm en rijk wordt groter in Nederland. Dat staat in de studie: ‘Hoe ongelijk is Nederland’, van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De inkomensongelijkheid is in ons land relatief laag, als men naar de meest gangbare meetmethode kijkt, verklaarde het CBS vorig jaar nog. Maar als men wat gedetailleerder naar de cijfers kijkt, blijkt volgens de WRR dat de ongelijkheid in Nederland binnen Europa juist relatief groot is. Groter dan in landen als Denemarken en België. De lonen aan de top zijn gestegen van ruim 30 keer het minimumloon in 1990, naar 52 keer in 2013. Door bepaalde belastingmaatregelen worden de grootste verschillen weliswaar wat rechtgetrokken, vooral onder 65-plussers. Maar onder werkenden (15-65 jr.) nam de herverdeling door de overheid de laatste jaren af. Doch op den duur zijn de verschillen met belastingmaatregelen niet meer recht te trekken, schrijft de WRR. Ook verklaart men dat grotere ongelijkheid in beloning op den duur tot Psychische Stress en meer ziekteverzuim zou kunnen leiden, vooral bij de nog werkenden. Als daardoor minder ongelijkheid gewenst is, moet er volgens de WRR vooral naar de topinkomens en herziening van het economische stelsel worden gekeken. Zodat lage- en middeninkomens meer kunnen verdienen. Ook kunnen consumenten bewust gemaakt worden van scheve inkomensverdeling, zodat men ervoor kan kiezen om niet te kopen bij een bedrijf met een scheve inkomensverdeling. Daarnaast is het bij grote ongelijkheid moeilijker om te klimmen op de sociale ladder. Wie arm is, heeft minder kans op rijkdom en voorspoed. Bovendien zijn er aanwijzingen dat ongelijkheid de economische groei vermindert en vertraagt. Overigens is het vermogen in Nederland concreet gezien, ongelijker verdeeld dan het inkomen. De rijkste 10 procent van de bevolking bezit meer dan de helft (61 procent) van het totale vermogen in Nederland. De top 2 procent binnen deze groep heeft zelfs een derde van dat vermogen in handen, terwijl de onderste 60 procent van de Nederlandse bevolking bij elkaar ongeveer 1 procent van het totale vermogen bezit.

Nauwelijks tegen.

Welgestelden en mensen aan de onderkant van de samenleving komen elkaar echter nauwelijks tegen en zijn ook erg op het eigen sociale milieu (de armen versus de rijken) gericht. In het rapport: ‘Verschil in Nederland’, zegt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat een aanpak van ongelijkheid een zeer urgente opgave is. Het SCP spreekt over een opkomend ‘Cohesieprobleem’ tussen groepen met betere en met slechtere levenskansen. Bijna 30 procent van de Nederlanders staan daardoor minder sterk in hun schoenen. Maar de kloof is volgens de onderzoekers ‘nog’ overbrugbaar. De oplossing is echter niet alleen het wegnemen van de financiële verschillen, zegt het SCP. Maar de verschillen tussen rijk en arm dienen volgens de onderzoekers in een veel breder verband gezien te worden. Er zijn namelijk veel economische tegenstellingen, die vooral voortkomen uit grote verschillen in opleiding en onderwijsniveau. Maar hoe iemand terechtkomt, wordt volgens het SCP ook in belangrijke mate bepaald door zijn sociale en culturele positie. De onderzoekers noemen dat het ‘Persoonskapitaal’. Daarbij gaat het onder meer om ‘gezondheid, uiterlijk, partnerkeuze en de sociale netwerken’ van de persoon in kwestie. Het is voor het eerst dat het SCP daar zo de nadruk op legt. Verschillen in Persoonskapitaal zijn in sommige opzichten tot nu toe nogal verwaarloosd in het beleid. Mensen met weinig kansen lijken niet in staat om zonder hulp weerbaarder te worden. Voor een groot deel komt dat doordat deze Nederlanders weinig of geen contact hebben met mensen uit andere sociale klassen.

De ‘Superrijken en Wij’.

