dinsdag 5 januari 2016

Het wezen van de Engel.

Het wezen van de Engel

Engelen.



Voorwoord.

Engelen zijn te onderscheiden in Aartsengelen en in Engelen. Aartsengelen zijn als het ware de ‘handen en voeten van God’ en zijn de grote Creators van de kosmos, de planeten en al het leven daarop. Zij zijn goddelijke Helpers en Beschermers en onderscheiden zich van mensen door hun ‘zuiverheid, dienstbaarheid en toewijding aan God’ en aan al de goddelijke wezens die zij zo ver mogelijk ter zijde kunnen staan. Zij zijn ‘vormen’ van geconcentreerde Energie en een wezenlijk aspect van het Zelfbewustzijn van God. Zij zijn de verpersoonlijking van het scheppende ‘Vuur van de Kosmos’. Aartsengelen hebben op hun beurt weer de leiding over de vele groepen Engelen die iets lager op de trap van evolutie staan dan zijzelf. Het Engelenrijk kent namelijk een uniek evolutieproces en een eigen ‘Geestelijke Hiërarchie’. De Engelen helpen ons mensen enorm omdat zij van nature zo liefdevol en dienstbaar zijn. Het dienende werk van Engelen wordt voor de mens steeds interessanter naarmate het zich dichter bij de bewoonde wereld afspeelt, dichter bij de problemen van alle mensen, die zich voorbereiden op het doel de ‘Verlichting’ te bereiken. In bijzondere gevallen kunnen Engelen verschijnen in een ‘mensengedaante’. Zoals gezegd omvat de Engelenschare een andere evolutielijn dan die van de mensen. Het is hun taak om de eigenschappen van God te concentreren, te versterken en te vermeerderen. Zij hebben gekozen het ‘Godsbewustzijn’ in dit Universum uit te breiden en dienen ons door onze Aura’s te magnetiseren en van Licht te voorzien. Zij hebben vele taken. Er zijn Engelen die de schoonheid en harmonie versterken, die vrede scheppen, de natuur bewaken en die ‘vergeving’ stimuleren. En nog veel en veel meer, te veel om op te noemen. In zeker opzicht en strikt figuurlijk gezien zijn Engelen ‘elektroden’. Zij transformeren samen met ander Kosmische Wezens het Licht dat komt van de Grote Centrale Zon, tot de frequentie die wij tot ons kunnen nemen. Er zijn Engelen deva’s die samenwerken met Natuurgeesten of met de Natuurelementalen en op die manier ook het dierenrijk begeleiden. Maar Engelen kunnen allen indien zij dat wensen een menselijke vorm aannemen, of er uitzien als een ‘Zuil van Licht’. Elk mens heeft echter ook een levens begeleidende Engel of in die zin een ‘schrijvende Engel’. Deze Engel is onze ziel ter beschikking gesteld om al haar activiteiten, woorden, daden, gevoelens en gedachten te noteren en te registreren. En dat in elke incarnatie weer opnieuw. Deze informatie wordt uiteindelijk overhandigd aan een Kosmisch Wezen, die de beheerder van de ‘Boekrollen’ wordt genoemd. Deze informatie gaat nooit verloren, zodat alle gegevens over elke ziel altijd voorradig zijn. Informatie die via deze weg ook voor altijd in het ‘Wereldgeheugen of de Kosmische Kronieken’ worden opgeslagen.

Maar er is helaas ook sprake van een ‘Hiërarchie van gevallen Engelen’, die de duistere krachten die er heersen, stimuleren en vertegenwoordigen. Zij zijn afgekeerd van God. Dit gebeurde in eerste instantie door de God geschapen Aartsengel Lucifer en zijn volgelingen. Hun bewustzijn viel door hun rebellie naar de lagere niveaus van dit Universum, onder andere onze Aarde, waar zij de lagere negatieve aspecten in onze aard en persoonlijkheid aanwakkeren. Lucifer werd toen door de goddelijke Wetmatigheden letterlijk naar de stof verbannen, om langs deze weg zijn louteringsproces door te laten maken. Veel eigenschappen van deze gevallen Engel en zijn volgelingen vindt men uiteindelijk ook overal terug in de mens. Het is onze duistere aard en alle lagere gewoonten die op bepaalde momenten in ieders leven de boventoon voeren. Door deze slechte eigenschappen en gewoontes in te zien en te transformeren naar Licht, leren wij zuiverder en met meer respect voor ‘mens en dier’ te leven. Daardoor groeien wij geestelijk, waardoor we steeds meer reiken naar de verheven gebieden in onze Kosmos.