Op het moment bezitten 85 superrijke families evenveel als de helft van de rest van de wereldbevolking. In januari jl. werd door de BBC een veelzeggende documentaire uitgezonden van de filmmaker Jacques Peretti, genaamd de ‘Superrijken en Wij’. Een mondiaal scenario dat de toestand van de mondiale samenleving beschrijft. De ‘Superrijken’ kwamen op in de jaren ’80 van de vorige eeuw door belastingverlagingen en het denkbeeld van de zogeheten ‘doordruppel’ economie. Een economie waarbij de uitgaven van de rijken ons allemaal voordeel zou opleveren, omdat er dan door bestedingen veel geld in de economie gepompt zou worden. De huidige voorzitter van de ABN-AMRObank verdedigde dit standpunt destijds nog met ‘verve’. Maar in de laatste jaren zijn de uitgaven door deze groep meer besteed aan aankopen van ‘trofeegoederen, particuliere verzamelingen, helikopters en privé vliegtuigen’, waarbij de rijkdom voornamelijk bij de rijken bleef. In de documentaire van de BBC beschrijft de gezaghebbende econoom Dr. Ha Joo Chang een ‘terug druppeling’ van bezit van de armen naar de rijken van 20 procent sinds de jaren 80 van de vorige eeuw. Deze ongelijkheid suggereert hij, destabiliseert het maatschappelijk weefsel en heeft de omvang en koopkracht van de middenklassen in de meeste landen doen afnemen. Thomas Piketty, een gezaghebbende econoom van Franse huize, liet zien hoe de Superrijken een ‘zandloper-economie’ hebben gecreëerd. Een economie die de middenklassen het meest heeft uitgeknepen en aanzienlijke bedragen geld van de armen neemt door zogenaamde ‘flitsleningen’. Leningen die de armen volgens de BBC aan moeten gaan om maar rond te kunnen komen tot de volgende loon en nuluren-contracten. Deze contracten vertegenwoordigen de bodem van de zandloper en bevoordelen de bovenkant van de zandloper, of te wel de rijken.

Zorgen voor de toekomst.

President Barack Obama heeft zijn zorgen geuit over de groeiende dreiging voor de maatschappij, door de toename van de ongelijkheid van de rijkdom in de wereld. Hij noemt dat het ‘Het Grote Verschil’, dat de meest bepalende uitdaging van onze tijd is. De 21 ste eeuw is tot dusverre de eeuw met de grootste ongelijkheid qua rijkdom geweest in de afgelopen 2000 jaar. De BBC-documentaire merkte ook op dat in deze zelfde eeuw (dus de afgelopen 15 jaar), mensen met honderden of soms ook met honderdduizenden tegelijk de straat op zijn gegaan. En niet in één bepaald land maar wereldwijd, om rechtvaardigheid te eisen op ‘sociaal gebied, waaronder arbeids- en mensenrechten en op het gebied van het milieu’. De Occupy-beweging heeft verklaard dat we een nieuwe politiek en een andere economische visie nodig hebben als onze wereld wil overleven. Om met de huidige ongelijkheid in verschillen van rijkdom om te kunnen gaan, introduceerde: ‘Friends of the Art International’ onlangs nieuwe modellen van stedelijk leven. Modellen die gebaseerd zijn op ‘Samendelen’, in plaats van concurrerende consumptie. En dit niet alleen op het delen van: ‘auto’s, apparaten en gereedschappen’, maar ook van geld door bijvoorbeeld: ‘Crowdfunding, kredietverenigingen en microfinanciering’, alsook het delen van macht en invloed. Dit alles kan mensen samenbrengen met een besef van een gezamenlijk ‘doel, eigenaarschap en wederzijdse ondersteuning’. Een zaak waar een gecentraliseerde Wetgeving nooit in kan voorzien.

Ongelijkheid en democratie.

Inmiddels weet iedereen wel dat alleen de rijken werkelijk profiteren van de welvaart. In de loop der tijd groeit het kapitaal van de rijken meer dan al het andere en uiteindelijk zien de extreem rijken hun kapitaal voortdurend groeien. Veel meer dan de algemene welvaart. Degene die kapitaal erft zal te zijner tijd van het grootste deel van de groei kunnen genieten. Met andere woorden: zij zuigen de welvaartstoename van de bevolking als geheel op. Dit betekent dat we terugkeren naar de tijd van koningin Victoria. Volgens Bloombergs Miljardairsindex (een dagelijkse rangschikking van de 300 rijkste mensen ter wereld), vergrootten zij hun rijkdom begin vorig jaar met 524 miljard dollar. Meer dan het gezamenlijke inkomen van Denemarken, Finland, Griekenland en Portugal samen. Het zelfde geldt voor Europa, waar soortgelijke statistieken beschikbaar voor bijvoorbeeld Spanje. In 2013 ontvingen daar 23 bankiers pensioentoelagen ter waarde van 22,7 miljoen euro en salarisverhogingen van 27 procent. Terwijl er daar sprake was van deflatie. Deze trend doet zich overal voor, zelfs in de Scandinavische landen, maar ook in Brazilië, China, Zuid-Afrika en andere delen van de wereld. Dit wordt inmiddels gezien als een normale ontwikkeling in de ‘Nieuwe Economie’, waar arbeid nu slechts telt als een productiefactor. En permanente werkeloosheid als onvermijdelijk en als structureel gezien wordt. Tegelijkertijd beweren de Verenigde Naties dat extreme armoede mondiaal is gehalveerd. Omdat het aantal mensen dat van minder dan 1,25 dollar per dag moet leven daalde van 47 procent in 1990 tot 22 procent in 2010. Maar er zijn nog steeds 1,2 miljard mensen die in extreme armoede leven. Men beweert dat over de hele wereld een nieuwe middenklasse in opkomst is, maar de succesvolle cijfers zijn in dat opzicht vooral te danken aan Brazilië, China en India. Dus men gebruikt als argument: ‘Ook al zijn er superrijken, waarom negeren we dan de vooruitgang waarmee inmiddels al 1 miljard burgers in de middenklasse is gecreëerd?’

Weinig steekhoudend.

Dit argument is weinig steekhoudend en problematisch op drie niveaus. Het eerste probleem is dat deze vorm van economische groei nu al ten koste gaat van de middenklasse in de rijke landen. En deze krimp zal ernstige gevolgen hebben op lange termijn. De consumptie door de superrijken kan de consumptie door een groot deel van de middenklasse niet vervangen. Er worden nu al meer auto’s geproduceerd dan er vraag is en dit geldt voor veel producten. De armoede neemt wereldwijd wellicht wat af, maar in het één na het andere land neemt de ongelijkheid structureel toe. Het tweede probleem is dat de rijken vooral in Amerika weinig of geen belasting betalen als voorheen, vanwege een groot aantal fiscale voordelen die in de tijd van oud president Ronald Reagan werden geïntroduceerd. ‘Welvaart levert immers welvaart op en armoede levert armoede op’, werd er gezegd. De Franse president François Hollande ondervond tot zijn schande dat je kapitaal niet zomaar kunt belasten omdat het heilig is. Ten minste 300 miljard dollar aan belastingopbrengsten ging er vorig jaar verloren door een combinatie van belastingvoordelen voor ondernemingen en belastingontduiking door ondernemingen. Naar schatting is momenteel meer dan 4 biljoen dollar ondergebracht in belastingparadijzen. Het derde probleem is bijzonder ernstig. Het is niet nodig hier nog eens de ontelbare voorbeelden te noemen van hoe de politiek ondergeschikt is gemaakt aan economische belangen. Een gewone burger heeft niet dezelfde macht als een superrijke burger. Het is ironisch dat het Amerikaanse Hooggerechtshof alle beperkingen op politieke donaties heeft opgeheven, omdat nu eenmaal alle mensen gelijk zijn. Nu de verkiezing van een Amerikaanse president al omstreeks 2 miljard dollar kost, is een gewone burger dan werkelijk gelijk aan bijvoorbeeld Sheldon Adelson? De Amerikaanse zakenmagnaat die officieel 100 miljoen dollar aan de Republikeinse partij heeft geschonken? Geen grote uitgave voor hem, want zijn bezittingen namen vorig jaar met 14 miljard dollar toe! Is dit dus een goede ontwikkeling voor de democratie wereldwijd? Vormen de superrijken inmiddels geen reden tot zorg?