De ziel of het wezen van de Engel.

 De mens bestaat uit een ‘Godsvonk, een Geest en een Ziel’, waarvan de Ziel de verbinding vormt tussen de Geest en het Fysieke lichaam. Elk mens heeft vanaf het begin van zijn incarnatiecyclus een ‘Tweelingziel’, waarbij de een het mannelijke aspect en de ander het vrouwelijke aspect van de ziel vertegenwoordigt. Bij Engelen werkt dat anders. Zij hebben geen Ziel zoals dat bij de mens het geval is. Hun Ziel en Geest is totaal anders opgebouwd. Een Engel is nooit mens geweest en zal in beginsel ook nooit mens worden, behalve dan in de reeds genoemde situatie van een gevallen Engel. Dat zijn uitzonderingsposities, die niet algemeen voorkomen en die men ook niet kan generaliseren. De mens heeft zoals gezegd een Godsvonk als de kern van het menselijk wezen, een Geest waarin alle informatie wordt verzameld en een Ziel die alle informatie opdoet en doorgeeft aan de Geest. En die op zijn beurt het goede bewaart en al wat niet relevant is uiteindelijk verwijderd. En als laatste bestaat er natuurlijk het fysieke lichaam, waardoor men beleeft, zogezegd een ‘belevingslichaam’. Het ‘belevingslichaam’ sterft, de Ziel geeft alle overgebleven informatie door en trekt samen in de Geest. De Geest is energetisch gezien als een grote Lichtbol rond de Godsvonk en is op die manier niets anders dan een Energiebol. Deze Energiebol ontvouwt zich weer bij de volgende incarnatie als ‘Godsvonk, Geest en Ziel’ met weer een nieuw ‘belevingslichaam’. In de tijd tussen twee incarnaties in verkeert de Energiebol in de sferen van Licht in de Geestelijke Wereld. Daar manifesteert de Energie zich in overeenstemming met de dimensie waarin zij verkeert, in dezelfde fysieke verschijning die zij op Aarde gewend was te leven. Maar bij een Engel is dat allemaal anders, een Engel is in feite een Godsvonk in totaliteit van Licht. Het ‘belevingslichaam’, indien de Engel dat gebruikt in de vorm van een menselijk wezen, is alleen maar bedoeld als een ‘gevallen’ Engel de weg weer teruggaat naar het ‘bestand’ waar het uit voortkwam. Om op deze manier doormiddel van het incarnatie- en reïncarnatie proces weer door de ‘poort’ naar het Vaderhuis te kunnen gaan die normaal gesproken voor een gevallen Engel afgesloten is. Maar dit is een vrij abstracte benadering. Indien een Engel door de ‘poort’ kan, heeft het via de menselijke incarnatie- en reïncarnatie processen zo veel kennis opgedaan dat deze weg terug weer mogelijk wordt. Maar met dit verschil dat een Engel altijd een totaal Lichtwezen is, die tijdelijk gebruik heeft gemaakt van een menselijk ‘belevingslichaam’.




Meer bewustzijn.