Inspiratie: Robert Savio, verbonden aan Inter Press Service (IPS) en uitgever van Other News. En The Superrich and Us, BBC Two alsook: theguardian.com.                                                        

Groeiende ongelijkheid en onrechtvaardigheid.


Groeiende ongelijkheid en onrechtvaardigheid.
 
 

Er gaat geen dag voorbij of er zijn wereldwijd wel heikele kwesties die tot opschudding of tot acties zouden moeten leiden, maar doorgaans weinig van dat alles. Het leven gaat door alsof er niets aan de hand is en alsof al deze kwesties weinig met het leven van mensen te doen hebben. Momenteel staat niets minder dan onze planeet op het spel, maar verscheidene grote energiebedrijven komen weg met ongezonde praktijken, omringd door de oorverdovende stilte van het grootste deel van de mensheid. Zo ook de financiële wereld. Sinds het begin van de financiële crisis in 2008 is door de gezamenlijke banken in de wereld het onthutsende bedrag van 178 miljard Amerikaanse dollars aan boetes betaald. 115 miljard door Amerikaanse banken en 63 miljard dollars door Europese banken. Maar deze boetes worden doorgaans gewoon gezien als de kosten die nu eenmaal horen bij het zakendoen. Er is tot nu toe nog geen enkele bankier persoonlijk aangeklaagd door dit onverantwoordelijke gedrag. Nu kwam Oxfam Novib onlangs met het verbazingwekkende feit: dat als er niets gebeurd zal de rijkste 1 procent van de wereldbevolking binnen twee jaar een groter deel van de welvaart bezitten dan de overige 99 procent van de wereldbevolking. De rijken worden in ontzagwekkend tempo rijker dan de armste armer worden. In slechts één jaar tijd steeg het aandeel van de rijken in de wereld van 44 naar 48 procent. Zo zal deze 1 procent in 2016 naar schatting meer bezitten dan de resterende 99 procent samen. De 89 allerrijkste miljardairs in de wereld zagen hun rijkdom in de afgelopen vier jaar groeien tot 600 miljard dollar, een stijging van 5 procent en gelijk aan de gezamenlijke begrotingen van 11 landen met een totale bevolking van 2,3 miljard mensen. In 2010 was dat bedrag het totale bezit van 388 miljardairs in de wereld en deze buitengewone en snelle concentratie van rijkdom heeft natuurlijk wereldwijde gevolgen. De zogenaamde middenklasse verdwijnt in rap tempo en in een aantal landen bedraagt de jeugdwerkeloosheid nu al 40 procent. Wat betekent dat de toekomst er voor de hedendaagse jeugd veel slechter uitziet dan die van hun ouders. Het zal waarschijnlijk wel enige tijd duren voordat deze cijfers tot het algemeen bewustzijn door zullen dringen, maar de kans is groot dat ze niet tot enige actie zullen leiden, wat hetzelfde is met klimaatverandering. De Amerikaanse president Barack Obama is de enige leider die een belastingverhoging voor de rijken heeft aangekondigd, hoewel deze verhoging weinig kans maakt in het door de republikeinen gedomineerde Congres.

Apathie en versplintering.

In een wereld waarin de waarde van solidariteit verdwenen is (het bezuinigingsbeleid van de EU is daar een goed voorbeeld van), zijn apathie en versplintering werkelijkheid geworden. We keren terug naar de Victoriaanse tijd, waarbij de rijke aristocratie vervangen is door geld afkomstig van handel en financiën, maar niet zozeer van productie. Daarbij heeft tot op zekere hoogte: 34 procent van de hedendaagse miljardairs hun rijkdom geheel of gedeeltelijk geërfd en opmerkelijk genoeg, is juist erfbelasting zeker in de UK, van alle belastingen het eenvoudigst te omzeilen. In een pas verschenen rapport merkte het Amerikaanse Instituut voor Belastingen en Economie op, dat het armste deel (20%) van de Amerikaanse bevolking in 2015 gemiddeld 10,9 procent van hun inkomen afdraagt, de middeninkomens 9,4 procent en de rijksten slechts 5,4 procent van hun inkomen afdraagt. Twintig procent van de rijkste miljardairs heeft daarbij banden met de financiële sector en het is goed om eraan te herinneren, dat deze sector sterker is gegroeid dan de reële economie. En daarbij alleen op nationaal niveau gereguleerd wordt. Op mondiaal niveau is het geldwezen de enige sector waarvoor geen internationaal toezichthouder is, zoals wel voor arbeid, handel en communicatie geldt, om er maar enkelen te noemen. Het geldwezen staat niet langer in dienst van de economie en de burgers. Het leidt tegenwoordig een eigen leven. Financiële transactie bedragen nu 40 biljoen dollar per dag, tegenover 1 biljoen dollar aan economische productie. Op nationaal niveau worden er nu halfslachtige pogingen gedaan om het geldwezen te reguleren. Maar als men ziet van wat er nu in de VS gebeurt. De nieuwe (vriendelijke) regulering van het geldwezen is de Wet op hervorming van Wall Street en de bescherming van de consument, beter bekend als de Wet van Dodd Frank. En die gaat niet eens zo ver als herstel van de scheiding tussen de verschillende Spaarbanken, waar burgers hun geld sparen en waar het niet gebruikt kon worden voor speculatie en beleggingsbanken, waarbij daarentegen de afzonderlijke Beleggingsbanken wel kunnen speculeren en hoe! Deze scheiding werd afgeschaft tijdens de regering van Clinton en wordt gezien als het einde van banken die in dienst staan van de reële economie. Hoe dan ook, de lobbyisten van Wall Street hebben hun zinnen erop gezet om de Wet van Dodd-Frank stukje bij beetje te ontmantelen.

Kapitaal en politiek.

Er bestaat enige schizofrenie wanneer we kijken naar de betrekkingen tussen kapitaal en politiek. Het Amerikaanse hooggerechtshof heeft elke limiet op bijdragen van ondernemingen aan verkiezingscampagnes afgeschaft, op basis van de redenering dat ondernemingen dezelfde rechten hebben als mensen. Natuurlijk zijn er niet zoveel mensen die dezelfde soort bedragen kunnen fourneren als een onderneming, tenzij je tot een van de 89 allerrijkste miljardairs behoort.  Intussen zijn banken niet alleen verantwoordelijk voor de corrumpering van het politieke systeem en voor de illegale activiteiten van de politiek die miljarden dollars hebben opgeleverd, ze zijn ook verantwoordelijk voor de financiering van uitsluitend grote beleggers. Waarbij alle anderen de toegang tot gemakkelijke kredieten worden ontzegd. De inspanningen van de voorzitter van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, om banken ook kredieten aan kleine bedrijven en individuen te laten verschaffen, zijn grotendeels mislukt. Maar er is nu een nieuw en vindingrijk initiatief van de bijzonder strenge Nederlandse bankiers. Alle 9.000 bankmedewerkers in Nederland moeten nu een eed afleggen: ‘Ik zal mij inspannen om het vertrouwen in het bankwezen te behouden en te doen bevorderen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig’. Maar dit is niet zozeer gericht op de klant maar des te meer op het bankwezen zelf en het stelt God als het ware aan als de toezichthouder voor de Nederlandse bankensector. Misschien hebben de Nederlandse bankiers goed geluisterd naar de woorden van Goldman Sachs, de topman van Lloyd Blankfein, die ten tijde van de financiële crisis in 2009 zei: dat bankiers ‘Gods werk doen’. Gods betrokkenheid zal echter hard nodig zijn. De drie grootste Nederlandse banken: de Rabobank, ABN Amro bank en de ING groep, zijn allen betrokken geweest bij schandalen, die hun klanten hebben geschaad of werden tijdens de financiële crisis genationaliseerd. Wat de belastingbetalers uiteindelijk meer dan 140 miljard dollar heeft gekost. In één zaak kreeg de Rabobank een boete van 1 miljard dollar. De banken op Wall Street in New York en de Londense City staan naar verluidt open voor het idee om een soortgelijke eed ook te introduceren. Waarschijnlijk is het alleen God of een dergelijke Hoger Macht die het tij in deze wereld van groeiende ongelijkheid en gebrek aan ethiek nog kan keren.

Aldus Roberto Savio, oprichter en erevoorzitter van het nieuwsagentschap Inter Press Service (IPS) en uitgever van Other News.