Deze ‘Niet-Ziel’, maar een totaal Godsvonk zijnde Engelenwezen, zal van incarnatie naar incarnatie, steeds meer bewustzijn en steeds meer menselijkheid opdoen. Waardoor het uiteindelijk in de hoogste regionen van bijvoorbeeld de Zevende Lichtsfeer kan verkeren. Op dat moment kan het weer terugkeren naar het gebied waar het vandaan kwam, als Engel en als scheppend wezen. Omdat het als ‘gevallen’ Engel uiteindelijk alle materie doorleefd heeft, losgelaten en getransformeerd heeft. Een totaal ander proces dan wat mensen ondergaan en een volstrekt andere opbouw van de Godsvonk en de Geest, doch het ‘belevingslichaam’ waarvan de Engel op Aarde tijdelijk gebruik maakt is hetzelfde. Maar zoals de mens een Tweelingziel heeft, geldt dat voor de Engel niet. De ‘gevallen’ Engel, die nooit mens was en die tijdelijk mens geworden is om na een Aardse ervaring weer terug te kunnen keren naar het ‘Vaderhuis’, heeft op Aarde geen Tweelingziel omdat het ook geen Ziel heeft maar een totale Godsvonk vertegenwoordigd. Deze totale Godsvonk is afkomstig uit een ander gebied van de Kosmos, dan waar de Godsvonk van de mens in het algemeen uit voortkomt. Zo doorloopt alles een eigen ontwikkeling en betreft dat tegenwoordig op het menselijke vlak in het bijzonder de ‘Nieuwetijdskinderen’. Veel van deze zielen zijn van andere gebieden van de Kosmos afkomstig. Vaak hebben zij op andere planeten hun incarnatie- en reïncarnatieprocessen al voltooid en incarneren nu als ‘Licht op Aarde’. En nemen door hun afkomst veel kennis en ervaring mee van de gebieden waar zij in de Kosmos zijn opgegroeid. Vooral in de laatste decennia zijn er veel zielen geïncarneerd vanuit andere lichtsferen en dimensies. Vanuit gebieden die in eerste instantie niets met de Aarde te maken hadden, maar waar vanuit incarnaties plaatsvinden om aan de mensheid grootschalig ‘Licht, kennis en andere inzichten’ toe te voegen. Ook dat zijn incarnatieprocessen die in eerdere tijden op Aarde niet plaats gevonden zouden hebben. Al dat maakt, dat door de enorme instroom van zielen vanuit andere Kosmische gebieden er een soort ‘Wereldbroederschap’ aan het ontstaan is. De wereld verbroedert zich op die manier geleidelijk. Hoewel men tegenwoordig zou zeggen dat er tot nu toe niet veel verbroedering te bespeuren is, is dit proces toch zeker aanwezig op de niveaus waar mensen zich tot elkaar aan het verbinden zijn.

Ook internationaal.

Ook internationaal gezien, is er interraciaal een verbroedering aan de gang. In feite blijft geen mens raszuiver. Verschillende rassen die zich mixen en mengen met andere rassen, wat men eerst nationaal zag tussen de verschillende provincies en steden, is nu al tussen landen onderling en tussen verschillende continenten. De Aarde is door alle mogelijkheden om te reizen, om zich te bewegen over de Aarde, veel kleiner geworden. Doordat rassen en volkeren zich met elkaar vermengen, zich fysiek en genetisch met elkaar vermengen, ontstaat er mondiaal een soort ‘wereldbroederschap’. En gaat dat proces versneld door en wel op een zodanige wijze, dat op den duur niemand meer het nationalisme of de etnische achtergrond meer hoog in het vaandel zal kunnen houden. Alles zal uiteindelijk leiden naar een vorm van ‘wereldburgerschap’ en dien ten gevolge ook naar ‘wereldverbroedering’. Waardoor er op den duur één wereldburger zal ontstaan. Deze processen zullen niet alleen door de Geestelijke Wereld worden begeleid, maar ook door Engelen die bewust de weg van ‘gevallen’ Engel op Aarde zullen nemen om in menselijke incarnaties het Licht op Aarde snel toe te kunnen laten nemen. Wat ook geldt voor al de zielen die vanuit hogere frequenties in de Kosmos voor een Aards leven kiezen, om de mensheid op deze manier sneller het Aquariustijdperk in te laten leiden.


Inspiratie: ‘Par Lanto. Het boek 'Meesters en Ingewijden', Monique Timmers en eigen doorgeving.